Verslag van een onderzoek van de Britse beeldend kunstenaar (1937) naar het (mogelijke) gebruik van optische hulpmiddelen door de oude meesters bij het maken van hun werk.
Analyse van een vijftigtal onvoltooide schilderijen, van oude meesters als Jan Van Eyck en Peter Paul Rubens tot moderne schilders als Henri Matisse en Piet Mondriaan. Waarom bleven die werken onvoltooid? En hoe beïnvloedde het onvoltooide an sich moderne kunststromingen als het kubisme, het expressionisme en het abstracte?