Overzicht van alle voertuigen die rijden, varen en vliegen. Van speciale fietsen tot raceauto's en van gevechtsvliegtuigen tot helikopters. Met zo'n duizend kleurenfoto's van voertuigen, ook enige van de werking van voertuigen. Vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 10 jaar.
Hoe komt die auto op de boot? Hoe tankt een vliegtuig en hoe komt de melk in de tankauto? Vijf kinderen beantwoorden deze vragen eerst, en zelf weet je misschien ook een antwoord? Daarna volgt uitleg met tekeningen en foto's in kleur. Vanaf ca. 5 t/m 8 jaar.
Met welk voertuig rijdt de boswachter, en welke voorwerpen heeft hij nodig? Via de plaatjes (met benaming) kun je zien hoe dat zit bij o.a. de brandweerman, politieman, kustwacht en piloot? Vrij grote uitgave met veel kleine kleurrijke tekeningen. Vanaf ca. 6 t/m 9 jaar.
Hoe wordt een auto gemaakt? En hoe ziet een vliegtuig er vanbinnen uit? Allerlei weetjes en vragen over en woorden rond voertuigen. Met nostalgische kleurenillustraties. Vanaf ca. 3 t/m 5 jaar.
Met behulp van veel gekleurde tekeningen wordt informatie gegeven over allerlei zaken rondom snelle voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Vanaf ca. 10 jaar.
Met paginagrote tekeningen in kleur wordt de geschiedenis verteld van het vervoer, vanaf de bespannen karren tot de moderne auto en het vliegtuig. Vanaf ca. 10 jaar.
Hoe heten brandweerwagens die op luchthavens worden ingezet? Maak kennis met acht reddingsvoertuigen. Met paginagrote kleurenfoto's. Vanaf ca. 6 t/m 8 jaar; ook voor iets oudere moeizame lezers.
Is een truck zwaarder dan een brandweerwagen? Ontdek hoe je gewicht meet en het gewicht van allerlei voertuigen met elkaar kunt vergelijken. Met vragen, opdrachten, schematische tekeningen en kleurenfoto's. Vanaf ca. 8 t/m 10 jaar.
Kasper en Hanna gaan met hun vader en moeder op vakantie met het vliegtuig. Op het vliegveld is er van alles te beleven. Prentenboek met informatie over vliegtuigen,een strip, knutseltips, quiz en veel kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar; zelf lezen vanaf ca. 7 jaar.
Sam heeft een speelgoedtrein, maar het is leuker om met de echte trein op reis te gaan. Prentenboek met informatie over treinen, onderweg zijn, versjes, opdrachten en veel kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar; zelf lezen voor goede lezers vanaf ca. 7 jaar.
Kom alles te weten over de ontwikkeling van treinen. Verteld wordt over de eerste stoomtrein in Engeland tot en met de hogesnelheidstrein in Japan. Met paginagrote kijkplaten in kleur, weetjes en zoekopdrachten. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Van een race met een strijdwagen tot een ritje met een maanwagen. Tijdens een wereldreis maak je kennis met tachtig vervoermiddelen, die te zien zijn op paginagrote kleurenillustraties van o.a. een stad of woestijn. Lees het rijmpje bij elke voertuig en hoe hard hij gaat. Vanaf ca. 5 t/m 8 jaar.
Acht grote illustraties laten zien wat er elk uur van de dag gebeurt op een luchthaven. Met tabbladen, zoekopdrachten en gekleurde tekeningen. Vanaf ca. 5 jaar.
Wat zijn de grootste graafmachines? Welk vervoermiddel wordt in landen het meest gebruikt? Via kleurentekeningen, grafieken en cijfers kijken we naar de sterkste machines en snelste voertuigen. Makkelijk te lezen. Vanaf ca. 10 jaar.
Kinderen stellen vijftig vragen over de trein. Vragen als 'Hoe oud wordt een trein?' en 'Waarom rijdt een trein op rails?' worden beantwoord. Met grappige tekeningen in geel en zwart. Vanaf ca. 9 jaar.
Bekijk en lees welke voertuigen er allemaal zijn. Van auto's tot vliegtuigen, schepen en treinen. Met veel kleurenfoto's en korte weetjes. Vanaf ca. 7 jaar.