De 11-jarige Vietnamese Nhung probeert zich met haar moeder staande te houden in een Gronings dorp, waar ze jaren geleden als vluchtelingen zijn gestrand.
De Frans-Vietnamese hoofdpersoon arriveert in 1981 na verblijf in een Vietnamees heropvoedingskamp en een Indonesisch vluchtelingencentrum als asielzoeker in Parijs. Hij vindt onderdak bij een 'tante' en begint een nieuw bestaan als drugshandelaar.