Nulpunt
Don DeLillo
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DELI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DELI |
Rob Schouten
ru/eb/20 f
Naoorlogse auteurs als Saul Bellow, John Updike en Philip Roth (inmiddels allen dood) schreven in de eerste plaats over de Amerikaanse mens, in de stad of op het platteland, over zijn psychologie en zijn dromen. DeLillo focust eerder op het technologische universum, een wereld waarin de persoonlijkheid van de mens juist wordt beproefd en misschien wel uitgevaagd.
DeLillo's romans hebben vaak iets apocalyptisch, mensen zitten opgesloten, zijn ergens gestrand en moeten hun nieuwe, benarde situatie onder ogen zien. In De stilte crasht een vliegtuig met Jim en Tessa erin. Ze overleven en haasten zich naar hun vrienden Max, Diana en Martin, bij wie door een of ander technisch mankement alle schermen op zwart staan, net als in de rest van de stad.
Een wereld die op het punt staat onder te gaan, of is het iets anders? Martin, een Einstein-adept, oppert dat onze wereld, die van vlees en bloed, misschien maar relatief is en dat ze op het punt staat te veranderen: 'Stel dat we niet zijn wat we denken te zijn? Stel dat de wereld die we kennen helemaal opnieuw wordt geordend terwijl we staan toe te kijken of zitten te praten?'
massale slapeloosheid
DeLillo schrijft niet over de mens met zijn eigenaardigheden en zwakheden maar over zijn duizelingwekkende gedachten, niet over zijn plaats op aarde maar over zijn plaats in de kosmos. Zijn verhalen zijn uitgeloogd, kaal, ontheemd. Gevoelens, verlangens, religie en seks zijn er als het ware mechanische automatismen. Mensen lijken elkaar te kennen maar weten in de tussentijd niets van elkaar. Je kunt het al met al moeilijk aangename leesstof noemen, maar onveranderd appelleren zijn boeken ook aan diepe vragen over ons bestaan.
In De stilte betreden we de onthutste wereld van vijf androïden, die ongemerkt geregeerd wordt door cyberaanvallen, biologische agressie, kwantumdominantie, de terreur van drones. DeLillo schildert die wereld af als een nabije toekomst, ergens valt het jaar 2022, maar je voelt dat ze er nu al is. Je ziet het in grote menigten, van mensen nieuwsgierig om zich heen kijkend: 'Ze escorteren elkaar allemaal door de massale slapeloosheid van deze onbevattelijke tijd.'
Een van de opmerkelijkste eigenschappen van DeLillo's romans is dat ze zo kort zijn; De stilte reikt met een grote bladspiegel nauwelijks tot aan de 125 pagina's. Dat komt omdat DeLillo alleen het essentiële beschrijft. De essentie in De stilte is dat het technologische universum niet langer functioneert en dat de mens, deelnemer en slachtoffer, zich opnieuw moet zien uit te vinden.
Het soortelijk gewicht in deze romans is enorm. Ze confronteren je, zonder opsmuk of symboliek, met de soms ijzingwekkende raadsels van ons bestaan, niet als een onheilsprofeet maar als een koel registrator van universele en ten slotte toch typisch menselijke twijfels.
Ambo Anthos, 126 p., 16,99 euro Vertaling Jan Fastenau.
(fvd)
ru/eb/16 f
Wat is erger dan het worstcasescenario dat onze planeet nu al meer dan een jaar bij de ballen heeft? Nog een worstcasescenario erbovenop! In het korte ‘De stilte’ (leestijd: één middagdutje van de 2-jarige) zet Don DeLillo (84) vier jaar na ‘Nulpunt’ een nabije toekomst neer waarin, van het ene moment op het andere, wereldwijd alle moderne technologie er de brui aan geeft. Plots is er geen internet meer, geen televisie, geen communicatie, geen verbinding en dus ook geen flauw benul van wat zich drie straten, laat staan drie continenten verder afspeelt. ‘De stilte’ speelt op Super Bowl Sunday in de winter van 2022. De Seahawks tegen de Titans, bij -35 graden Fahrenheit. DeLillo zegt weer veel met weinig woorden. Het uitgebeende proza bevat veel bekende elementen: witregels vol aanzwellende paranoia, een herkenbare wereld met een vetlaag surrealisme erbovenop, en een handvol typische DeLillo-weirdo’s. Deze vijf mensen treffen elkaar in een flat in Manhattan: een gepensioneerde fysicaprofessor, haar bourbon slurpende echtgenoot, een idiot savant met een geruite onderbroek en een koppel wier vlucht uit Parijs is geëindigd met een noodlanding en een hoofdwonde toe. Elk afzonderlijk koorddansen ze – als alle schermen plots zwart kleuren – tussen wanhoop en aanvaarding, en tussen zenuwachtig geprevelde
mantra’s en vreemde vluggertjes op ziekenhuis-wc’s. Eerst lijkt de situatie aantrekkelijk: minder schermen, minder gedoe. Geen sociale media, weg eeuwige maalstroom van meninkjes. Maar onze afhankelijkheid van machines staat ook gelijk aan de onmogelijkheid om nog te functioneren zodra iemand de stekker eruit trekt, en de stilte in kwestie is er heel duidelijk één net voor de storm. De recensent van The Guardian omschreef de novelle als ‘the apocalyptic novel of our times’, en het is er in elk geval één die heel goed kleurt bij de lockdowns van het voorbije jaar: ook hier heeft the end of the world as we know it vooral veel dode momenten. Don DeLillo registreert veel stuitende banaliteit, het is een wonder dat niemand brood begint te bakken. DeLillo stelt de juiste vragen – ‘Wat is er aan de hand? Wie doet dit onze wereld aan? Is onze geest digitaal geremasterd? Zijn wij een experiment dat toevallig verkeerd uitpakt, een project dat in gang is gezet door krachten waar we geen rekening mee hebben gehouden?’ – maar hij houdt in ‘De stilte’ te snel op met antwoorden suggereren. Dit is een verzuchting van dik honderd pagina’s, een stijlstuk van een schrijver die zich al een carrière lang toelegt op het verzinnen van geloofwaardige nachtmerries, maar hier bij momenten wel erg impressionistisch uit de hoek komt. ‘De stilte’ is minder clever dan ‘Witte ruis’, uiteraard véél minder kamerbreed dan ‘Onderwereld’, en zindert ook minder lang na. De schrijver zoomt bovendien zo dicht in op zijn onderwerp, dat hij af en toe de focus verliest. Die kortademigheid niet te na gesproken is ‘De stilte’ een passabele snapshot van de moderne neuroot, en vat het goed hoe wij ons nu al elf maanden voelen: chronisch over de schouder kijkend. ‘De stilte’ opent trouwens met een oude stoplap van Albert Einstein – ‘Ik weet niet met welke wapens de Derde Wereldoorlog gevoerd zal worden, maar de Vierde Wereldoorlog wordt uitgevochten met stokken en stenen.’ In de rest van het boek houdt Don DeLillo alle opties open: zou het kunnen dat de opeenvolging van globale crises – ‘aardverschuivingen, tsunami’s, (…) de hemel verduisterd door vervuiling, (…) virus, pest, (...) de mondkapjes, de uitgestorven straten in de steden’ – eigenlijk al voornoemde Derde Wereldoorlog ís? En dat we ’m dus al jaren aan het vechten zijn: tegen elkaar, tegen de natuur, tegen onszelf, tegen de onwetendheid, tegen ziektes en, ja, tegen de technologie, die meer macht over ons heeft dan omgekeerd? Hoe win je trouwens tegen een vijand die almaar van gedaante wisselt? Hou je vast aan je revers: nuclear winter is coming!
L. Torn
In zijn nieuwste (korte) roman maakt de Amerikaanse auteur Don DeLillo (1936) zich een voorstelling van hoe het zou zijn als de ‘wereldmachine’ zou stilvallen. Een emeritus hoogleraar natuurkunde, haar partner en een van haar oud-studenten zitten in een appartement in Manhattan klaar voor de Super Bowl Sunday 2022. Er staan nog twee stoelen klaar voor een bevriend echtpaar, dat die dag overvliegt uit Parijs. Op het moment dat de wedstrijd van start moet gaan, springt het televisiescherm (en alle andere schermen) op zwart. De drie denken aan een tijdelijke storing, maar naarmate de stilte aanhoudt, dringt de ernst van de situatie tot hen door. Later die avond arriveert het echtpaar, dat een noodlanding heeft overleefd en een beklemmende tocht heeft gemaakt door nachtelijk New York. In het donkere appartement voeren de vijf een gesprek waarin gevoelens van angst en bezorgdheid aan de oppervlakte komen. DeLillo (bekend van zijn magnum opus 'Onderwereld' uit 1997) schetst ons een gevreesd toekomstscenario. Een confronterend verhaal en eersterangs literatuur.
Rob Schouten
ru/eb/13 f
Don DeLillo (1936) behoort ongetwijfeld tot de grote Amerikaanse schrijvers maar hij is wel een geval apart. Schreven de toonaangevende Amerikaanse auteurs van na de oorlog, Saul Bellow, John Updike en Philip Roth (inmiddels allemaal dood) in de eerste plaats over de Amerikaanse mens, in de stad of op het platteland, over zijn psychologie en zijn dromen, Don DeLillo schrijft over het technologisch universum, over een wereld waarin de persoonlijkheid van de mens juist wordt beproefd, misschien wel uitgevaagd. Zijn jongste roman De stilte eindigt met de zin "De wereld is alles, het individu is niks. Begrijpen we dat allemaal?" Waarna er nog een laatste personage naar een zwart scherm zit te kijken.
DeLillo's romans hebben vaak iets apocalyptisch, mensen zitten opgesloten, zijn ergens gestrand en moeten hun nieuwe, benarde situatie onder ogen zien. In De stilte crasht een vliegtuig met Jim en Tessa erin, ze overleven en haasten zich naar hun vrienden Max, Diana en Martin, bij wie door een of ander technisch mankement alle schermen op zwart staan, net als in de rest van de stad. Een wereld die op het punt staat onder te gaan, of is het iets anders? Martin, een Einstein-adept oppert dat onze wereld, die van vlees en bloed, misschien maar relatief is en dat ze op het punt staat te veranderen: "Stel dat we niet zijn wat we denken te zijn? Stel dat de wereld die we kennen helemaal opnieuw wordt geordend terwijl we staan toe te kijken of zitten te praten?"
DeLillo schrijft niet over de mens met zijn eigenaardigheden en zwakheden maar over zijn duizelingwekkende gedachten, niet over zijn plaats op aarde maar zijn plaats in de kosmos.
Zijn verhalen zijn uitgeloogd, kaal, ontheemd; gevoelens, verlangens, religie en seks zijn er als het ware mechanische automatismen. Mensen lijken elkaar te kennen maar weten in de tussentijd niets van elkaar. Je kunt het al met al moeilijk aangename leesstof noemen, maar onveranderd appeleren zijn boeken ook aan diepe vragen over ons bestaan.
In De stilte betreden we de onthutste wereld van vijf androïden, die ongemerkt geregeerd worden door cyberaanvallen, biologische agressie, quantumdominantie, de terreur van drones. DeLillo schildert die wereld af als een nabije toekomst, ergens valt het jaar 2022, maar je voelt dat ze er nu al is. Je ziet het in grote menigten, van mensen nieuwsgierig om zich heen kijkend: "ze escorteren elkaar allemaal door de massale slapeloosheid van deze onbevattelijke tijd".
Anders dan de min of meer gezellige, herkenbare werelden van de Amerikaanse realisten, is die in DeLillo's boeken koel, illusieloos. Een van de opmerkelijkste eigenschappen van zijn romans is dat ze zo kort zijn, De stilte reikt met een grote bladspiegel nauwelijks tot aan de 125 pagina's. Dat komt omdat DeLillo alleen het essentiële beschrijft.
En de essentie in De stilte is dat het technologisch universum niet langer functioneert, en de mens, deelnemer en slachtoffer, moet zich opnieuw zien uit te vinden.
Maar het soortelijk gewicht in deze romans is enorm, ze confronteren je, zonder opsmuk of symboliek, met de soms ijzingwekkende raadsels van ons bestaan, niet als een onheilsprofeet maar als een koel registrator van universele, en tenslotte toch typisch menselijke twijfels.
Jan Fastenau. Ambo Anthos; 126 blz. € 16,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.