Diary of a young naturalist
Dara McAnulty
Dara McAnulty (Auteur), Annemie De Vries (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Balans, © 2021 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : Kast 15 MCAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Balans, © 2021 |
YOUNG ADULT : MCAN |
Dirk Leyman
il/pr/03 a
'Uw zoon zal nooit een opstel kunnen schrijven of zelfs een alinea in elkaar kunnen draaien', kregen de ouders van de Noord-Ierse jongen Dara McAnulty te horen. Wedden dat de leraar die deze botte woorden uitsprak zich nu voor de kop slaat?
Gelukkig liet McAnulty zich niet van de wijs brengen, ondanks het gehos van school naar school. Op zijn veertiende begon hij te bloggen over zijn leefwereld en zijn verwoede hang naar de natuur. De aanmoedigingen stroomden binnen. McAnulty startte een dagboek waarin hij de wonderlijke gang van de seizoenen nauwlettend registreerde, kickend op rode wouwen, kiekendieven, pinksterbloemen, heremietkreeftjes en sneeuwhazen. En hij had oog voor de tanende biodiversiteit.
'Mijn stem borrelt op als een vulkaan en terwijl ik schrijf kunnen al mijn frustraties en hartstochten zomaar uitbarsten, de wereld in', noteert hij. Zijn Dagboek van een natuurjongen, dat in mei 2020 in het Engels verscheen, werd in het Verenigd Koninkrijk meteen omarmd. McAnulty verzamelde een rist prijzen, waaronder de fameuze Wainwright Prize voor beste natuurboek én schouderklopjes van de beroemde wandelschrijver Robert MacFarlane. Nu volgen de vertalingen zich in hoog tempo op.
McAnulty is een soort Greta Thunberg zonder staartjes. Een tikje punky met zijn T-shirt van de rockband The Undertones en zo'n nerdy dikglazig brilletje. Als hij mag kiezen, stapt hij liever in de wijde natuur rond dan in klimaatmarsen. Maar zijn bekommernis voor de toestand van onze flora en fauna is even oprecht en Thunberg beschouwt hij als een partner in crime. Zelf is hij als 'autistic naturalist' en ambassadeur van de Dierenbeschermingsorganisatie en het Jane Goodall Institute een stem met weerklank. Hij mag bij ministers op de koffie en twittert er lustig op los. 'Ik heb het hart van een natuuronderzoeker, het hoofd van een aankomend wetenschapper en de botten van iemand die nu al moe is van de apathie tegenover de afbraak van de natuurlijke wereld', zo stelt McAnulty zichzelf voor.
geen Wortels van baksteen
Hoe is dat zo gekomen? McAnulty is geboren in verhuislustig gezin. In dit boek gaat het van County Fermanagh in het westen richting County Down in het zuidoosten, met de Noord-Ierse Mourne Mountains als favoriete wandelterrein. 'Sommige mensen denken dat wortels van baksteen en specie zijn, maar de onze spreiden zich uit als myceliumnetwerken, verbonden met de bron van een samen geleefd leven, zodat wij geworteld blijven, waar we ook heen gaan.' Met uitzondering van de vader, een marien bioloog, en 'winderige windhond' Rosie, heeft elk gezinslid autisme, zijn moeder, zijn broer Lorcan en zijn zusje Bláthnaid. Maar McAnulty is opgevoed met idealisme en veel toewijding. En dat suddert door.
Pakkende natuurbeschrijvingen over het klik-klakken van een roodborsttapuit of het gedartel van de sint-jansvlinder wisselt hij af met het relaas van dat eeuwige 'ruziemaken in mijn hoofd'. Ook zijn angsten gaat hij niet uit de weg. 'Het angstleger rukt op, maar mijn verdediging laat me in de steek.' Op school voelt hij zich vaak 'een gekooid, wild schepsel', getart door verveling. Maar in het buitenleven fleurt hij op, beleeft hij alles ongemeen intens. McAnulty wil 'van de daken schreeuwen' hoe we zoveel meer kunnen doen voor dier, natuur en klimaat. We lezen hoe hij activist wordt, maar ook hoe hij hartkloppingen krijgt door te obsessief met Twitter bezig te zijn.
McAnulty's relaas verbleekt niet bij veel 'volwassen' natuurboeken. Goed, hij bezondigt zich soms aan springerige, nerveuze zinnen of laat weleens losse eindjes bungelen. Had een strengere redacteur soelaas gebracht? Blijkbaar sleutelde het hele gezin mee aan de eindversie. Echt storen doet die lichtjes geëxalteerde toon niet. Omdat McAnulty vervolgens weer nuchter het scalpel in zichzelf zet. Zijn spontaneïteit imponeert, de kijklust, de ongedwongen manier waarop hij zijn twijfelende puber-ik gadeslaat. McAnulty is ontwapenend en authentiek. Hij bewondert Nobelprijswinnaar Seamus Heaney en denkt: 'Ik ben een niemand.' Even later bulkt hij weer van het zelfvertrouwen en geeft hij een donderende speech op een People's Walk for Wildlife. Dara McAnulty: knoop die naam maar goed in de oren.
Balans, 272 p., 22,99 euro. Vertaling Annemie de Vries.
Kathy Mathys
rt/aa/20 m
Dara is Iers voor eik. De moeder van Dara McAnulty kon geen betere naam hebben gekozen voor haar oudste zoon, een jongen die zich van kindsbeen af liet kennen als een echte natuurvorser. De McAnulty's zijn natuurgek. Een eekhoorn in hun verwilderde tuin laat een siddering van vreugde door het vijfkoppige gezin gaan; in de bramentijd klinken de versregels van Seamus Heaney door het huis:
Als stroperige wijn: zomers bloed daarbinnen
Gaf vlekken op je tong en zin om te
Plukken
Behalve de vader heeft iedereen in het gezin autisme. Voor McAnulty vormt elke schooldag een mijnenveld. Hij wordt gepest omdat hij 'rare' dingen doet, zoals vogelveren uitdelen bij wijze van geschenk. De jongen levert ook een innerlijke strijd. Het kost hem alle moeite om prikkels te verwerken. Het gegil en geschreeuw van schoolkinderen vormt een aanslag op zijn zenuwstelsel. 'Altijd proberen de nerveuze spanning te bedwingen. Mezelf bij elkaar te houden', schrijft hij. Autisme heeft ook voordelen: deze dagboekschrijver beleeft de natuur veel intenser, alle beelden, geluiden en geuren.
Bijna mystiek
McAnulty schrijft over bezoeken aan natuurreservaten, over de zoektocht naar haviken en het geduldig wachten op de komst van de kiekendief. Op school kreeg hij te horen dat hij nooit een deftige alinea op papier zou krijgen. Met dit dagboek toont hij zich als een echte schrijver. Nu eens bevlogen, dan weer poëtisch, bijna mystiek, vat hij zijn natuurervaringen in taal. Zijn observatievermogen en detailzucht imponeren: 'De vink zet zijn perzikblozende borst uit.'
Hij vermengt wetenschappelijke kennis met de vele legendes die het Ierse landschap omringen. Toch zijn het de zintuiglijke beschrijvingen die het meest nazinderen. Minder sterk is de samenhang van de tekst. De schrijver maakt niet elke gedachtegang af, al heeft dat ook iets naturels: het laat ons zien hoe de gedachten door zijn hoofd razen.
Gaandeweg ontpopt McAnulty zich tot activist. Op zijn nieuwe school vindt hij voor het eerst aansluiting bij leeftijdgenoten en richt hij een ecogroep op. Greta Thunberg en hij volgen elkaar op de sociale media. McAnulty worstelt met de invulling van dat activisme, is ontgoocheld wanneer de minister van Milieu na een plichtmatige speech meteen vertrekt. Misschien, zo meent de schrijver van dit moedige boek, is het doeltreffender om op lokaal niveau dingen te veranderen. Op zijn somberste momenten vraagt hij zich af of het wel zin heeft om zijn liefde voor de natuur te bezingen. Daarop kan deze lezer alvast bevestigend antwoorden: elke letter in dit boek is voor mij een aansporing om nog beter te kijken en te koesteren.
Balans, 272 blz., 22,99 € (e-boek 11,99 €).
Yolanda Entius
i /un/22 j
*****
Dagboeken schrijf je altijd voor een ander, betoogde de onvolprezen Patricia De Martelaere ooit, ook als ze geheim zijn. Het geheime dagboek dat slordig werd verstopt, vraagt erom gevonden én gelezen te worden. Door die ex, bijvoorbeeld, die na lezing ervan tot inzicht komt en terugkeert bij de geliefde die zo bruut verlaten werd. Ook de dagboekschrijver die niet de stiekeme hoop heeft nu of in de toekomst gelezen en begrepen te worden, schrijft voor of aan een imaginaire lezer. Je toekomstige ik, bijvoorbeeld. Het puberdagboek roept niet alleen: ‘Zo bén ik’, maar ook: ‘Zo wás ik, laat ik dat niet vergeten.’ ‘Dagboek van een natuurjongen’ van Dara McAnulty is een puberdagboek – hij is 14 wanneer hij het bijhoudt – en toch ook niet. De Noord-Ierse jongen is geen gewone puber. Hij is een hoogbegaafde autist die tot rust en leven komt in de natuur, hét medicijn tegen een overactief brein. Hij wordt geplaagd door angsten en gepest op school, maar in het weekend trekken hij en zijn familie naar plekken die ze tot hun eigen speeltuin rekenen. Zo spot hij in het Big Dog Forest klein hoefblad, ‘explosies van zon uit de opengebarsten grond’ waar de veldhommels zich begerig aan tegoed doen. Het zijn de eerste stuifmeelplanten, weet hij, en ongelofelijk belangrijk voor de biodiversiteit. Hij kan zichzelf
zijn tussen de planten en de dieren, een berg op rennen, op de grond gaan liggen als hij wil, een pissebed op zijn huid voelen kriebelen. Heerlijk vindt hij dat. Als hij geluk heeft, zijn er blauwe kiekendieven, of hij kan vanaf de heuveltop de eerste wilde zwanen op het meer zien dobberen. En zien is ook echt zien, zó goed kijken dat hij er achteraf over kan schrijven, alsof hij door te schrijven beseft wat hij heeft gezien. Zijn binnenste ontploft als hij op zijn kamer terugdenkt aan die wolk van zweefvliegen boven de lisdodden, en hij koestert de woorden die hem in staat stellen het allemaal nog een keer te voelen. Verbinding, daar gaat het Dara McAnulty om, niet alleen met de wereld en de natuur, maar ook met het verleden zoals dat spreekt uit volksverhalen
en folklore. Zijn zintuiglijke ervaringen en boeken van schrijvers als Homerus, Oscar Wilde, Edward Thomas en Seamus Heaney – hij heeft ze allemaal gelezen – helpen hem een brug te slaan naar die ene gevaarlijke diersoort waar McAnulty het zo lastig mee heeft: de mens. Het hele gezin is trouwens autistisch, ‘behalve pap: hij is het buitenbeentje’. Van jongs af aan heeft hij geleerd om te gaan met zijn gebreken en te genieten van zijn vermogen één te zijn met de natuur. Een zeehond zou hij willen zijn. ‘Niet alleen kunnen ze van zonsopkomst tot zonsondergang op de rotsen liggen, ze hoeven ook maar één grote beweging te maken om zich in de donkere diepte te storten, op zoek naar voedsel.’ Maar Dara McAnulty is een mens, eentje met een missie zelfs: ‘tegen andere mensen praten, interactie hebben’, om de wereld te redden. McAnulty schrijft dit natuurdagboek niet louter voor zichzelf, maar voor een groot publiek, dat moet voorkomen dat soorten uitsterven en de aarde nog verder opwarmt. En juist daarin zit ook het puberale van zijn schrijven. In de herfst van dit dagboek, dat een jaar beslaat, begint hij zich af te vragen of hij wel de juiste keuzes maakt. Moet hij naar school gaan, studeren, vogels ringen en kennis vergaren, of spijbelen en staken, zoals Greta Thunberg doet? Het is die hartstochtelijke ambitie en die vertwijfeling, en zelfs dat vleugje jaloezie, die van McAnulty een gewone puber maken. Eentje die de schaduw zoekt en steeds meer in het licht komt te staan. Een jongen die gedichten schrijft met zinnen als: ‘Groei om de groei, het moet ophouden / Zal mijn generatie het recht zien / Opkomen?’ Daar is geen woord autisme bij.
Vanne
Een jaar lang schrijft de 15-jarige Dara uit Ierland in de ik-vorm over zijn liefde voor de natuur. Van herinneringen aan plaatsen waar hij met zijn ouders naartoe geweest is, tot dieren die een indruk op hem hebben achtergelaten. Zijn betrokkenheid als ambassadeur bij een campagne voor jongeren en hoe hij dat ervaart als autistische jongen. Over emoties, gevoelens, liefde voor dier en plant en over zijn moeite met verhuizen en dromen voor de toekomst. Dagboek van een natuurliefhebber opgedeeld in de vier seizoenen die voorafgegaan worden door een paginagrote zwart-witfoto. Dara verwijst naar bekende mythologie vanuit Ierland, bijna-vergeten heiligen en heeft quotes die indruk op hem gemaakt hebben opgeschreven. Met vooraf een voorwoord die alles in perspectief plaatst en achterin een woordenlijst en een nawoord. Vertaling van 'Diary of a young naturalist'*. Dara is de jongste auteur ooit genomineerd voor de Wainwright Prize en winnaar van de UK Nature Writing 2020. Ook werd hij geprezen door de premier van de UK in 2018 in 'Points of Light' en kreeg hij o.a. in 2019 de RSPB Medal for Conservation onderscheiding. Winnaar British Book Awards Non-Fiction 2021. Voor jongeren en volwassenen.
Yolanda Entius
i /un/12 j
Dagboeken schrijf je altijd voor een ander betoogde de onvolprezen Patricia De Martelaere ooit, ook als ze geheim zijn. Het geheime dagboek dat slordig werd verstopt vráágt erom gevonden te worden én gelezen. Door die ex bijvoorbeeld die na lezing ervan tot inzicht komt en terugkeert bij de geliefde die zo bruut verlaten werd. Ook de dagboekschrijver die niet de stiekeme hoop heeft nu of in de toekomst gelezen en begrepen te worden, schrijft voor of aan een imaginaire lezer. Je toekomstige ik bijvoorbeeld. Het puberdagboek roept niet alleen zo bén ik, maar ook - nu al - zo wás ik, laat ik dat niet vergeten, want dit ben ik echt. Dagboek van een natuurjongen van Dara McAnulty is een puberdagboek - veertien is McAnulty als hij dit bijhoudt - en toch ook niet.
Hoogbegaafde autist
De Noord-Ierse McAnulty is dan ook geen gewone puber. Hij is een hoogbegaafde autist die 'gevangen in suburbia' tot rust en leven komt in de natuur - hét medicijn tegen een overactief brein. Hij wordt geplaagd door angsten, op school werd hij gepest, maar in het weekend trekken hij en zijn familie naar plekken die ze tot hun eigen 'speeltuin' rekenen. Zo spot hij in het Big Dog Forest klein hoefblad, 'explosies van zon uit de opengebarsten grond' waar de veldhommels zich begerig aan tegoed doen. Het zijn de eerste stuifmeelplanten, weet hij, en ongelooflijk belangrijk voor de biodiversiteit; iedereen zou een stukje in de tuin moeten laten verwilderen voor dit soort planten. Hij kan zichzelf zijn tussen de planten en de dieren, een berg op rennen, op de grond gaan liggen als hij wil, een pissebed op zijn huid voelen kriebelen. Heerlijk vind hij dat. 'Niet eens vanwege het contact dat ik dan voel, maar om de nieuwsgierigheid die het bevredigt.'
Als hij geluk heeft zijn er blauwe kiekendieven of hij kan, vanaf de heuveltop, de eerste wilde zwanen op het meer zien dobberen. En zien is ook echt zien, zó goed kijken dat hij er nadien over kan schrijven, of door te schrijven beseft wat hij heeft gezien. Zo creëert hij, ook als de natuur afwezig is, door middel van de taal verbinding met de wereld om hem heen. Zijn binnenste ontploft als hij op zijn kamer terugdenkt aan die wolk van zweefvliegen boven de lisdodden, en hij koestert de woorden die hem in staat stellen het allemaal nog een keer te voelen.
Verbinding, daar gaat het McAnulty om, niet alleen met de wereld, de natuur, maar ook met het verleden zoals dat spreekt uit volksverhalen en folklore die, zo begrijpt hij, door het vreemde en ontheemde zijn geïnspireerd. Zijn diep doorvoelde, zintuiglijke, ervaringen en schrijvers als Homerus, Oscar Wilde, Edward Thomas en Seamus Heaney - hij heeft ze allemaal gelezen - helpen hem een brug te slaan naar die ene gevaarlijke diersoort waar McAnulty het zo zwaar mee heeft: de mens. Het hele gezin trouwens worstelt ermee. Ze zijn allemaal autistisch, 'behalve pap: hij is het buitenbeentje'.
Het is die sterke band met zijn familie, 'hecht als otters', waar McAnulty kracht uit put én kennis, ook over zichzelf. Van jongs af aan heeft hij geleerd om om te gaan met zijn gebreken en te genieten van zijn zintuiglijk vermogen één te zijn met de natuur. Een zeehond zou hij willen zijn. 'Niet alleen kunnen ze van zonsopkomst tot zonsondergang op de rotsen liggen, ze hoeven ook maar één grote beweging te maken om zich in de donkere diepte te storten op zoek naar voedsel.' Maar McAnulty is een mens, eentje met een missie zelfs. Een persoonlijke missie: 'tegen andere mensen praten, interactie hebben' al was het maar om ook aan zijn maatschappelijke missie, de wereld redden, gehoor te geven. Nee, McAnulty schrijft dit natuurdagboek niet louter voor zichzelf, maar voor een publiek, een groot publiek zelfs dat moet voorkomen dat soorten uitsterven en de aarde nog verder opwarmt. En juist daarin zit ook het puberale van zijn schrijven.
Gewone puber
In de herfst van dit dagboek dat een jaar beslaat, van de lente tot en met de volgende lente, waarin hij vijftien wordt, begint hij zich af te vragen of hij wel de juiste keuzes maakt. Moet hij naar school gaan, studeren, vogels ringen, kennis vergaren, of juist spijbelen en staken, zoals Greta Thunberg doet? Het is die hartstochtelijke ambitie en die vertwijfeling, en zelfs dat vleugje jaloezie dat ik ten aanzien van Thunberg bespeurde, die van McAnulty een gewone puber maken. Zo eentje die de schaduw zoekt en steeds meer in het licht komt te staan. Een jongen die gedichten schrijft met zinnen als: 'Groei om de groei, het moet ophouden./ Zal mijn generatie het recht zien / Opkomen?'
Daar is geen woord autisme bij.
Vert. Annemie de Vries. Balans; 256 blz. € 22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.