De plantrekkers : roman
Heleen Debruyne
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DEBR |
3 items aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DEBR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DEBR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DEBR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DEBR |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
De Bezige Bij, 2021 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : 8° - GEWONE FORMATEN DEBR |
Casper Luckerhof
em/ov/06 n
Je zou kunnen zeggen dat het genre van de autobiografie een ondergeschoven kindje is in de Nederlandse literatuur. Niet dat schrijvers niet graag over zichzelf schrijven, integendeel. Maar let maar eens op in de boekhandel: hoe persoonlijk een boek ook is, bijna altijd staat er wel ergens 'roman' op het omslag, alsof het anders geen volwaardig literair boek zou kunnen zijn.
In de Verenigde Staten gaat het er anders aan toe. Het persoonlijke verhaal, het 'literaire memoir', is daar heilig. Het aantal boeken binnen het genre groeide explosief na de publicatie van The Liars' Club in 1995, waarmee schrijver Mary Karr haar rauwe Texaanse familie nietsontziend (maar ook met humor) op de pijnbank legde. Het was vooral de scenische vertelstijl die vernieuwend was: The Liars' Club was uitdrukkelijk geen roman, maar wel onmiskenbaar literatuur.
Dat geldt ook voor De huisvriend, een memoir waarin de Vlaamse schrijver Heleen Debruyne (1988) graaft in haar familieverleden. Al vanaf de eerste pagina's - waarop Debruyne in een tuinhuisje hevig schudt met een roestvrijstalen urn met daarin de resten van haar grootmoeder en zich afvraagt of ze iets hoort rammelen - is het duidelijk dat het om een bijzondere auteur gaat: hier schrijft iemand die niet bang is. En die ook nog eens erg grappig is.
In het boek is Debruyne zwanger. Nieuw leven komt eraan en dat dwingt haar een kritische blik te werpen op waar ze vandaan komt. Aan de hand van brieven en dagboeken reconstrueert ze de welvarende maar burgerlijke wereld van haar grootouders in het katholieke West-Vlaanderen, waar alles draaide om schone schijn. Grootvader was een kamergeleerde die de hele dag werkte aan stroperige boeken over de lokale geschiedenis van Roeselare. Grootmoeder probeerde de aantekeningen van haar man nog tot een enigszins leesbare tekst om te vormen en chauffeerde hem vervolgens rond naar lezingen. Hij was geen goede spreker, maar dat deed er niet toe, want 'zij was erin geslaagd iedereen te doen geloven dat dat nu net het ultieme bewijs van intelligentie was'.
De grootouders wisten een luxe leven te leiden doordat ze werden bijgestaan door een rijke vriend, Albert, ook wel bekend als 'de huisvriend'. Deze excentriekeling met een hoed en zilveren wandelstok betaalde hun dure diners, hotels en reizen naar de grote Europese steden. Er was alleen wel een catch: in ruil voor de geschonken welvaart stond grootmoeder toe dat Albert de vader van Debruyne, de jonge Koen, geregeld meenam naar zijn slaapkamer. 'Koud en cynisch is het', schrijft Debruyne, 'het voelt eerder als een huiveringwekkend sprookje dan als een deel van mijn familiegeschiedenis.'
Wat bezielde grootmoeder, 'een intelligente huisvrouw', in te stemmen met deze deal? Dat is de vraag die Debruyne bezighoudt. 'Voor ik zelf een kind krijg moet ik haar begrijpen. Ergens in haar leven schuilt een les over het moederschap.'
Voor haar zoektocht trekt Debruyne alle registers open. Ze wisselt kleurrijke beschrijvingen van haar familie af met essayistische uitweidingen over feminisme, ouderschap en seksualiteit. Zo is het boek ook een portret van een tijd: 'De seksuele bevrijding van de jaren zestig was voor welgestelde vrijdenkers en bohemientypes in de grote steden. De rest van Vlaanderen bleef fantasieloos neuken.'
De kracht van Debruyne is dat ze de lezer nergens uit het oog verliest: ze lepelt nooit droog informatie op, maar werkt soepel van scène naar scène. Haar proza kenmerkt zich bovendien door een aanstekelijke, spottende toon. Zie bijvoorbeeld hoe ze in enkele pennestreken een familielid introduceert:
'Mijn moeder had een nonkel Jef, zo eens per maand hoorde ik haar uitroepen dat we echt dringend op bezoek moesten bij nonkel Jef, hij was al zo oud, hij moest mij nog ontmoeten voor hij de pijp uitging. Later, het was nu zo druk. Zo ging het jaren door, tot ik het lichaam van nonkel Jef uiteindelijk ontmoette op zijn begrafenis.'
Toegegeven: je zou ook kritiek kunnen hebben op De huisvriend. De passages die Debruyne uit het dagboek van haar grootvader citeert zijn slaapverwekkend. Who cares? De vertelkracht van deze Vlaamse auteur is zo groot dat je het boek desondanks in een ruk uitleest. De huisvriend is literaire non-fictie, nee, een literair memoir (!) van het hoogste niveau.
*****
De Bezige Bij; 208 pagina's; € 21,99.
D.E. Heerens
Het is eind jaren zestig. De hele wereld is in beweging en er verandert veel, maar in het katholieke West-Vlaanderen blijft het meeste bij het oude. Dat geldt ook voor het gezin van de vrouwelijke hoofdpersoon en van buiten lijkt het misschien een goed, luxe leven, maar niet alles is goud wat er blinkt, want er is sprake van onuitspreekbare, destructieve verlangens. Als de hoofdpersoon in haar familiegeschiedenis op zoek gaat naar antwoorden op bepaalde vragen, ondervindt ze dat oude geheimen nog steeds hun uitwerking hebben. Dit verhaal is geïnspireerd op brieven en dagboeken van de grootouders van de auteur. Die zetten haar namelijk aan tot een verkenning van moederschap, liefde en intimiteit en dat zijn de thema’s die je in dit verhaal terugvindt. De auteur heeft duidelijk gevoel voor schrijven; ze weet dingen soms heel trefzeker op papier te zetten. Maar het verhaal an sich… je moet er wel van houden. Het is hier en daar best wel expliciet en dat zal niet iedere lezer kunnen waarderen, en dat geldt ook voor de spot waarmee over bepaalde zaken wordt gesproken. De auteur studeerde geschiedenis en journalistiek en werkt bij de radio. Eerder publiceerde ze de roman 'De plantrekkers' en was ze medeauteur van het boek 'Vuile lakens : een hedendaagse visie op seksualiteit' (2017).
Lieke Kézér
em/ec/11 d
De grootmoeder van Heleen Debruyne is al drie jaar dood, maar heeft nooit een uitvaart gekregen. De urn met haar as - het goedkoopste model - staat tussen de verfblikken en onkruidverdelger in het tuinhuisje van haar ouders. Waarom ze daar staat, wil Debruynes geliefde weten. Debruyne, rammelend met de urn: 'Volgens mijn moeder staat ze daar voor straf'.
Debruyne (1988) groeide op in het West-Vlaamse Roeselare, omgeven door een gevoel van onbehagen, van duisternis. Op haar twaalfde wilde ze al ontsnappen, al wist ze niet precies waaraan. Er zat een lijk in de kast waar niemand over sprak. 'In mijn familie wordt de rauwe werkelijkheid vermeden', schrijft ze in De huisvriend, en hoe brokken en beetjes van de lugubere waarheid langzaam haar kant opkwamen.
Terwijl haar zwangere vriendinnen panikeren over zaken als klimaatverandering, muterende virussen en institutioneel racisme, is Debruyne - ook in verwachting - bang voor een erfzonde, voor een aangeboren wreedheid. Wat als zij op grootmoeder Trees lijkt? De moeder van haar vader die in het verleden een wel heel akelige deal sloot met de excentrieke huisvriend Albert?
'Voor ik zelf een kind krijg moet ik haar begrijpen. Ergens in haar leven schuilt een les over het moederschap', aldus Debruyne in dit sterke memoir waarvoor ze in de inktzwarte krochten van haar familiegeschiedenis afdaalde. Het zijn de jaren zestig, vrouwenbladen raadden een 'kleine werkkeuken' aan. Het bereiden van eten moest voor de hardwerkende man onzichtbaar blijven, zijn maaltje diende feestelijk te worden geserveerd in de eetkamer. 'Een tafel in de keuken was te gemakkelijk en kweekte luie moeders.' Een tijd van grote benepenheid dus, maar ook van feministisch rumoer.
Trees is getrouwd met een nogal slap sujet, een schuinsmarcheerder bovendien. Geld heeft hij ook al niet, maar daar komt de rijke huisvriend in het spel. Hij betaalt voor alle met zware botersauzen overgoten etentjes, voor de hotels, de reisjes, de villa. Grootmoeder was een vrouw die de barricades niet op hoefde, schrijft Debruyne, zij had het patriarchaat naar haar hand gezet: 'Bijna kan ik haar bewonderen om zoveel handigheid. Maar dan zie ik mijn vader voor me, enig kind aan een rijkelijk gedekte tafel met volwassenen, en daarna in het donzige hotelbed naast Bertie, en denk ik aan wat Vonne zei: "Andere moeders lieten hun kind niet alleen bij Albert".'
ONTHULLEN WAT STINKT
Want dat is de deal die Debruynes grootmoeder met de huisvriend sloot: zij de weelde, hij naar believen haar enige kind.
Ook dat wat stinkt, wat lelijk is, dat wat het daglicht amper kan verdragen onthullen; de schrijver van een memoir is niets zonder een bepaalde mate van meedogenloosheid. En nietsontziend, dát is Debruyne. Zo openbaart ze een flink aantal fragmenten uit de dagboeken van haar grootvader, een pathetisch figuur die zijn zoontje ernstig verwaarloosde, wegkijkend van het misbruik.
Wat De huisvriend vooral tot een voortreffelijk memoir maakt, is de open blik waarmee ze haar historie, haar familie bekijkt. Mild is ze niet, maar ze plaatst de gebeurtenissen wel in een context, in een tijd, rekening houdend met de aldoor veranderende seksuele moraal. Ja, dat wat haar grootmoeder deed, was weerzinwekkend en onvergeeflijk, maar Trees was ook een intelligente huisvrouw die hopeloos verstrikt zat in haar huwelijk en in de normen van haar tijd, wier ambities bleven plakken op de vette keukenvloer.
'Eindeloze lege dagen, uren en minuten die ze even kon vullen met kopen, drinken en dansen maar die elkaar onverbiddelijk bleven opvolgen, steeds even leeg. Was het anders geweest in andere omstandigheden? In een idyllisch huwelijk, in andere tijden, op een andere plek, na een betere bevalling?'
OORDEEL UITSTELLEN
In Vuile lakens. Een hedendaagse visie op seksualiteit, Debruynes in 2016 verschenen essaybundel, concludeert ze samen met historica Anaïs van Ertvelde dat seksuele vrijheid een illusie is. Ook in De huisvriend slaat Debruyne vele essayistische zijpaden in met gedachtes over seksualiteit, over feminisme, het moederschap, over hoe mannen en vrouwen zich tot elkaar verhouden. Goed doorwrochte passages zijn dat, waarin Debruyne de nuance niet schuwt.
Die nuance zit soms ook in de weg, bekent ze moedig. Ze slaagt er niet in haar familiegeschiedenis te omvatten, ermee af te rekenen. Steeds beschijnt weer een ander licht de zaak, een nieuw excuus om een oordeel uit te stellen. Zelfs voor de huisvriend toont ze mededogen: 'Stel je voor: je hebt seksuele verlangens maar je mag die niet, nooit, in praktijk brengen. Dat is een straf, het is deerniswekkend.' Dan grijpt haar lief in: 'Allemaal waar, uitstekende verzachtende omstandigheden. Maar een kind heeft jarenlang met een pedofiel samengeleefd. Iemand draagt daar verantwoordelijkheid voor.'
De Bezige Bij; 208 blz. €21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.