Een slagerszoon met een brilletje
Tom Lanoye
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 LANO |
2 items aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 LANO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LANO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LANO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LANO |
Marc Reynebeau
rt/aa/26 m
Tom Lanoye doet niet veel moeite om het hoofdpersonage van zijn nieuwe roman De draaischijf als erg sympathiek te presenteren. Al in de eerste zinnen verschijnt hij als een arrogante ijdeltuit, een verwaande diva van de kunst. Hij beschrijft in die prelude zijn eigen begrafenis op het ereperk van het Antwerpse Schoonselhof, tussen de 'andere beroemde doden'. Dat is wat ijdeltuiten willen: toekijken op hun eigen begrafenis, als voorsmaakje op de eeuwige onvergankelijkheid die ze nastreven. Tot blijkt dat de Antwerpse beau monde, mooie jonge vrouwen inbegrepen, toch niet naar het evenement was afgezakt, maar dat de opkomst beperkt bleef tot 'twee knekelknechten en een controlerende pennenlikker'. Maar ondertussen heeft de verteller toch beschreven hoe hij zich zijn nagedachtenis voorstelt. Zelf verzonnen is half gewonnen.
In die gedroomde versie van de begrafenis trekt 'een verloren gevlogen straaljager' een condensstreep door de strakblauwe lucht. Passeerde daar die Sovjetse MiG-23 zonder piloot die wat later in Bellegem zou neerstorten en waarover Lanoye de novelle Heldere hemel (2012) schreef? Een beetje regisseur brengt dat wel samen. De aflijvige is ervan behept, van regisseren, controleren, ensceneren, om wat alleen in de geest bestaat, in de artistieke verbeelding, tot leven te laten komen op een scène, een draaischijf, zonder zich wat te hoeven aantrekken van het werkelijkheidsgehalte ervan. Dat is de artistieke almacht van zowel de regisseur als de schrijver.
Maar het incident in Bellegem dateert van 1989; terwijl Joris Diels pas in 1992 stierf en begraven werd. Want Diels, regisseur en in de Tweede Wereldoorlog directeur van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS) in Antwerpen, stond model voor die bijna vijfhonderd bladzijden voort taterende ik-verteller Alex Desmedt in De draaischijf. Diens Joodse vrouw, de actrice Ida Wasserman, heet in de roman Lea Liebermann, broer Hendrik, dirigent bij de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen, duikt op als Rik. En het boek is opgedragen aan de nagedachtenis van de schilder Lon Landau, decorbouwer in Diels' KNS, die als Joods en communistisch verzetsman de oorlog niet overleefde.
Sympathiek gehoor
De 'echte' Joris Diels mag wel een motto voor de roman leveren, met verzen over hoe de dichter, de kunstenaar, eigenlijk te groots, te weids, misschien wel te goed is voor deze banale wereld die hem toch nooit helemaal zal begrijpen. Praktisch: Diels-Desmedt had, net als broer Rik, na de oorlog wel wat uit te leggen. Tijdens de Duitse bezetting verkeerden beiden in de culturele collaboratie, Hendrik nog enthousiaster dan Joris. Allicht is het geen toeval dat Lanoye hun alter ego een smet in hun naam geeft.
Lanoye wil geweten hebben - hij stelt het in een nawoord - dat zijn Desmedt een 'verzonnen personage' is. Dat maakt De draaischijf niet minder een historische roman. Het verzinnen is waarin een romanschrijver verschilt van een historicus, al zouden ze beiden dezelfde documentatie gebruiken. Een schrijver kan de gaten in de bronnen met verbeelding opvullen. Hoe meer afstand hij neemt van historische modellen, hoe meer de literatuur de overhand kan nemen op het klassieke navertellen, het literaire optutten van historische feiten dat bijvoorbeeld 'geromanceerde' biografieën vaak zo onuitstaanbaar maakt. Want literatuur hoeft door die afstand niet minder plausibel of waarachtig te zijn.
De draaischijf gaat verder dan alleen gaten vullen. De verbeelding herschept hier, met zijn thematisch zwaartepunt in een driekwart eeuw oud verleden, de Tweede Wereldoorlog, een bijzonder moment in de Vlaamse geschiedenis. Ondanks de afstand in de tijd is die geschiedenis nog lang niet uitgeklaard. Dat is niet zozeer in de historiografie zo, wel in de collectieve herinnering of in de fictie die dat historische besef mee had kunnen voeden. Controverses en twijfels over de aard en de betekenis van de grootschalige Vlaams-nationalistische collaboratie woeden door.
Discussies daarover hebben de neiging om het uitzicht op die tijd te vernauwen, ook al omdat apologeten van de collaboratie - vrij uniek in West-Europa - in Vlaanderen lange tijd konden rekenen op een sympathiek gehoor in de politieke en culturele mainstream. Zelfs een verstokte nazi als Cyriel Verschaeve kon straten naar zich vernoemd krijgen.
Die strijd om het eigen gelijk van toen drukte andere thema's uit de oorlogsgeschiedenis weg, in de eerste plaats het verzet, de antipode van de collaboratie, die in de apologie daarvan een negatief imago kreeg. Ook de bredere beleving van de oorlog kwam ermee in de schaduw te staan, over hoe mensen zich in hun dagelijkse bestaan maar te beredderen hadden, of over het geweld en de permanente dreiging die eigen zijn aan oorlog. De draaischijf brengt onder meer in herinnering hoe de pas bevrijde Antwerpse haven met revolutionair nieuwe maar niet al te precieze V1- en V2-bommen werd bestookt, wat vaker wel dan niet tot tragische nevenschade leidde.
zwijgende Foute ouders
Door net een voyant collaborateur als uitgangspunt te nemen, houdt ook De draaischijf de focus op de collaboratie. En zijn ik-verteller behoort tot de ambtelijke en culturele elite, waardoor die geen model kan zijn voor hoe modale Antwerpenaars de oorlog moesten overleven. In de Vlaamse literatuur blijft die focus op de collaboratie de toon zetten, zeker bij de kinderen of kleinkinderen daarvan, die vooral uit zijn op verheldering, verklaring of verantwoording, wat ze van hun ouders of grootouders vrijwel nooit kregen.
Dat was al zo bij een van de vroegste kritische romans over de blijvende ideologische dubbelzinnigheden van de collaboratie, De verwondering (1962) van Hugo Claus. Die koppelde daaraan een monumentale pendant, Het verdriet van België (1983) over hoe de kleine burgerij van Claus' jeugd in een provinciestad dat beleefde. De zoektocht naar inzicht en begrip - want die ouders en grootouders konden toch niet dezelfde monsters zijn als de klassieke nazi - beschreef Erwin Mortier in zijn debuut Marcel (1999) en het vervolg erop, De onbevlekte (2020). Inmiddels had Jeroen Olyslaegers in Wil (2016) een eigen familiegeschiedenis in de collaboratie uitgeschreven en contrasteerde Stefan Hertmans in De opgang (2020) het cynisme van een collaborerende opportunist in Gent met de morele rechtlijnigheid van diens vrouw.
Komaf maken met dat collaboratieverleden is niet eenvoudig. Nog altijd valt veel recht te zetten over de excuses en vergoelijking van de collaboratie na de oorlog: dat ze het deed voor Vlaanderen of dat ze door de Duitsers misleid was, dat ze in alle geval zelf een slachtoffer was, zowel van de geschiedenis als van de repressie. Of, zoals de verteller in De draaischijf beweert, 'van het maatschappelijk theater'. want ook hij kwam na de oorlog in opspraak en moest, al was het maar 'voor de vorm', een ritueel stigma krijgen.
Het is niet toevallig dat Desmedt die rituele veroordeling als theater verwoordt. Want dat is zijn vak, dat is waar hij goed in is, erg goed zelfs. Lanoye laat geen twijfel bestaan over de betekenis van 'zijn' regisseur, zowel Desmedt als Diels, als vernieuwer van het Vlaamse theater. En zo komt het ook dicht bij Lanoye zelf. Niet dat ook hij met zo'n collaborerende (groot)ouder in het reine te komen heeft. Maar theater, drama en enscenering typeren nu eenmaal vanouds Lanoyes werk en het is dankzij theatralisering dat De draaischijf, ondanks zijn omvang, nooit adem te kort heeft. Louter in zijn stijl en door de vlucht van de verbeelding verveelt het boek - een langgerekte, ook theatraal gepresenteerde flashback bij de begrafenis - geen moment.
Net als Diels koos Desmedt ervoor om tijdens de oorlog in de KNS alle artistieke vrijheid te nemen die hij kon grijpen, maar tegelijk accepteerde hij ook de bezetting, met inbegrip van de strikte controle die de nazi's op het cultuurleven uitoefenden, deels om propagandistische redenen, deels ook om zichzelf met een schijn van glorie en diepgang te kunnen omringen. Al leidde dat er ook toe dat voor decorbouwer Landau in de KNS geen plaats meer kon zijn en dat ook Desmedts Joodse vrouw niet langer in Antwerpen haar vak als actrice kon uitoefenen, waarna ze naar Den Haag verhuisden.
De kunst is Desmedts reddingsplank - of liever, zijn excuus. Want deze kunstenaar acht zich dus te weids en te groots voor deze ondankbare wereld. Hij pretendeert door iets hogers te zijn bevangen en hoeft zich niet door futiliteiten te laten afleiden. Het is een waan die hij met veel gelijkmoedigheid etaleert, alsof het de evidentie zelf is. Net in Lanoyes theatrale schriftuur kan die mentaliteit met zoveel verve gestalte krijgen.
De poelepetaat
Zo is Desmedt, in het spoor van zijn broer Rik, lid van de organisatie DeVlag, die van haar uitgesproken nazistische gezindte nooit een geheim heeft gemaakt. Dat kon ook de regisseur niet zijn ontgaan. Maar hij verkiest het niet te zien. Hij redt zich door over DeVlag te beweren dat het 'hoogstaander, invloedrijker en cultureler georiënteerd' was dan de vele andere collaborerende verenigingen - dat is de opportunist in hem. Tegelijk veinst hij niet goed het verschil te kunnen zien tussen al wie daar aan het collaboreren is en wat hen precies van elkaar onderscheidt.
'Geraak er allemaal maar eens wijs uit', zo troost Desmedt zich. Meer nog, hij voert DeVlag-leider Jef Van de Wiele op en meldt over hem, alsof hij niet beter weet, dat die 'Leider (is) van het VNV of de DeVlag of alle twee tegelijk of nog een derde club erbij. Ik was allang de draad kwijt van de samenvoegingen en de overloperij en de na-ijver binnen de wisselende zwarte nomenklatoera's.'
In het residu van deze vertelling ligt het besef dat zo'n ogenschijnlijk verheven houding alleen tot dubbelzinnigheid, hypocrisie en uiteindelijk zelfbedrog leidt. Dat literatuur en theater altijd in een politieke en ideologische context functioneren. En dat kunstenaars zich niet kunnen verheffen boven de verantwoordelijkheid die ze daarin dragen. Daarom gaat De draaischijf over culturele collaboratie: omdat het voor de bij uitstek politieke schrijver Lanoye net zoveel over kunst als over politiek als persoonlijk integriteit moet gaan.
Niet dat het Desmedt tot inzicht of een catharsis leidt. Liever sneert hij over de Antwerpse oorlogsburgemeester Leo Delwaide - hier komt Lanoye in de buurt van Olyslaegers Wil - die hij 'de poelepetaat' noemt. Die had zich zeer meegaand getoond in de Jodenvervolging, maar kon zijn politieke carrière toch voortzetten. Wat Desmedt nog het meest irriteert, is niet het vergeten van dat verleden, wel dat Delwaide, anders dan hijzelf, wel een mooi plekje op het Schoonselhof kreeg.
Prometheus, 477 blz., 25,99 euro.
Marnix Verplancke
rt/aa/23 m
Onder de scène van het Nationale Theater in Den Haag gaat een tweede podium schuil, met in het midden een draaischijf. Een meter of tien is die in doorsnede en nadat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ingehuldigd kon ze niet alleen draaien, maar ook verhoogd of verlaagd worden. Het was een ingenieus stukje theatertechniek dat handenvol geld had gekost, maar daar zat de bezetter niet mee. Het Koninklijke Theater heette toen immers het ‘Deutsches Theater in den Niederlanden’ en wanneer het op het promoten van de Duitse cultuur aankwam, werd er op geen mark gekeken.
In Tom Lanoyes nieuwe roman speelt die draaischijf een belangrijke rol. Het boek vertelt het levensverhaal van de broers Alex en Rik Desmedt en Lea Liebermann, de Nederlands-joodse vrouw van Alex. Lea is actrice, Alex de directeur-generaal van de Antwerpse Koninklijke Theaters en Rik de directeur van de Koninklijke Vlaamse Opera. Tijdens de oorlog staan zij aan de top van het Antwerpse culturele leven en dat maakt hun positie niet altijd even makkelijk. Rik is een volbloed nazi die tijdens de bezetting opvallend veel Wagner programmeert, dirigeert in SS-uniform, maar toch zijn joodse muzikanten de deur niet wil wijzen. Alex is een heel ander type, iemand die voor de kunst gaat en de politieke realiteit geen rol wil geven in zijn leven. Lea ten slotte kan die realiteit niet buiten houden. Daarvoor krijgt ze te vaak scheldbriefjes met ‘Hollandse hoer’, ‘loopse teef’ of ‘joodse matras’ erop. Uiteindelijk moet ze zelfs stoppen met acteren, net zoals Ida Wasserman dat moest doen trouwens, de actrice waarop Lanoye zijn Lea baseerde. En ook aan Alex en Rik liggen reële figuren ten grondslag: de broers Joris en Hendrik Diels. Al vermeldt Lanoye wel dat zijn roman fictie is en dus allesbehalve een weergave van historische feiten.
De draaischijf is een ingenieus in elkaar gevlochten en goed uitgewerkte roman die traag op gang komt maar daarna naar een grandioze finale toewerkt. Beginnen doet het boek met de begrafenis van Alex, die het ietwat te langdradig betreurt dat hij niet net als de Antwerpse grootheden Hendrik Conscience, Paul van Ostaijen en Gerard Walschap op het mooiste stukje van het Schoonselhof terechtkomt, maar tussen het gewone volk wordt begraven omwille van zijn oorlogsverleden. Wat meteen aanleiding is tot een flashback die het grootste deel van het boek uitmaakt. Aanvankelijk lijkt alles rond de twee broers te draaien en lijkt De draaischijf een klassieke WO II-roman waarin het vooral gaat over razzia’s, bombardementen en de Vlaamse Landsleiding bestaande uit de felste collaborateurs die na de bevrijding in Duitsland een Vlaamse regering in ballingschap oprichtten. Maar er is die draaischijf in Den Haag natuurlijk, die ingehuldigd zal worden met een voorstelling van Goethes Faust waarbij Göring en Goebbels aanwezig zullen zijn. Alex en zijn mensen van de Bourla worden ingeschakeld om het theater in te spelen voor de Duitse acteurs. Wanneer Alex merkt dat de draaischijf niet goed werkt, herstelt hij haar en zo ligt hij aan de basis van een van de weinige tastbare gedenktekens van de culturele collaboratie.
De draaischijf gaat over de dunne grens tussen schuld en onschuld, over de vraag waarom de 936 doden van het geallieerde bombardement op Mortsel Oude God minder aandacht krijgen dan de slachtoffers van de Duitse V-1’s en V-2’s, over verraad, wraak en het maken van toneel, maar vooral gaat de roman over Lea, die in Tsjechovs De kersentuin de krachtigste acteerprestatie van haar hele carrière neerzet en een brok getormenteerde ellende wordt. Zij is het die uiteindelijk Alex laat inzien dat zijn apolitieke leven ten dienste van de kunst alleen maar zelfbedrog was.
****
Prometheus, 480 blz., € 25,99.
Redactie
Een lijvige (473 blz.) literaire roman over kunst en collaboratie, lafheid en nietsontziende ambitie in tijden van oorlog. De levens van theaterdirecteur Alex Desmedt, zijn acterende echtgenote Lea en zijn broer Rik, een componist en dirigent, veranderen ingrijpend als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt in Antwerpen. De een probeert zich staande te houden ondanks zware beperkingen, de ander kiest voor collaboratie of kwijnt langzaam weg. Als Alex kort voor de bevrijding een delicate opdracht in Den Haag toegewezen krijgt, waar twee beroemde partijgenoten van Hitler bij aanwezig zullen zijn, belooft de afrekening in de bevrijde thuishaven bijzonder bloedig te worden. ‘De draaischijf’ is in Lanoyes kenmerkende rijke en meeslepende literaire stijl geschreven. Het boek zal een publiek van vooral literaire lezers aanspreken. Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 1958) is een prominente Belgische auteur, acteur, dichter en toneelschrijver. Hij schreef meer dan zestig boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven en won verschillende literaire prijzen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.