De zwarte handel
Herman Portocarero
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Halewyck, 1998 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PORT |
Jeroen Overstijns
ua/an/14 j
Waarom blijft nog een raadsel, maar op een foto die de hele achterflap van Domino in beslag neemt, staat niet alleen auteur Herman Portocarero afgebeeld, maar ook zijn allerbekoorlijkste echtgenote. Daarmee hebben we al het goede nieuws rond Domino wel gehad. Want Herman Portocarero, die zelf op die foto le look le plus cool ambieert, heeft er in zijn eerste roman sinds jaren een potje van gemaakt. Domino heeft nochtans de pretenties van een Canvas-thriller. De meerwaarde heet een ingenieus literair onderzoek te zijn rond het Nietzscheaanse godenspel met de dobbelstenen en het belang van de toevalsfactor in ons bestaan. Laten we duidelijk wezen: hier en daar even de actie aan de kant zetten om het hoofdpersonage wat in het ijle te laten brabbelen over predestinatie en de maakbaarheid van het bestaan, maakt van een boek nog geen filosofische thriller. En het is niet omdat onze man in Havana grossiert in overspannen beelden (,,aan deze zijde van de rivier, waar de Williamsburg Bridge haar enorme, verroeste en wankele skelet plant in de buik van de Lower East Side''), dat hij automatisch literatuur bedrijft.
De plot van Domino is zo zuiver als een moeras waarin zeventien krokodillen net hun gevoeg hebben gedaan. Portocarero volgt in aparte verhaallijnen een aantal personages die mekaar in de laatste hoofdstukken op een totaal ongeloofwaardige manier voor de voeten beginnen te lopen. En natuurlijk wordt daarbij een arme jonkvrouw om wie het allemaal draaide, op het allerlaatste nippertje door het front der goede krachten gered uit de handen van de booswicht.
Domino speelt zich af tegen de achtergrond van de historische Staten-Generaal van de Verenigde Naties in New York waarop Gorbatsjov de verregaande terugtrekking van Russische troepen uit Oost-Europa aankondigde. En er hangt een bezinningsmoment aan vast: de VN is er voor ons allemaal, maar heeft zij haar kinderen niet uit het oog verloren? ,,Het VN-complex was een oase, afgeschermd van de werkelijkheid die op 1st Avenue voorbijraasde met haar domme gewicht van haast en geldingsdrang.'' De Rus en de Amerikaan willen tijdens deze laatste maanden van de Koude Oorlog nog allebei de eigen ideologie verspreiden, maar eigenlijk wil de Amerikaan enkel een onbegrensde afzetmarkt voor zijn economie en de Rus een goedkoop westers polshorloge. Ah, de tijd van voor 1989, toen de wereld nog eenduidig was! Tegenover deze high politics op de bovenste verdiepingen van het VN-hoofdkwartier focust Herman Portocarero daarom (het contrast! het contrast!) op het grauwe leven van enkele verpauperde crackheads, narcoticabrigades, Russische geheim agenten, criminelen en fotomodellen. De ene wordt ontvoerd door de andere, nog een andere wil haar organen, maar de held staat natuurlijk met nog een beeldschone vrouw aan zijn zijde paraat om deze booswichten een lesje te leren.
Voorts gebeurt er nog allerhande in kelders en louche hotelkamers alvorens het slachtoffer (beeldschoon maar weerloos) uit de handen van de boeven wordt gered. Alles wordt gelardeerd met een scheutje naastenliefde, en vooral een flinke portie beunhazerij, schraapzucht en valsheid in gedachte. Voortdurend propt Portocarero er het opzichtige contrast in tussen het rijke en het arme New York, en het conflict tussen de maakbaarheid van het leven (de VN als mondiale regering, Gorbatsjov die door ontwapening de geschiedenis in een richting wil draaien) en het idee dat de goden met ons een banaal spel spelen en dat de wereld dus een schouwtoneel is met gebeurtenissen waarop we toch geen greep hebben.
De meeste dialogen zijn in het Engels, ongetwijfeld om de authenticiteit nog meer in de verf te zetten. Bij enkele allochtonen probeert Portocarero een of ander artificieel Jerommekes-idioom voor Migranten-Engels te laten doorgaan (,,me no know but me read the Bible''). Bij blanke New Yorkers staan de lidwoorden er wel en worden de werkwoorden correct vervoegd. Verder is ook hun taaltje echter zo primair als geel, rood en blauw, zoals deze lukraak gekozen dialoog niet wil verhullen: ,,'You're gonna tell me what the plan is.' 'I had a dream.' 'And that's not funny.' 'Listen to me. I'm serious.''' Enzovoort, de logica zoekt u er zelf maar achter. Was een boek een kamer, dan kroop je van pure ergernis de gordijnen in. Verder gaat Domino trouwens gebukt onder papperige boodschapperij, een onaanvaardbaar hoog smartlappengehalte (,,May weende zacht: 'Why is there no god? Why is there no god?''').
Thrillers die krampachtig meer willen zijn dan een thriller, lijden doorgaans aan een identiteitscrisis en leiden negen keer op tien tot verdwaalde boekjes. Herman Portocarero heeft een zeer strenge eindredacteur nodig die hem de uitgang wijst.
HERMAN PORTOCARERO, Domino, Van Halewyck, Leuven, 224 blz., 698 fr.
em/ov/27 n
Herman Portocarero (46) is Belgische ambassadeur in Cuba maar woonde als diplomaat tussen 1985 en 1995 in New York. Hij kent die stad dus als zijn broekzak.
Ik gebruik met opzet het woord broekzak omdat Portocarero in deze roman bewust de onderkant van New York opzoekt. Dat deel van de stad waar velen overdag niet durven komen en 's nachts helemaal wegblijven. Domino speelt op 7 december 1988. Die datum is van historisch belang want die dag kwam Gorbatsjov in de Verenigde Naties eenzijdige troepenverminderingen van de Sovjet-Unie aankondigen. Maar op dezelfde dag ook verdween in New York een mooi meisje, genaamd Serena.
Portocarero bevolkt zijn roman met rare figuren, mensen aan de zelfkant, die allemaal op diezelfde 7 december 1988 in New York iets met elkaar zullen te maken krijgen.
Daar is Fjodor van de Russische geheime dienst die meekwam met de Sovjet-delegatie om de veiligheid van Gorby te verzekeren. Tijdens een controletocht op de East River zal Fjodor op een hilarische manier verdwijnen.
Daar is Lex, een ambitieuze jongeman, die voor de persdienst van de VN werkt en die een flat deelt met de sensuele May.
Spelen verder een belangrijke rol in deze literaire thriller: de Chinese dokter Feng en zijn gelegenheidskompaan Ras die liever de bijbel citeert dan zich met andere zaken bezig te houden. De Amerikaanse agenten Caruso en O'Canneghy en vooral de bezeten dokter Romanesco die al vooraan in dit boek een broodje met wel erg bloedende rosbief komt halen voor zijn doofstomme secretaresse.
Rode draad in dit verhaal is de speurtocht naar de verdwenen Serena. Zij werd uitgegomd omdat de stoel waarop ze had plaatsgenomen in een achterafwinkeltje vastgeschroefd stond op een valluik dat plots openklapte.
Wat volgt is een spannende zoektocht naar het slachtoffer. Om dat te vinden moeten de speurders roeren in vele stinkende potjes.
Portocarero doet dat op een manier waarbij de lezer wel eens op zijn nagels bijt om de spanning te verwerken. Als die lezer tenminste voldoende Engels kent om de dialogen te begrijpen en als diezelfde lezer een paar taalkundige slordigheidjes door de vingers ziet. Dan wordt hij beloond met af en toe poëtisch taalgebruik in zinnen als ,,de nacht klonk als een lange saxofoonsolo'' of ,,onanistische wulpsheid van een oude vrijgezel''.
Over de domino uit de titel: ,,De goden spelen domino en de ogen van de stenen bepalen de opeenvolging van de gebeurtenissen. En dan zetten ze de stenen overeind en spelen het andere spel, de opeenvolging van val na val. Wat is noodzakelijk en wat is onvermijdelijk en wat is toeval?''
Dat dergelijk toeval al die mensen op één dag samenbracht, daarrond weefde Herman Portocarero een boeiend verhaal.
Domino, door Herman Portocarero, 222 blz., 698 frank.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.