Een aan lager wal geraakte aristocratische tweeling gaat op zoek naar de familiegeschiedenis nadat hun moeder, een Ethiopische prinses in ballingschap, in mysterieuze omstandigheden om het leven komt.
Geschiedenis van de Belgische familie Portocarero, waarvan verschillende leden zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog collaboreerden met de Duitsers.
Portocarero beschrijft zijn leven als diplomaat: dineren met Fidel Castro, conferenties in Versailles, oog in oog staan met Khadaffi, spreken in de Veiligheidsraad en het terrein op in landen als Sudan, Jemen en Haïti.