Een ander leven
Bart Moeyaert
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : NATUUR : VERHALEN : Kast 5 MOEY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MOEY |
Veerle Vanden Bosch
ob/kt/26 o
Een kat vindt een hond, achtergelaten bij een boom. Het enige wat hij doet, is liggen, huilen en wachten. Zoveel lijdzaamheid verbijstert de kat. 'Ik vind dat je iets moet doen aan wat je hier doet,' zegt ze. 'Alleen maar liggen - liggen liggen, liggen huilen, liggen wachten, is niet goed. Dat wordt je eind.' 'Ik wacht op de baas,' zegt de hond.
Het lijkt de kat een volstrekt onzinnig idee. Zo onzinnig dat het haar intrigeert. Wat drijft de hond? En wie is die baas eigenlijk? Ze gaat op onderzoek uit. Ze ontmoet een uil, in wiens ogen evenveel duistere geheimen te lezen staan als in de hare, een sluwe vos, vuurvliegjes die enkel aandacht hebben voor elkaar, een vlinder die nooit de kortste weg kiest tussen A en B, een mot die wanhopig op zoek is naar de baas van alles, en een haan en een hen wie het allemaal niet zoveel kan schelen. Allemaal staan ze op hun eigen manier in het leven.
De kat, die de hoofdrol speelt in De baas van alles van Bart Moeyaert, is een volbloed scepticus, die de zekerheden in vraag stelt van iedereen die ze ontmoet. Pasklare antwoorden op haar levensvragen krijgt ze niet, maar ze brengt de hond wel aan het twijfelen. Onder haar invloed verliest hij zijn rotsvaste vertrouwen in zijn baas. Op een nacht is hij verdwenen. Je kunt maar beter je lot in eigen handen nemen en niet alle heil van een baas verwachten, lijkt het devies.
Maar ook de kat is niet zo vrij en onafhankelijk als ze voorgeeft te zijn: op het eind van het verhaal blijkt ze een huiskat die na een escapade van zeven dagen en zeven nachten naar haar veilige nest terugkeert.
Wie in ons taalgebied 'dierenverhalen' zegt, denkt meteen aan Toon Tellegen. Tellegens dierenverhalen zijn melancholische contes philosophiques met een ironische toets die hun een aangename lichtheid verleent - een lichtheid die ik in De baas van alles een beetje mis. Het komt allemaal wat zwaar en artificieel over. Het boek is gedrukt met inkt die opgloeit in het donker. Maar de afwisseling van dag en nacht, wat belangrijk is om dat effect in de illustraties ten volle te laten spelen, heeft niet echt een betekenisvolle functie in het verhaal. Wat ik ook mis, is de kracht die doorgaans uitgaat van Moeyaerts suggestieve stijl, waarbij zoveel ongezegd blijft dat er voor de lezer een hele wereld te ontdekken valt in de ruimte tussen de woorden.
Niet dat er niets te genieten valt. Vaak stuit je op mooie zinnen en originele vondsten, zoals de op seks beluste vuurvliegjes die voortdurend 'Hier! Kom hier!' roepen en de kip die op het eind van elke zin 'toch' zegt. Maar het verhaal kon me niet erg raken.
De baas van alles is prachtig uitgegeven. Het glow-in-the-darkeffect is een leuke vondst. Op de afgelopen Frankfurter Buchmesse stonden de uitgevers in de rij om de vertaalrechten in de wacht te slepen. De expressionistische, fors uit de kluiten gewassen illustraties van Katrien Matthys - die soms wat doen denken aan Gerda Dendooven - hebben een prachtig effect in het donker. Het moet een hele uitdaging zijn geweest om de illustraties in te passen in het concept, dat onvermijdelijk een aantal beperkingen met zich meebrengt.
Maar hoe mooi het ook is uitgegeven, erg veel leesgemak verschaft het boek niet. Dat je voortdurend pagina's moet uitklappen, maakt het lezen tot een omslachtige bezigheid. Als je niet uitkijkt, maak je bij het dichtslaan bovendien grote ezelsoren. Erg geschikt om ermee onder de dekens te kruipen, zaklamp bij de hand, is het dan ook niet. Jammer, want het concept nodigt daar net toe uit. Echt lezen in het donker is er ook niet bij. De tekeningen en de hoofdstuktitels gloeien genoeg op, maar na twee bladzijden lezen wemelen de letters voor je ogen.
Bij het boek hoort ook een luistercd. Daarop bewijst Bart Moeyaert nog maar eens dat hij een prachtige vertelstem heeft, die je dwingt om te luisteren. Voor de soundtrack riep hij de hulp van Stef Kamil Carlens in en die heeft zich uitstekend van die taak gekweten. De wat donkere toon van zijn muziek past uitstekend bij het verhaal. Ze is discreet, ondersteunt de tekst en voegt er spanning aan toe. Dat maakt De baas van alles tot een aangename luisterervaring.
Naar een nieuwe Bart Moeyaert wordt altijd met spanning uitgekeken. Voor een auteur van Moeyaerts kaliber ligt de lat altijd erg hoog. Met De baas van alles heeft hij die verwachtingen niet helemaal ingelost.
31/12/2007
Op de Buchmesse in Frankfurt heeft De baas van alles, een coproductie van uitgeverij Manteau en De Harmonie, hoge ogen gegooid als eerste glow in the dark-boek ter wereld. Het is grotendeels gedrukt op zwart papier met de tekst en tekeningen in fluorescerende inkt. Je kan het dus lezen in het donker. Nog nooit eerder gerealiseerd, zegt de uitgever, hoewel de idee om je kinderen in bed voor te lezen terwijl het licht al uit is, toch al eerder bij iemand moet zijn opgekomen. Misschien was de productiekost een probleem, want aan dit boek hangt een stevig prijskaartje (24,95 euro) en het is dan nog in China gedrukt om op de kosten te besparen. Reden voor de relatief hoge prijs was ook het feit dat er een aantal uitklapbare bladen inzitten. Maar de zaken lopen goed, want de interesse in het buitenland is naar het schijnt groot.
Vreemd toch, wat uitgevers allemaal gelukkig kan maken ? Johan de Koning van De Harmonie heeft de bedoeling een hele serie glow in the dark-boeken te maken "met alle grote namen uit de jeugdliteratuur." Een "lichtgevend boek", ook al is het het eerste ter wereld, klinkt voor mij meer als een gadget dan als een boek. Ik heb trouwens geprobeerd om het in het donker te lezen en dat viel flink tegen. Maar als de marketing werkt en De baas van alles een stevige verkoop in binnen- en buitenland wacht, dan is dat wel een gelukkige zaak, want lichtgevend of niet, dit is een interessant boek, geschreven door Bart Moeyaert en geïllustreerd door de debuterende Katrien Matthys. En gevoelig voor vorm als ik toch ben, vind ik het erg mooi dat de uitwerking met uitklapbladen ook zijn betekenis in het verhaal heeft.
De kat gaat de nacht in en posteert zich naast de uil in een boom. De uil, goed wetend wat de aard van het beest is, waarschuwt haar geen streken uit te halen en wijst op zijn eigen scherpe klauwen en zijn gebrek aan geduld. De kat, die zich een tijger vanbuiten en een poes vanbinnen voelt, brengt een verbale confrontatie op gang. Ze zijn wel min of meer aan elkaar gewaagd, de twee nachtelijke jagers, en eenmaal dat vastgesteld, gaan ze elk huns weegs.
Onder de boom ligt een hond, achtergelaten en vastgebonden. Zijn natuur getrouw doet hij wat van hem verwacht wordt: wachten op de baas. Een notie die de kat vreemd te moede is: "'Ik heb met je te doen,' zei ze. 'Je neus is van kurk en je tong is een droge lap. Je kop kun je nauwelijks op de grond leggen door dat kortgeknoopte touw, maar je bent vastbesloten: wachten zul je, want de baas komt.' [...]'Voelt het nu niet anders?' zei de kat. 'Nee,' zei de hond. 'Of vind je van wel?' 'Geen idee,' zei de kat. 'Wachten is wachten, maar hier is er een verschil.'" Een gedachte waar de hond geen raad mee weet. De kat wil weten wat zo'n beest denkt en gaat te rade bij de vos, want zoveel verschil is er toch niet tussen een hond en een vos? Vos en kat kunnen elkaar niet luchten en het gesprek wordt een intellectuele krachtmeting. De vos is geslepen, laat de kat erin tuinen en die voelt zich bekocht. Vervolgens ontmoet ze een mot, een vlinder, een zwerm vuurvliegjes, een haan en een hen. Elk dier doet wat het doet en de vraag naar wat hen daarin drijft is voor de kat telkens opnieuw aan de orde.
Dertien verhaaltjes krijg je zo. Het boek opent met een tekening over een dubbele bladzijde, zwart op wit, van de kat en de uil. Elke bladzijde heeft nog een naar binnen gevouwen flap; je moet ze openvouwen om aan de binnenkant met het verhaal te beginnen: zwarte pagina's met witte fluo-inkt bedrukt. Je vouwt de flappen dicht en het volgende verhaal start op witte bladzijden, met zwarte inkt bedrukt. Voor het volgende moet je dan weer de bladzijden openvouwen en je leest weer wit op zwart. Dag en nacht wisselen elkaar zo af en elk verhaaltje heeft een pointe, die je een stap verder brengt in het verhaal over wat dat kan betekenen, 'baas zijn'. Of toch niet echt verder, want in elk volgend verhaal worden er weer nuances gelegd, wordt de zaak van een andere kant bekeken. Waar de kat zich bij de hond aanvankelijk bovenbaas voelt, delft ze bij de vos ? die, vindt ze, toch niet zoveel van een hond verschilt ? keer op keer het onderspit, en de hond in zijn treurige situatie krijgt hoe langer hoe meer vat op haar.
De mot, de vlinder en de vuurvliegjes doen wat hun natuur hen oplegt. De mot wacht elke avond met trillende vleugels tot "de baas van alles en iedereen" verschijnt en vliegt zich dan de hele nacht aan flarden tegen een verlicht raam. Eens zal dat raam opengaan. De vuurvliegjes zijn dan weer volledig in de ban van elkaars licht en ze vullen de nacht met hun roepen naar elkaar, hebben voor niets of niemand anders oog. Soms is de baas een ultiem te bereiken doel, soms is de baas ook gewoon 'wij'. Slotsom is dat de kat er op het eind nog steeds geen idee van heeft, net zo min als de haan en de hen, die verveeld door haar moeilijke vragen verder scharrelen. "'Volg je?' riep hij over zijn schouder naar zijn kip. 'Ik volg, ik volg,' zei de kip. Toch.'" Je kunt ook zodanig met zoeken bezig zijn dat je niet meer ziet wat er klaarblijkelijk is.
Het steeds anders bekijken van de zaak en de variaties op het baas-thema corresponderen met de vormgeving van het boek: de ene keer blader je verder naar het volgende verhaal (van de zwarte naar de witte pagina's), de andere keer moet je als het ware een stap terugzetten en op de (zwarte) binnenkant van de vorige bladzijde het nieuwe verhaal aanvatten. De kat had het al op de eerste bladzijde als volgt geformuleerd: "kijken komt altijd van twee kanten". Het komt zelfs van meerdere kanten, zo blijkt, en het beeld wordt er gevarieerder, veelkantig door, maar niet noodzakelijk scherper.
Moeyaert bouwt dertien verhalen op waarin de dieren, hun aard en hun onderlinge verhoudingen direct, in scenisch opgebouwde taferelen gevisualiseerd worden. Moeyaert is geen man van beschrijvingen, hij laat de taal spreken, roept in ritme, toon en klank heel efficiënt zintuigprikkelende beelden op. Van een scharrelende, tokkende kip bv.: "'zag je dat, zag je dat,' zei de haan tussendoor. / 'Ik zag het, ik zag het,' zei de hen. 'Toch.'" Van de vos, die pesterig zijn overwicht demonstreert op de kat in een enerverende serie almaar herhalende uitdagingen -- de kat blijft er schijnbaar siberisch onder. Of het iele geroep van de vuurvliegjes ("'Hier,' riep een kever. / 'Hier,' riep een andere. 'Hier,' riep een derde. Ze waren met z'n velen.") dat verrassend expressief de geluiden van de nacht oproept. Erg mooie evocatie is dat, bijna zonder woorden.
De illustraties van Katrien Matthys bestaan grotendeels uit silhouetbeelden. Vaak zijn het samengestelde scènes waarin gebeurtenissen, denkbeelden en gedachten simultaan afgebeeld worden. Sterke, intrigerende prenten vol detail van afwisselend dag- en nachtscènes. Bij momenten een zeer esthetisch spel met licht en schaduw.
[Jen de Groeve]
R. Brussel
In dit dierenverhaal, speelt de kat de hoofdrol. Op zijn sluiptochten door de nachten, komt hij met allerlei andere dieren in gesprek: de uil, de vos, de hond, de vlinder, de mot, de hen en de haan. Wie is de baas, wie is de baas van alles? De gesprekken zijn vluchtig en vaag, soms bijna filosofisch. Antwoorden worden niet echt gegeven en het verhaal heeft een moeilijk einde: een kind roept de kat naar binnen en de kat luistert. Zou het kind als baas van alles bedoeld zijn? Het boek is opvallend van vormgeving; de bladzijden zijn om en om fluoriserend van kleur met zwarte opdruk en zwart met 'glow-in-the-dark' opdruk. Dit geeft in het donker een mooi - en extra mysterieus - effect. Bovendien kunnen de zwarte bladzijden naar links én naar rechts worden uitgevouwen zodat de toverpagina's twee keer zo breed worden. Door het filosofische karakter van het verhaal, is de zinsbouw soms wat gecompliceerd. Alles bij elkaar een verrassend boek. Erg leuk om voor te lezen of om samen (in het donker) naar de mooie illustraties te kijken. Vanaf ca. 8 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Een hond ligt vastgebonden aan een boom te wachten op zijn baas die niet komt. Het wachten duurt lang en de hond heeft honger en dorst en vooral: hij mist zijn baas. De kat spoort hem aan zich los te maken van zijn boom en van zijn baas maar de hond is hondstrouw. De kat probeert niet aan de hond te denken maar dat lukt haar niet. Elke nieuwe dag wordt ze als het ware naar de hond getrokken. Ze praat met de uil en de vos en andere dieren over de hond en de baas die niet komt. Ze probeerde zich voor te stellen hoe het was, wachten op een baas. Ze wist hoe het was om zelf de baas te spelen, of om helemaal de baas te zijn. Die ene tel waar het om ging als ze een muis ving of een bromvlieg tegen de grond mepte. Als zij de baas was, was het ook een kwestie van wachten, maar dan op het goede moment. Dan komt de mot en die blijkt te wachten op 'de baas van alles'. En ze lijkt nog te weten waar hij woont ook. Als op een morgen de hond weg is, mist de kat hem enorm. Maar in het huis met het licht wordt een raam opengedaan en een kind roept dat de Dikke terug is. De kat heeft haar baas van alles gevonden: De kat gehoorzaamde niet meteen. Wat dacht het kind wel dat het was. Navertellen doet onrecht aan de mooie, poëtische taal, de herhalingen, het bedachtzame. Dit boek is ook weer filosofisch getint en komt het best tot zijn recht als het voorgelezen wordt. De hoofdstuktitels zijn veelzeggend in hun soberheid: 'De uil en het oude vlees', 'De hond en het geduld', 'De vos en het verschil' ... De structuur van het boek is ook bijzonder, er zijn witte dagbladzijden en dubbelgevouwen zwarte nachtbladzijden. Die laatsten geven licht in het donker en dat doen ook de zwart-witillustraties, ze zijn gezet in 'glow in the dark-inkt'. Tussen de zwarte gevouwen bladzijden zit zijdepapier en dat valt er nogal gemakkelijk tussenuit. Ook ezelsoren zijn moeilijk te vermijden. Een prachtig verhaal om thuis, op school of in de jeugdbeweging voor te lezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.