Er gebeurde dit, er gebeurde dat
Kristien Hemmerechts
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Atlas, 2008 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : WAARGEBEURD : Kast 19 HEMM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas, 2008 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEMM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9671 |
Evita Bonne
ru/eb/16 f
De vraag werd haar al vaak gesteld, maar tot ze Ann ontmoette weigerde Kristien Hemmerechts om iemands biografie te schrijven. Met het verhaal van deze vrouw was het anders. Het startte met een mailtje dat ze een jaar geleden ontving waarin Ann open en nuchter vertelde over haar ongeneselijke ziekte, chronische anorexia. Het einde naderde voor Ann, of haar lichaam zou het begeven of ze zou het lijden zelf een halt toe roepen. Schrijf me neer, was haar simpele vraag. Ze vroeg Kristien neer te schrijven hoe haar weigeren tot eten neen zeggen was tegen het misbruik door haar vader.
Anorexia wordt gerelateerd aan het streven naar een schoonheidsideaal. Heeft dat er bij jou dan iets mee te maken?
Ann: Ik heb anorexia sinds mijn tienerjaren. Een ziekte die je al meer dan twintig jaar meedraagt verandert van gezicht. Toen ik zestien was, heeft dat allicht meegespeeld. Ik zat stevig in het vlees en was net als elk meisje bezig met mijn figuur. Die eerste kilo's die er af vlogen, dat was in mijn ogen mooi meegenomen. Alleen de eerste kilo's, want al snel heeft vermageren niets meer met schoonheid te maken. Voor mij was dat hoe dan ook niet de drijfveer. Het is een heel simpele uitleg voor een heel complex gegeven. Voor mij ging het over een gevoel van controle over mijn leven hebben. En het ging vooral over neen zeggen. Ik wilde neen zeggen. Iets wat ik in een andere situatie niet heb gekund.
Je bent seksueel misbruikt door je vader. Hoe oud was je toen het begon?
Ann: Het begon rond mijn eerste communie. En het is opgehouden toen ik op internaat ging op mijn twaalfde. Maar pas toen ik begin dertig was, kort nadat mijn vader gestorven was, heb ik het hardop durven zeggen. Niet dat ik het daarvoor niet wist, maar het was moeilijk om het onder woorden te brengen en nog moeilijker om het in mijn leven te integreren. Het was ondraaglijk om met die werkelijkheid rond te lopen. Ik hield dag en nacht liever gescheiden.
Hebben je moeder of broers ooit iets vermoed?
Ann: Nee, ze wisten van niets. Daar ben ik zeker van. Het is voor mijn moeder heel moeilijk om het in haar geest toe te laten. Uit onmacht roept ze, uit onmacht wordt ze kwaad, want ze voelt zich medeverantwoordelijk. Dat zal het boek niet vergemakkelijken. Het was haar man, en mijn broers hun vader. Hoe moeten zij omgaan met die realiteit? Zij hebben immers die herinneringen niet. Ze hebben de spanning wel gevoeld, maar ze dachten dat die sfeer puur toe te schrijven was aan mijn eetstoornis. Waarom ik niet at, dat wisten ze niet.
Ik hoop voor hen dat ze het boek kunnen zien als een afronding, dat ze het lezen, in de kast zetten en het achter zich laten. Maar dat ze ook zien hoe de liefde voor hen van de regels spat.
Was je opgelucht toen je het eindelijk tegen haar en je broers kon vertellen?
Ann: Eerst was het inderdaad als een zwaarte die van me af viel, maar dan volgde de ontnuchterende werkelijkheid dat er niets verandert. Hij was dood en ik had nog altijd een serieuze eetstoornis.
Je schrijft ook aan Kristien dat het veel makkelijker zou zijn als je pure haat voor je vader kon voelen, wat voel je dan voor hem?
Ann: Het was volledig anders geweest als het om een vreemdeling ging of de buurman. Het blijft je vader. Je kunt niet alleen maar woede voor hem voelen. Ik ben als zijn dochter onlosmakelijk met hem verbonden. Hoe vreselijk dat ook mag zijn, het is een verbondenheid die je niet zomaar uitwist. Iedereen zegt dat ik op hem lijk, zowel uiterlijk als van persoonlijkheid. Dat is niet leuk om te horen, maar ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Je blijft ook altijd maar denken aan alle kansen die je gemist hebt, de kansen die hij gemist heeft.
Kristien: Het grootste misverstand dat over incest bestaat, is dat de slachtoffers alleen maar intense haat zouden voelen voor de daders. In Anns dagboek kan je duidelijk lezen dat er een band was tussen haar en hem en dat zij ook een band met hem nodig had. Ik denk dat Ann daarom zolang niets heeft willen zeggen. Het was haar geheim, het maakte deel van haar uit. Als ze het vertelde, was ze het kwijt. Toen ik haar dagboeken las, was het alsof ik in een koolmijn afdaalde, met steeds diepere en verrassende lagen. Bij het laatste dagboek waarin heel wat onthutsende fragmenten over hem en haar gevoelens voor hem stonden, besefte ik dat ik recht in de psyche van de mens in al zijn complexiteit keek.
Je vader is een aantal jaren geleden gestorven na een slopende ziekte. Hoe denk je terug aan hem?
Ann: Ik probeer niet te veel aan hem te denken. Ik ben nog niet naar zijn graf geweest. Ik heb er wel behoefte aan maar ik durf er nog niet naar toe. Ik moet eerst weten wat ik daar ga vertellen.
Heb je spijt dat je hem nooit hebt kunnen confronteren?
Ann: Ja absoluut. Ik denk echt dat het me had kunnen helpen. Ik had het hem willen horen toegeven, ook aan de anderen. Als hij het had uitgesproken, dat had een wereld van verschil gemaakt. Het horen toegeven, dat is het begin van het helingsproces. Anders blijft het een open wonde.
Wat zijn de vooruitzichten van iemand met chronische anorexia nervosa?
Kristien: Het is een van de psychiatrische stoornissen met de hoogste sterftecijfers. Het heeft lichamelijk verschillende gevolgen. Maar vooral het hart lijdt er onder en begeeft het uiteindelijk.
Ann: Naast hartfalen plegen vele anorexiepatinten ook zelfmoord. Ze kunnen het gewoon niet meer aan. Een eetstoornis is een constante bron van stress. Je kunt eten niet uit je leven bannen. Je komt de hele tijd met voedsel in aanraking, wetende dat je het niet kan opeten. Je moet er vijf keer over nadenken alvorens je iets durft eten, en je hebt voortdurend maagpijn van de zenuwen. Als je jezelf een keer 'laat gaan', bijvoorbeeld een ijsje eet, dan zit je de hele dag met overweldigende spijt opgezadeld.
Je bent al verscheidene keren in behandeling geweest. Je was achttien toen je voor de eerste keer werd opgenomen, maar meer dan twintig jaar later worstel je nog met de ziekte. Is er dan geen behandeling die genezing kan inhouden?
Ann: Ondanks mijn negatieve ervaringen blijf ik geloven dat genezen, of beter gezegd er mee leren leven, kan. Maar wat er bij het merendeel van de behandelingen op dit moment ontbreekt, is empathie. Op een uitzondering na heb ik tot nu toe niet het gevoel gehad dat therapeuten begrepen hoe hard lijden anorexia is. Een effectieve behandeling is ook een behandeling die vele dimensies tegelijkertijd aanpakt. Opname in een instituut waar zowel de medische als psychologische aspecten worden behandeld, is noodzakelijk. Ik heb een stukje redelijkheid in mij. Ik heb iemand nodig die dat aanspreekt, een goede coach die me een stukje op de weg helpt. En iemand die zich heel bewust is van de ernst van de ziekte. Het is niet omdat ik wil eten dat ik het ook kan. Als iemand dat eens zou verstaan.
Jullie beschrijven in het boek ook hoe moeilijk het is om met een psychische stoornis eerste hulp te krijgen.
Ann: Ongeveer een jaar geleden heeft mijn broer me naar spoedgevallen gebracht. Ik kon niet meer. Ik kon zelfs niet meer op mijn benen staan. En die spoedarts zei doodleuk: "Toch eens kijken of u wel in aanmerking komt voor een opname. Eerst uw bloedspiegel bekijken, als daar afwijkende elementen in te vinden zijn, heb ik reden om u op te nemen, maar zo simpel is het niet om hier binnen te raken." Ik was zo hard ondervoed dat ik nog maar amper in leven was. Onvoorstelbaar dat ik daar heb moeten smeken om een bed. Als ik een snee in mijn vinger had gehad, was ik sneller geholpen geweest. Omdat ik duidelijk een eetstoornis heb, kwam ik niet meteen in aanmerking, al was ik op sterven na dood. Ik heb geluk gehad dat ik uiteindelijk toch geholpen ben.
Kristien: Ziekenhuizen hebben een enorme angst voor psychiatrische patiënten. Ik heb dat ook meegemaakt met mijn zus. Ze lijdt aan schizofrenie, maar we waren naar het ziekenhuis gegaan omdat ze door haar diabetes in een coma aan het glijden was. Ze wilden haar eerst ook niet opnemen. Ik denk dat ze bang zijn dat psychiatrische patiënten uit het raam zullen springen.
Ann: Had ik pech gehad dan hadden ze me gewoon aan de deur gezet. Val dood, is dan de boodschap. Ik heb al een paar keer gedacht, het zou voor iedereen een oplossing zijn als ik zou dood gaan want ik ben echt vervelend. Ik kom mij altijd maar opnieuw aanmelden en niemand weet wat ze met me moeten aanvangen. Het hoort ook zo. Ik ben al veel te oud voor een anorexiepatint. Medisch gezien moet ik dood zijn, dus wat doe ik hier nog?
Je zegt het met enige ironie maar toen je naar Kristien mailde, heb je haar ook meteen verteld dat je van plan bent een einde aan je leven te maken. Loop je nog altijd met dat idee rond?
Ann: De optie is er nog. Ik wil niet met deze ziekte blijven leven. Ik kan er simpelweg ook niet meer lang mee leven. Maar vroeger waren er data en scenario's, die zijn er momenteel niet.
Kristien zou jij er begrip voor kunnen opbrengen als Ann toch beslist er een punt achter te zetten?
Kristien: Begrip, uiteraard, maar ik wil het niet met mijn hart al versta ik het met mijn hoofd. Het is zo finaal en extreem, toch moet iedereen naar mijn mening de keuze voor zichzelf kunnen maken. Niemand wl zelfmoord plegen, ik ben er van overtuigd dat Ann wil leven. Maar ze kan niet leven met die ziekte. Tijdens dat jaar dat we aan het boek gewerkt hebben, werd ik heel ongerust als ik haar even niet hoorde. Ik wil er bij zijn als ze het doet want het lijkt me onmenselijk op zo'n moment alleen te zijn, maar dan zou ik zwaar in de problemen komen.
Is er een mogelijkheid tot euthanasie voor anorexiepatinten? Dan zou ze niet alleen zijn.
Kristien: Ja, ze kan euthanasie aanvragen. Volgens de Leifartsen is het haalbaar, maar dan moet ze wel een psychologisch onderzoek ondergaan.
Ann: Het is niet duidelijk of ik in aanmerking kom want je moet aantonen dat je lijdt. Ik ervaar mijn ziekte als een lijden in de meest zuivere betekenis van het woord, maar ik weet niet of de medische wetenschap het er mee eens is. Maar ik zou wel euthanasie verkiezen want ik wil het zeker niet alleen doen.
Kristien: Het punt is, Ann is hier nog. Zonder het boek zou ze hier niet meer zijn.
Ergens heeft het een positieve rol in Anns leven gespeeld. Misschien geeft het haar zelfs een uitweg, al durf ik daar niet te veel op te hopen.
Ann: Het was niet het doel van het boek om een nieuwe impuls aan mijn leven te geven maar dat schrijven was een heel intense ervaring waar ik heel dankbaar voor ben. Ik zal niet zeggen dat er deuren open zijn, maar er zijn geen extra deuren dicht gegaan. Ik ben nu terug in behandeling en word begeleid door een ditiste met wie ik strikte afspraken heb gemaakt. Ik moest, anders hield ik het niet vol tot het boek verscheen.
Je telt de calorieën niet meer?
Ann: Jawel, ik ken van alles het aantal calorieën, dat kan ik niet buitensluiten. Ik probeer er gewoon niet meer door geobsedeerd te zijn als ik iets moet eten. Ze gaan een nieuwe richtlijn uitvaardigen waarbij ze op alle voedingswaren het aantal calorieën gaan vermelden. Dat is een ware ramp voor mensen als ik. Ook al weet ik het, dat ze het er nog eens gaan opschrijven in koeien van letters daar zat ik nu echt niet op te wachten.
Eva Berghmans
ru/eb/08 f
'Dit boek heeft me sterker
gemaakt, assertiever'
Het was ongetwijfeld niet de eerste keer dat iemand u vroeg om zijn of haar verhaal in boekvorm te gieten. Waarom ging u er dit keer op in?
'Tot nog toe had ik alle verzoeken zo hoffelijk mogelijk geweigerd en de mensen de raad gegeven om hun verhaal zelf op te schrijven. Het is moeilijk om heel concreet te zeggen waarom ik Ann meteen terugmailde dat ik haar wel eens wilde ontmoeten. Het was een intuïtieve beslissing. Achteraf zag ik de overeenkomsten tussen onze levens. We hebben allebei gestudeerd, zitten allebei in de academische wereld, hebben de intellectuele discipline opgebracht om een doctoraat te halen. Misschien speelden die punten van herkenning onbewust mee, voelden we daardoor snel aan dat we konden samenwerken.
De timing zat ook goed. Ik had net een boek af, In het land van Dutroux , dus ik had wel wat ruimte.'
Ann gaf meteen bij het eerste contact aan dat ze beslist had om zelfmoord te plegen. Was dat voor u geen last?
'Het boek was voor haar een reden om te blijven leven, dat wist ik. Dat neemt niet weg dat ik ongerust was als ik haar een tijdje niet hoorde. Het was heel intens. We mailden veel, we sms'ten veel. Als ik niet meteen antwoord kreeg op een sms, dacht ik altijd: als ze maar geen zelfmoord gepleegd heeft. Geregeld zei ik haar: doe het nu niet voor het boek af is.'
Viel het schrijven van dit boek u zwaarder dan fictie schrijven?
'Het was zwaar, maar het was ook fascinerend. Ze liet me echt in haar hoofd en haar leven kijken. Ik mocht al haar dagboeken lezen. Als schrijver probeer ik me in te beelden wat iemand denkt en voelt. In mijn romans daal ik af in de fantasieën en angsten van mijn personages. In dit geval kreeg ik dat gewoon op een schoteltje aangeboden.
Uiteraard greep Anns verhaal me aan, maar het hielp dat ik het allemaal als schrijfster bekeek. Schrijven is een metier dat om een zekere afstand vraagt. Een oorlogsfotograaf staat ook niet te janken met zijn camera in de hand, hij vraagt zich af hoe hij de gruwel in beeld kan brengen. Als schrijfster ben ik geen hart dat zichzelf uitstort op papier. Ik ben een oog, een hand, een geest die verbanden ziet. Het irriteert me als mensen denken dat je iets "van je af kunt schrijven". Ik schrijf niks van me af, ik maak een boek.
Pas toen ik de drukproeven las, voelde ik ten volle hoe schrijnend Anns verhaal wel is. Dan zat ik daar ontroerd te zijn door iets wat ik nota bene zelf geschreven had.'
Het boek is geen rechtlijnig getuigenis, zoals meestal bij dit soort verhalen het geval is. Het is een collage van dagboekfragmenten, brieven, interviews, e-mails. Hoe kreeg het boek die vorm?
'Ik heb dit boek niet anders aangepakt dan een roman. Anns verhaal is straf, maar een straf verhaal is nog geen goed boek. Regel één van de romankunst is: maak het concreet. Daarom wilde ik ook Anns moeder, broers en therapeuten spreken. Ik had ook graag haar dossier ingekeken, maar dat bleek lastig te regelen.
Toen Ann me contacteerde, zag ze het nog veel abstracter. Ze zou me uitleggen wat anorexia is en ik zou dat opschrijven. Ze heeft een risico genomen door de regie van het boek uit handen te geven. We hebben nooit duidelijk afgesproken wie het laatste woord zou hebben. Daarom mailde ik alles wat ik schreef naar haar door. Soms nam ik risico's, schreef ik dingen waarvan ik dacht dat ze haar boos zouden maken. Ik bood weerwerk, stelde kritische vragen, vragen ook die een therapeut zich niet kan permitteren. Ik kon me ook alle emoties permitteren: onmacht, hoop, begrip, maar ook ergernis. Ze werd soms boos, maar ze heeft me nooit teruggefloten.'
Wat houdt u zelf aan dit boek over?
'Het boek heeft me met veel dingen verzoend. Ik heb geen spatje woede meer in me. Alsof ik me erbij neergelegd heb dat mensen nu eenmaal mensen zijn.
Tegelijk heeft het boek me sterker gemaakt, assertiever. Het heeft me ervan overtuigd dat ik de dingen vaak juist zie en hoor en voel. Er is heel veel in onze maatschappij dat mensen niet willen zien of horen. Hoe vaak heb ik al niet op mijn kop gekregen omdat ik sommige dingen zeg en schrijf? De cynici staan altijd klaar om me hysterisch te noemen, of overdreven politiek correct, of een zeur. Vroeger ging ik dan soms aan mezelf twijfelen. Dat weiger ik nog te doen. Ik ben niet gek.
Dit boek is een makkelijk mikpunt voor kritiek, het is makkelijk om er schamper over te doen, zeker omdat ik me er kwetsbaar in opstel. Dit keer zal ik denken: "Jongen - want het zal een jongen zijn, dat weet ik nu al - jongen, het probleem ligt niet bij mij, maar bij jou.
Herman Jacobs
rt/aa/05 m
Kristien Hemmerechts is een veelzijdiger schrijfster dan men misschien denkt. Romans (veel, wellicht té veel). Verhalen. Maar ook essays, soms. Reisboeken. Toneel. Een jaar als (g)een ander was een dagboek. Haar jongste boek, Ann , is weer iets nieuws: een soort documentaire-dagboek-logboek. Citaat: 'Ik ben een boek aan het schrijven over een vrouw (op verzoek van haar én in nauwe samenwerking met haar) die al 25 jaar aan anorexia lijdt. Ze weegt 30 kilo (als het al zoveel is) en heeft het vaste voornemen binnen afzienbare tijd zelfmoord te plegen.'
Die vrouw krijgt hier de fictieve naam Ann Gerrets. Ze is doctor in de psychologie. Ze is dol op eten, maar ze hongert zichzelf uit. Tussen haar zesde en twaalfde, ongeveer, werd ze door haar vader misbruikt. Haar anorexia houdt verband met die incest. Ann is een integer boek dat nogal wat vragen oproept, bijvoorbeeld over de (on)macht en (on)wil van therapeuten, en van de medische stand in het algemeen, maar ook over u en mij, ons, de mens ('ge kunt daar niet aan uit', wist Walschap al). Hemmerechts is daarbij empathisch, maar, gelukkig, niet kritiekloos. Nog een citaat: 'Ze wil sterker, slimmer zijn dan ik. Oké, denk ik, wees dan maar sterker en slimmer. Een betweter die er prat op gaat altijd en overal haar verantwoordelijkheid te nemen, maar niet weet hoe ze moet leven en zich dan maar aan idiote regeltjes vastklampt. (...) Die zich in haar unieke eenzaamheid installeert, want zonder is ze verloren. Je ne vis pas seule, je vis avec ma solitude . Ongetwijfeld is dit oordeel te hard.'
'Ann' leeft ondertussen nog. Dit boek heeft daar wellicht iets mee te maken. Ook al kun je een ander niet helpen - die 'unieke eenzaamheid' is misschien wel universeel -, dat betekent nog niet dat je die ander dus maar moet laten barsten. En van die dingen.
31/12/2008
Op 30 maart 2007 ontvangt Kristien Hemmerechts een mailbericht van een 39-jarige vrouw die meteen haar voornemen bekend maakt een eind aan haar leven te maken: "Ik kamp al meer dan een half leven met een dodelijke ziekte, ben nu het vechten beu en zoek een manier om dit leven mooi af te sluiten. Mijn leven neerpennen is één van die 'sleutels' die me zouden helpen." Hemmerechts maakt een afspraak, leert An kennen en wil samen met haar het relaas van een leven vol obstakels op papier zetten. An - de naam is fictief, om haar privacy te beschermen - lijdt aan een levensbedreigende vorm van anorexia. Via het intense mailverkeer dat tussen haar en de schrijfster wordt opgezet, via haar dagboeken en via gesprekken met Ans moeder, haar twee broers, en de therapeuten en dokters die haar hebebn behandeld tijdens haar steeds terugkerende opnames in ziekenhuizen en instellingen, brengt Hemmerechts het levensverhaal van An in kaart. Rode draad is het gegeven dat An als kind door haar vader werd misbruikt. Pas na diens dood zal ze ook in staat zijn te benoemen wat haar ertoe heeft aangezet niet meer te willen eten toen de man nog leefde en de schijn binnen het gezin hoog wist te houden: "Mijn eetstoornis was een manier om nee te zeggen. Dat is een interpretatie achteraf, maar ze klopt wel. Het is zeggen; 'Ik doe niet meer mee. Ik heb geen lichaam meer. Zoek het ergens anders." Mijn eetstoornis heeft me een enorme kracht gegeven." Ans levenslange hunker naar een beschermende vaderfiguur is brutaal de kop ingedrukt door de seksuele vrijpostigheden van de man, die zij ook na zijn dood steeds heeft moeten afwijzen. Even nadrukkelijk loopt als een rode draad door het boek de hemeltergende manier waarop alles wordt verzwegen. "Wij leven in het land van de grote stilte. De stilte die alles toedekt.", noteert Hemmerechts al van bij de aanvang van haar relaas. En naar het slot toe luidt het: "De rode draad in dit boek is het geheim: familiegeheim, beroepsgeheim en straks (misschien) het zelfmoordgeheim." Opvallend inderdaad hoe dokters en therapeuten ("maak er fictie van" suggereert een onder hen zelfs op zeker moment, kwestie van zichzelf te beschermen uiteraard en de impact van het boek direct te neutraliseren) zich bv. verschuilen achter het beroepsgeheim wanneer de schrijfster hen gaat opzoeken. Wraakroepend is hier de houding van dokter 'Anorexia', die Ans verlangen naar een vaderfiguur schandelijk wilde misbruiken, maar zich tegenover Hemmerechts alleen uit in een professioneel gekleurd verhaaltje over anorexia om zo zijn eigen voze betrachtingen te verhullen. Hemmerechts laat in haar boek alle standpunten aan bod komen om op die manier een totaalbeeld, dat ook maatschappelijke relevant wordt, op te hangen van dat ene meisje, die ene vrouw die het verleden blijvend met zich meezeult. Samen met haar "nederige biografe" (zo omschrijft Hemmerechts haar eigen aanwezigheid in het boek op zeker moment) geeft An met veel luciditeit en inzicht het boek vorm en inhoud: "Dit boek is geen poging tot wraak. [...] Het is geen verhaal over Het Grote Gelijk. De tragiek zit hem in de nuances. Hij zou met niet gekwetst hebben, als ik hem kon haten, zuiver en fel. Als alleen haat mijn gids was."
In haar zoektocht naar begrip, naar een vorm van verhelderend inzicht in Ans ziektebeeld enhaar psychologisch-emotionele persoonlijkheidsstructuur, stelt Kristien Hemmerechts zich merkwaardig nederig op: "Als dit boek me één ding geleerd heeft, dan is het dat wij weinig, misschien wel niets, over elkaar weten." Zelfs niet of An, zo wordt gesuggereerd in de slotzin van het boek, al of niet daadwerkelijk uit het leven is gestapt...
Afstandelijkheid en empathie gaan in een boek als 'An' een intrigerend verbond aan. Net als Elisabeth Marain ooit deed in Rosalie Niemand (Houtekiet, 1988) wordt het persoonlijke levensverhaal van een gekwetste vrouw op een overtuigende manier in kaart gebracht. En voor de rest blijft het hopen dat de privacy van de betrokkenen gerespecteerd blijft. Hier past, ook van de kant van de media, alleen een houding van nederigheid.
[Jooris Van Hulle]
J.A.M. van den Broek
Een aangrijpend non-fictieboek van de Vlaamse schrijfster (1955) die bekend is van romans als 'In het land van Dutroux' en 'Donderdagmiddag. Halfvier' en het eveneens non-fictieve 'Taal zonder mij'. Ann is een 39-jarige vrouw die lijdt aan anorexia, door therapeuten als chronisch bestempeld. Zij stuurt de auteur een mailtje met het verzoek haar te helpen met het opschrijven van haar levensverhaal, alvorens zij dat beëindigt. Tegen haar gewoonte in doet Hemmerechts dat. Het verhaal is een samenstelling van dagboekfragmenten, e-mails, interviews - met Ann, haar familie en therapeuten - en overpeinzingen van de auteur. Met name dat laatste maakt dit verhaal meer dan alleen maar het verhaal van een anorexiapatiënte. Hemmerechts verwoordt haar twijfels en vragen over Ann, maar ook over de andere personages. Soms leidt dat tot confrontaties tussen haar en Ann, wat maakt dat het verhaal een goede spanningsboog heeft. Niet onbelangrijk bij alle ellende die je als lezer voorgeschoteld krijgt, zoals incest, onbegrip van naasten, de gevolgen van de ziekte, het falen van therapeuten, en onmacht. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.