Allemaal sprookjes
Annie M.G. Schmidt
Annie M.G. Schmidt (Auteur), Annejet van der Zijl (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6482 |
31/12/2011
In Liefs van Annie heeft Annejet van der Zijl samen met uitgeverij Querido een selectie brieven van Annie M.G. Schmidt verzameld. Van der Zijl kreeg tijdens het samenstellen van haar ongeëvenaarde biografie toegang tot talloze brieven die Schmidt geschreven had aan haar moeder, haar zoon, haar man en haar vrienden. In dat prachtige Anna (2002, 2011) gebruikte Van der Zijl kleine fragmenten uit die brieven om haar verhaal luister bij te zetten, en in die korte stukjes was al te merken dat er mogelijk nog een schat aan grappige en ontroerende schrijfsels van Schmidts hand te ontdekken was.
Liefs van Annie kan dus gelezen worden als een mooie aanvulling op Anna, waarbij het fijn is om enkele essentiële fragmenten in hun context te vinden en de gebeurtenissen door Schmidts eigen ogen te zien, vaak op het moment dat ze plaatsvinden. Maar gelukkig staat deze collectie brieven ook helemaal op zichzelf. De geselecteerde brieven zijn overzichtelijk gemaakt door ze onder te brengen in hoofdstukken die elk een periode van Schmidts leven voorstellen. Aan het begin van ieder hoofdstuk wordt kort samengevat wat er in deze levensfase gebeurt, zodat de lezer Schmidts verhalen en emoties enigszins kan plaatsen. Voetnoten verklaren telkens historische en persoonlijke referenties die mogelijk niet duidelijk zijn voor de lezer. Jammer hierbij is dat dezelfde persoon vaak in opeenvolgende brieven wordt verduidelijkt, wat soms nogal storend is.
Het boek begint — afgezien van twee vertederende briefjes die de achtjarige ‘Zus’ aan haar moeder en broer schreef — pas wanneer Schmidt op haar tweeëntwintigste besluit de opleiding tot bibliotheekassistente te gaan volgen en ze bij de hartelijke familie Van der Burg in Den Haag intrekt. In deze gelukkige tijd schrijft ze haar nogal aandachtszieke moeder Truida bijna iedere dag, en doet ze steeds uitgebreid verslag van wat ze allemaal meemaakt. De band tussen Zus en haar moeder lijkt van een nogal verstikkende aard te zijn: haar dochter schuldgevoelens aanpraten bleek Truida niet vreemd. Zo schrijft Annie na een telefoongesprek met haar moeder: ‘Allereerst moet ik je een standje geven omdat je die onzin uitkraamt van "je brieven schrijven moet geen offer zijn". Ik vind het toch immers heerlijk om je te schrijven!’ En wanneer Truida haar vinger verbrand heeft en daar kennelijk nogal dramatisch verslag van heeft gedaan, reageert Annie precies zoals ze weet dat er van haar verwacht wordt: ‘O, en branden is zo afschuwelijk ik heb zo’n medelijden met je. Maar wat is het goed afgelopen. Liefste, je had helemaal verbrand kunnen zijn. Zul je nu verder voorzichtig zijn? Doet het nog veel pijn?’
Vanaf halverwege de jaren dertig, wanneer Schmidt vijfentwintig is, verandert de vrolijke toon van de brieven: zowel moeder als dochter beseffen dat het dringend tijd wordt dat Annie aan een man komt, en een zoektocht begint. Een uiteindelijke verloving loopt met een sisser af en ook een tweede relatie leidt tot niets, zodat de intussen bijna dertigjarige Schmidt de vernederende mannenjacht opgeeft.
Al tijdens de oorlog was de intense brievenwisseling met Truida zo goed als stilgevallen, en wanneer Schmidt in 1947 door een contactadvertentie Dick van Duijn, haar minnaar en latere levensgezel, leert kennen, verdwijnt Truida helemaal uit beeld: bijna alle brieven worden nu gericht aan Dick, die in Rotterdam nog bij zijn vrouw en kinderen woonde. Vier jaar lang blijven de geliefden apart wonen en elkaar schrijven. De situatie is voor beiden erg moeilijk: Annie is jaloers op Dicks vrouw en hoewel Dick van Annie houdt, kan hij het niet over zijn hart verkrijgen zijn kinderen achter te laten.
Ten slotte zorgt Annies onverwachte zwangerschap van zoon Flip voor een doorbraak: Dick gaat bij Annie in haar nieuwe huis in Berkel en Rodenrijs wonen. Na een bijna idyllische tijd verschijnen er ten slotte toch weer barstjes: Dick lijkt depressief te worden en zich te ergeren aan Annies succes en opgewektheid. Aan een vriendin schrijft ze: ‘Is die levenslust irritant voor hem? Komt het misschien juist door mijn sterke persoonlijkheid en mijn overwicht en mijn positiviteit dat hij zo is afgebrokkeld? Ben ik een soort blijmoedige vampier? Of is het alleen de materiële kant van het succes dat hem drukt? Ik verdien veel, hij weinig.’ Dick wordt weer blijer als ze een huisje in Le Rouret in Frankrijk laten bouwen. Daar is hij gelukkig, maar Annie niet. Annies roem blijft maar toenemen (‘Ik ben nu voor alle kranten van het hele land geïnterviewd. [...] Allemaal op de toer van hoe bent u er zo toe gekomen mevrouw Smiets’), en waarschijnlijk mede daarom wil Dick dat ze zich permanent vestigen in Le Rouret. Schmidts brieven worden ‘mieze zeurbrieven’ van een ‘zure ouwe bes’, maar de verregaande zelfrelativering blijft fijn om te lezen, hoewel het cynisme soms wel erg dichtbij lijkt.
Annie M.G. Schmidt is inderdaad een begenadigd briefschrijfster, en de vlotheid en trefzekerheid waarmee ze schrijft, groeien tot bijna op het einde van haar leven. Een scherp gevoel voor humor en de grinnikende observatie van onder meer het leven van haar zoon zorgen ervoor dat Liefs van Annie niet overkomt als de zoveelste poging tot het opkrikken van de verkoopcijfers, maar als een oprecht fijne leeservaring. In feite vat Schmidt het op haar heel eigen manier erg goed samen in een van haar brieven: ‘En dit was dus het niet al te samenhangende maar wel eerlijke relaas van wat er omgaat in het gemoedsleven van onze populaire schrijfster Annie Schmidt die met haar milde humor een glimlach weet te brengen in het hart van duizenden ouwe hoeren.’ [Lien Devos]
Drs. Cees van der Pluijm
Annie M.G. Schmidts biografe Annejet van der Zijl maakte een keuze uit de vele brieven die Schmidt schreef in de periode 1919-1994. Als jonge bibliothecaresse schreef Schmidt vooral aan haar moeder, later aan haar man, haar zoon, aan vriendinnen en collega's. De jonge Schmidt lijkt in niets op de middelbare en oudere schrijfster: aanvankelijk klinkt ze braaf en alledaags, gaandeweg sluipt er een vileine toon, oprechte boosheid en trefzekere baldadigheid in haar brieven. In de laatste 25 jaar neemt Schmidt geen blad voor de mond en munten de brieven uit door scherpe karakteriseringen en boosaardige uithalen die altijd vermakelijk en origineel zijn. De brieven zijn van noten voorzien die af en toe potsierlijk amateuristisch zijn door gebrek aan informatie, te veel aan vanzelfsprekende informatie of klakkeloze herhaling. Naast een register op persoonsnamen bevat de uitgave zwart-witfoto's en een kleurkatern met facsimile's van brieven. Voor de A.M.G. Schmidtkunde is dit boek niet van groot belang, vermakelijk en lezenswaardig is het zeker, voor de Schmidtfans is het smullen. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.