Droomtijd
Caroline Delannoy
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : DELA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
MAGAZIJN : WISSELCOLLECTIE SCHOLEN DELA |
31/01/2012
In Vlinders en visioenen zijn Anouk en Jacob, zestien en achttien jaar, de hoofdrolspelers. Anouk woont samen met haar manzieke moeder, wiens nieuwste aanwinst overbuurman Paul is, de vader van Jacob. Anouks vader verdween toen ze vier was. Zij herinnert zich vooral de liedjes die hij voor haar zong en speelde op zijn gitaar. Jacob woont bij zijn vader, een man met angstdromen en met een manie voor Mariabeeldjes. Een en ander heeft te maken met de nooit opgehelderde moord op Jacobs moeder, twaalf jaar eerder.
Anouk en Jacob, beide eenzaten, komen afwisselend in beeld. Anouk staat model voor de zoekende adolescent die zich tegen haar moeder afzet. Zij panikeert wanneer de muziek, die haar met een dunne draad aan haar vader bond, voorgoed uit haar hoofd verdwenen lijkt. Om haar isolement te breken, sluit ze zich aan bij een koor, waar ze vriendschap sluit met het meisje Poe, haar vriend René, en met ‘oma Do’. Die kleurrijke figuren openen Anouks wereld enigszins, maar ze hebben geen wezenlijke inbreng in het detectiveverhaal. Ook Jacob is lid van het koor. Daarnaast is hij een vogel- en natuurliefhebber. In zijn dagboek noteert hij, naast zijn vogelobservaties, ook zijn tegenstrijdige gevoelens voor zijn buurmeisje. Het zijn korte, verfrissende intermezzo’s die hem beter profileren dan Anouk zelf.
In de relatie tussen Jacob en zijn vader zat meer stof tot uitwerking en intrige. Jacob constateert vooral, maar heeft zich vóór de inmenging van Anouk vreemd genoeg weinig vragen gesteld. Het klassieke thema van twee adolescenten die in hun zoektocht naar hun verdwenen ouders naar elkaar toegroeien, is origineel verpakt in een detective. Het speurdersverhaal is nauwkeurig gestructureerd, maar ontrolt zich zo vlug dat het naar het einde toe aan geloofwaardigheid inboet.
Nog voor we Anouk een beetje leren kennen, maken we al kennis met haar angstaanjagende visioenen: een vuurzee bedreigt haar. Blijkbaar heeft dat te maken met de plaatselijke kermis en het optreden van een vuurspuwer. Het vuur kan ook symbool staan voor het verdwijnen van haar vader na het optreden van de vuurspuwer, twaalf jaar eerder, maar dat is dan een vergezocht beeld. Er zijn immers geen aanwijzingen dat de kleine Anouk ooit direct met vuur geconfronteerd werd of zich de vuurspuwer bewust herinnert.
Na een confrontatie met buurman Paul die hout komt hakken, wordt Anouk overvallen door flashbacks die verwijzen naar de moord op Jacobs moeder. Anouk beseft dat ze als kind van vier een nooit gehoorde getuige was. Ze stapt niet naar de politie maar gaat zelf op onderzoek uit. Dan ontwikkelt het verhaal zich heel vlug. Haar nieuwsgierigheid leidt haar naar verborgen dossiers in de bibliotheek en een bizarre confrontatie met de vuurspuwer op een circuskamp. Bovendien versiert ze op de valreep nog een baantje in het bewuste hotel waar Jacobs vader op de avond van de moord gesignaleerd werd. Ze ontmoet er de juiste mensen die haar verder helpen en wordt ten slotte zelf de dupe van haar onderzoek. Knap in elkaar gezet allemaal, maar vanwege de snelheid ook afhankelijk van veel toevalligheden, ingewikkelde en gezochte wendingen. En eigenlijk blijft een echt hoogtepunt uit. De ontknoping wordt samengevat en de aandacht verglijdt weer volop naar de relatie tussen Anouk en Jacob, die allebei versterkt uit het avontuur zijn gekomen.
Er is heel wat symboliek in het boek, soms krachtig, soms te weinig functioneel. Het vuur kan staan voor naderende dreiging of voor het creëren van een tabula rasa. In het verhaal kondigt het de vuurspuwer aan. Een sprookje over Hans Reuzendoder probeert ons via Jacob iets te vertellen over het vinden van de eigen kracht, maar de symboliek blijft te wazig om functioneel te zijn. Duidelijker, maar nogal gekunsteld, is het verschijnen van de ‘zwarte rouwmantel’, de lievelingsvlinder van Jacobs moeder. Na haar dood zou ze hem in die gedaante komen opzoeken. Vreemd genoeg is het Anouk die hem een paar keer ziet. Pas op het einde verschijnt hij aan Jacob.
De taal is vlot maar onopvallend. De korte en vaak enkelvoudige zinnen drijven het ritme op, maar de mooiste stukjes tekst vind je toch in de dagboeken van Jacob. In de overigens levendige dialogen sloop af en toe boekentaal binnen: ‘Is het voor jou en je vader moeilijk om gewoon verder te leven nadat je moeder op zo’n wrede wijze om het leven is gekomen?’ Vlinders en visioenen is een typisch adolescentenverhaal in een detectivejasje. Het idee is origineler dan de uitwerking, maar als wegleesverhaal biedt het voldoende spanning om door te lezen. [Jet Marchau]
I. Poels
Anouk en Jakob zijn 16 jaar en wonen bij elkaar in de buurt. Ze komen allebei uit een éénoudergezin. Anouks vader is weggegaan toen ze een kleuter was en de moeder van Jakob is vermoord. Als Anouk de vader van Jakob ontmoet, krijgt ze visioenen over de nooit opgeloste moord. Zij herinnert zich weer dat ze dit als vierjarige heeft zien gebeuren. Ze gaat met de nieuwe informatie niet naar de politie, maar probeert zelf uit te zoeken wat er destijds precies gebeurd is. Hierbij wordt ze geholpen door enkele personen uit haar omgeving. Net als in het eerste boek van Caroline Delannoy, 'Droomtijd'*, spelen symboliek, de verhoudingen tussen pubers onderling en de relatie met hun ouder(s) een belangrijke rol. Het verhaal wordt afwisselend verteld vanuit Anouk en Jakob. Van deze laatste worden vooral stukjes uit zijn dagboek weergegeven, waardoor dit personage het best uit de verf komt. Het taalgebruik is vlot en eigentijds, de woordkeuze doorgaans eenvoudig. De plotwendingen zijn soms wat vergezocht en de personages niet even goed uitgediept, maar de vaart in het verhaal maakt veel goed. Vanaf ca. 13 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
In 'Vlinders en visioenen' lezen we het verhaal van de zestienjarige Anouk. Toen ze nog erg jong was, verliet haar vader het huis en begon haar moeder van de ene naar de andere man te fladderen. Haar nieuwste vriend is Paul, de overbuurman. Diens vrouw werd twaalf jaar geleden vermoord, men weet nog steeds niet door wie. Jakob, de overbuurjongen wordt stilaan een vriend, maar wanneer Anouk hem wil vertellen over de visioenen die ze sinds enkele weken heeft, jaagt ze Jakob van zich weg. Ze heeft namelijk visioenen over de moord op zijn moeder en krijgt daardoor een sterk vermoeden dat Jakobs vader erachter zit. Wanneer Anouk op onderzoek gaat, komt ze terecht in het hotel waar Paul de avond van de moord gezien zou zijn. Anouk bijt zich vast in het verhaal, maar beseft niet dat ze zichzelf daarmee in gevaar brengt …
Dit verhaal is vlot geschreven, maar zorgt niet voor een grote literaire openbaring. De kinderen zijn weer degenen met het grote verantwoordelijkheidsgevoel en zullen alles weer even gaan oplossen. Leuk voor een fantasieroman voor achtjarigen, maar deze leeftijdsgroep moet het toch van een ander niveau hebben. De symboliek (onder andere een vlinder die steeds opduikt, vuur dat Anouk in haar visioenen ziet) is weinig subtiel in het verhaal verwerkt en doet bijgevolg nogal krampachtig aan. Kortom, een spannend verhaal, maar geen schrijftechnische hoogvlieger.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.