Dorsvloer vol confetti
Franca Treur
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1350 |
Dirk Leyman
ua/an/15 j
Sinds Maarten 't Hart, Jan Wolkers en Jan Siebelink wisten we natuurlijk hoe het eraan toeging in streng gereformeerde Nederlandse milieus. Maar met Dorsvloer vol confetti voegde de Zeeuwse Franca Treur (°1979) daar in 2009 een apart hoofdstuk aan toe. Treur kwam met een autobiografisch geïnspireerde roman waarin ze uitermate gedetailleerd de geplogenheden beschreef in een orthodoxe boerenfamilie op het Zeeuwse eiland Walcheren, vanuit het perspectief van de 12-jarige Katelijne.
Pijlsnel schoot Dorsvloer vol confetti naar de hogere regionen van de bestsellerlijsten, met een aangekondigde verfilming, bekroningen (waaronder de Selexyz Debuutprijs) en nominaties. De schrijfster zelf werd tegen wil en dank publiek bezit en "die roman met die rare titel" het meest bejubelde Neder- landse debuut in jaren. "Mensen wa-ren zo geraakt door het boek dat ze mij op literaire avonden wilden aanraken", zo vertelde Treur onlangs in NRC.
De nuchtere Treur kon de hele heisa makkelijk relativeren, maar besefte wel dat er flinke druk op haar schouders kwam te liggen. Temeer omdat Treur een boek wou schrijven dat meer op de huid van de tijd zat.
Veel druk
Pas vijf jaar later ligt De woongroep te pronken in alle Nederlandse boekhandels en mag de blondine de ronde van de Nederlandse tv-programma's maken. De Nederlandse kritiek sleep intussen de sabels en voerde een haast rituele slachting van de roman uit.
Zelf leek Treur zich in een interview in Metro al ietwat in te dekken. "De woongroep is een zoekend boek. Als je een afkeer hebt van twijfel en nuancering en meer houdt van zwart-wit, dan vind je het misschien niet goed." Zoekend en tastend. Dat zijn inderdaad de termen die je voor de geest komen bij het lezen van deze voortkabbelende roman. Niet helemaal verbazingwekkend. Treur opteert met de 28-jarige Eleonoor dan ook voor een wat naïef, richtingloos hoofdpersonage dat "niet echt gelukkig" is. Begiftigd met grote ambitie of spitante denkbeelden is ze niet. De freelance content manager zit veel in haar eentje thuis en vindt slechts een uitlaatklep in het aanschaffen van elektrogadgets ("Ik heb een zwak voor onbehulpzame types in computerzaken, maar val er niet op"). Met haar vriendje Erik, die zich hoofdzakelijk voor zijn tot mislukken gedoemde filmproject interesseert, loopt het ook maar stroef.
Eleonoor krijgt plots zin om uit de steeds strakker wordende houdgreep van de burgerlijkheid te breken, wat Erik weinig zint. Ze probeert "het nieuwe vuur" te vinden, zoals de Azte- ken (overigens de eerste titel van de roman). Eleonoor zoekt onderdak bij een woongroep, die zich verschanst in een oud weeshuis en vandaaruit idealistische acties onderneemt. Zonder veel moeite wordt ze in het gezelschap opgenomen. Voor ze tot de daad overgaan - een nogal klunzige actie in een restaurant - slaat Treur nogal wat zijpaadjes in en dompelt ze ons onder in de dagelijkse besognes van de woongroep. Het leidt tot te lang uitgesponnen hoofdstukken.
Treur poogt nog de meubels te redden door de verdwijning van woongroeplid Alexander naar de voorgrond te halen en wat spookachtig gedoe in het weeshuis in te lassen, maar het boek blijft rammelen. Aan het eind lijkt Eleonoor weer in het vertrouwde stramien te stappen - met hypotheek en baby erbovenop. Is het een bevestiging van wat Erik haar al had aangepraat? "Al die onrust zit in mijn hoofd. Ook als ik mijn leven zou omgooien, dan blijft die onrust daar zitten." Heeft Eleonoor na haar passage bij de woongroep, haar tijdelijke vegetarisme én geforceerde actiebereidheid haar schuld tegen de samenleving afgelost? Dat motief doorkruist het hele boek.
Af en toe doet De woongroep denken aan Vissen redden van Annelies Verbeke, waarin een vrouw hardnekkig op zoek gaat naar zingeving en engagement. Maar bij Verbeke pakte dat een stuk grappiger uit. Treur aarzelt te zeer om de satirische kaart te trekken. Jammer, omdat haar boek dan meer ballen aan het lijf had gekregen. Haar laconieke manier van observeren uit Dorsvloer vol confetti zien we hier te zelden bovendrijven. Er staan overigens ook ronduit kromme zinnen in het boek, al vermomt Treur dat als gesampled en geknutseld taalgebruik van de jongeren.
Gemak en comfort
De woongroep blijft een enigszins brave en onvoldragen roman, ondanks het schrandere opzet. Toch lees je geamuseerd verder. Omdat Treur vooral in de banaliteit van de gesprekken veel dubbele bodems weet te leggen én er gaandeweg toch een contourrijk portret van haar erg Hollands aandoend hoofdpersonage ontstaat. Met Eleonoor toont ze een exponent van een wat springerige en kleurloze generatie die uiteindelijk toch vooral op haar gemak en comfort is gesteld. "Het leven is wat het is. Ik moet het niet zien als een slap aftreksel van iets wat nog ontzettend veel groter had kunnen zijn", staat er ergens. Groots en meeslepend leven? Het lijkt hopeloos passé.
Franca Treur, De woongroep, Prometheus, 338 p., 19,95 euro.
DIRK LEYMAN ■
30/06/2014
Wanneer Elenoor en haar vriend Erik op bezoek gaan bij vrienden die net een tweeling hebben gekregen, gaat het mis. Ze informeert of het klopt of moeders wel eens de aandrang kunnen hebben hun baby’s uit het raam te gooien. Ook de beschuit met muisjes laat ze aan zich voorbijgaan. Het 28-jarige hoofdpersonage uit De woongroep voelt de sociale druk om met haar vriend te gaan samenwonen en aan kinderen te beginnen. Maar wat wil ze zelf? Is dit haar leven, haar toekomst? Ze heeft geen grote dromen of idealen, maar vreest dat ze zichzelf verloren is, ergens tussen het streven naar geluk en naar het beeld dat de reclame daarvan schetst.
In haar tweede roman, die volgt op het succesvolle debuut Dorsvloer vol confetti, pakt de Nederlandse schrijfster France Treur aan wat je een generatieprobleem zou kunnen noemen. Eleanor gaat in een woongroep wonen, maar niet uit idealisme. En hoewel de woongroep wel een gezamenlijke groentemand aankoopt en af en toe een spandoek aan de gevel hangt, is de overtuiging er ook ver te zoeken. Wanneer hun huisgenoot Alexander verdwijnt, duurt het weken voor de andere bewoners het zelfs maar beseffen. De meest radicale bewoonster, Annerie, is vooral bezig met haar nieuwe minnaar, en het koppel Mattheo en Reve zoekt enkel mee naar Alexander in de hoop hun gestolen fietsen terug te vinden.
Deze zoekende generatie wordt echter niet genadeloos afgebeeld door Treur, maar vaak even halfslachtig als ze blijken te zijn. De woongroep blijkt niet anders te zijn dan de wereld erbuiten, maar het boek werpt zeker geen genadeloze blik op het hippieachtige idealisme van vorige generaties die nog geloofden de wereld te kunnen verbeteren.
Uiteindelijk is het boek erg modaal en modieus, en daarbij even vaag en zoekend als het hoofdpersonage. Eleanor heeft vriendinnen die plots aan sportrages gaan meedoen en zelf shopt ze op Amazon als ze zich niet goed voelt. Tegenover die banaliteit wordt echter niets geplaatst. Zelfs de angst voor de toekomst die in het boek sluimert, is modieus, herkenbaar en ontdaan van scherpe kantjes.
Bijkomend pijnpunt is de stijl. Moet het echt, die kromme taal van een twintiger ‘die momenteel helemaal into Fleet Foxes is’? Vaag raakt De woongroep heikele en hedendaagse thema’s aan zonder evenwel de waan van de dag te overstijgen. Dé roman over een generatie op de dool? Daarvoor gaat het boek zelf te veel de mist in. [Rasmus Van Heddeghem]
Redactie
Tweede roman van de auteur (1979) die met haar debuut ‘Dorsvloer vol confetti’ veel succes had. De 28-jarige Eleonoor heeft het ogenschijnlijk goed voor elkaar, ze heeft een standvastige relatie met Erik en verdient als afgestudeerde communicatiewetenschapper ruimschoots genoeg als freelancer om haar hobby ‘shoppen’ en haar verlangen naar de nieuwste elektronica te kunnen bevredigen. Maar ze vindt haar leven nogal doelloos en gewoontjes en besluit in een idealistische woongroep te gaan wonen in een oud voormalig weeshuis in Amsterdam-Oost. Daar komt ze terecht bij een bonte verzameling mensen met ingewikkelde onderlinge verhoudingen, moet ze zich voordoen als vegetariër en gaat actievoeren waarbij ze rechtstreeks tegenover Eriks vader komt te staan. Hoewel niet autobiografisch, net zomin als haar debuutroman, maakte de auteur bij het schrijven van deze roman gebruik van haar eigen ervaringen in een woongroep. Geestige, in een wat laconieke stijl geschreven roman met raak getroffen sfeer en dialogen, herkenbare situaties en een overtuigende, eigentijdse hoofdpersoon op zoek naar de zin van het leven. De roman alleen te zien in het licht van haar succesvolle debuut over een jeugd in een orthodox-christelijke Zeeuwse gemeenschap is appels met peren vergelijken. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.