Een tragikomedie over twee mannen met dezelfde naam - Tony Hanssen - op twee verschillende continenten en met twee heel verschillende levensvisies. Maar allebei hopen ze op een of andere vorm van verlossing. Wanneer ze elkaar ontmoeten gaat de bal aan het rollen.
In dit boek beschrijft Oek de Jong de geschiedenis van Abel Roorda, zijn ouders en grootouders én de grote verandering die Nederland onderging in de periode tussen de Hongerwinter van 1944 en de komst van de grote welvaart in de jaren zestig. De roman speelt zich af in Amsterdam en op het Friese en Zeeuwse platteland.
Alphonse is met zijn geliefde Kat verhuisd naar de Vlaamse Westhoek. Ver weg van het drukke Brussel en het wisselvallige muzikantenbestaan is hij gelukkig met zijn eenmansklusjesbedrijf. Zijn klanten zijn lovend over zijn werk, en nog meer onder de indruk van hemzelf. Alphonse verspreidt rust, mensen stellen zich open voor hem, hebben zo sterk de behoefte aan zijn adviezen dat ze hem gaan opeisen. Alphonse is zich bewust van zijn charisma, maar wil goeroe noch Jezus zijn.
Bundel met vijftien verhalen waarin de hoofdpersonen op een of andere manier ten prooi vallen aan 'paralyse': een (geestelijke) verlamming die hun leven hopeloos frustreert en die veroorzaakt lijkt te worden door de sociale en religieuze mores van de Ierse samenleving in Dublin aan het begin van de twintigste eeuw.
Autobiografie van de jonge Oostenrijkse vrouw (1988) die op 10-jarige leeftijd werd ontvoerd. Na acht jaar lang door haar ontvoerder misbruikt te zijn, wist ze te ontsnappen. Vanaf ca. 16 jaar.
Nadat hij zich in een vlaag van verliefdheid vergrepen heeft aan een van de verzorgsters van zijn bejaarde moeder kiest een in zelfdoding gespecialiseerde psychiater bij het kiezen van een nieuwe verzorgster voor een onorthodoxe oplossing.
Als een Parijse chirurg erachter komt dat zijn vrouw vreemdgaat met een collega van hem, verhuizen ze naar het platteland waar minder verleidingen zijn voor zijn echtgenote, die vrijt met elke man die ze tegenkomt.
Een 81-jarige homoseksuele Britse schrijver blikt terug op zijn turbulente leven waarbij hij vooral stilstaat bij de grote gebeurtenissen van de 20e eeuw
De Nederlandse schrijver Oscar van den Boogaard schrijft een epos over twee Nederlandse families die op de grens met Duitsland wonen. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de 20e eeuw vallen hun levens met horten en stoten in een bepalende plooi. De roman is een familiegeschiedenis, deels van de auteur, deels verzonnen. Opvallend: in de roman schrijft Van den Boogaard dat hij een zoon is van de Nederlandse prins Bernhard en bijgevolg dus een halfbroer van prinses Beatrix.
Als de zoon van een zakenvrouw een vervangster voor zijn net weggelopen vriendin meeneemt naar het kerstdiner van zijn moeder en ook nog een zus van zijn moeder uitnodigt van wie zij is vervreemd, zijn de rapen snel gaar.
Als zijn ongelukkige zoon voor de trein springt, komt het leven van de vader op zijn kop te staan en het noodlot blijft hem daarna achtervolgen, hoezeer hij ook zijn best doet om postief te blijven.
Op een mooie herfstdag wordt een stadje in de Amerikaanse staat Maine volledig van de buitenwereld afgesneden door een geheimzinnige, onzichtbare energiekoepel. Niemand kan er meer in of uit. Waar komt de koepel vandaan en wat is de bedoeling? In het stadje ontstaat steeds meer angst, chaos, onzekerheid en paniek. Langzaamaan wordt alles schaarser, vervuilt de lucht en raakt de zuurstof op. Om de koepel heen doen de media verslag.
Al twaalf jaar vormt de succesvolle kunstenares Claire met haar man Axel en zijn dochter Josefien een hecht gezin, niet van echt te onderscheiden. Maar sinds Josefien haar stiefmoeder een geheim heeft toevertrouwd, is het gedaan met de harmonie.