De vanger in het graan
J.D. Salinger
J.D. Salinger (Auteur), Johan Hos (Vertaler), Auke Hulst (Nawoord), Anna Rose Yoken (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10850 |
Dirk Leyman
il/pr/08 a
Welgeteld 25 dollar ontving J.D. Salinger voor zijn eerste gepubliceerde verhaal 'The Young Folks' in het blad Story in 1940. Hij was er blij mee als een kind. Maar later probeerde hij zijn vroege korte verhalen zo veel mogelijk 'uit het zicht te manoeuvreren'. Eenentwintig verhalen die hij schreef vóór The Catcher in the Rye (1951) leken van de aardbol verdwenen. "Is het niet vreemd dat velen denken dat hij als volgroeid genie begon te publiceren?", vraagt Auke Hulst zich af in het nawoord van Drie vroege verhalen. Door een onoplettendheid van Salinger zien 'The Young Folks', Go See Eddie' en 'Once a Week Won't Kill You' nu toch wereldwijd het licht.
Diepe wonden
Cultauteur Salinger - die in 2010 op 91-jarige leeftijd overleed - waakte over zijn oeuvre als een veiligheidsagent met de trekker aan het geweer. Behept met paranoia leidde hij zestig jaar lang een volkomen teruggetrokken bestaan, dat paparazzi, journalisten en biografen tot de gekste bokkensprongen verleidde. Na de novelle Hapworth 16, 1924, verschenen in The New Yorker in 1965, loste hij geen letter meer.
Meer zelfs, hij beschouwde publiceren "als een bedreiging van zijn intimiteit". Salinger wilde zélf nauwlettend bepalen wat er na zijn dood nog aan de oppervlakte zou komen. Pas in 2060 mocht er postuum werk opduiken. Maar volgens biografen David Shields en Shane Salerno zouden tussen 2015 en 2020 al vijf Salinger-boeken wereldkundig worden gemaakt.
Maar kijk, zo lang hoeven we dus niet te wachten. Niet alleen lekten in 2013 via internet gescande versies van een aantal jeugdverhalen uit, vorig jaar zorgde vooral de kleine, onafhankelijke uitgeverij Devault-Graves voor opschudding. Ze ging er prat op met de "eerste wettelijke uitgave" van onbekend werk van Salinger te komen. Salinger was immers vergeten het copyright vast te leggen van drie verhalen, verschenen in Story en The University of Kansas City Review, samen goed voor amper veertig pagina's. De uitgeverij kon gewiekst de hand leggen op de rechten. Dat ze het boekje licht frivool liet illustreren, zou Salinger wellicht een beroerte hebben bezorgd.
Salinger geldt - zeker vanwege Nine stories (1953) en Franny and Zooey (1961) over de onorthodoxe familie Glass - als een subliem kortverhalenauteur. Maar je merkt dat hij in de Drie vroege verhalen nog naar zijn vorm zoekt. Auke Hulst merkt op dat "de wonden die Salinger tot een groot kunstenaar zouden maken, nog niet geslagen zijn". Salinger hield aan de Tweede Wereldoorlog een posttraumatische stressstoornis over en die vond in zijn werk daarna een versluierd onderkomen.
Geestig en tegelijk kwaadaardig is 'De jongelui', waarin de vluchtige dialogen tijdens een cocktailparty over en weer flitsen. Iedereen praat naast elkaar heen. En wat ze vertellen, is van een onpeilbare leegte. Maar anderzijds is het zo goed getroffen dat je een grijnslach niet kunt onderdrukken. Salinger neemt al een voorschot op het loze adolescententaaltje waarmee hij later de wereld aan zijn voeten zou krijgen. Tussen de regels valt er trouwens een en ander te ontrafelen.
In 'Ga naar Eddie' zet een onprettig heerschap zijn zus onder druk om een zekere Eddie te zien, die haar een baantje kan bezorgen, en neemt hij haar affaires op de korrel. Het is niet meer dan een uitsnede, maar ook hier toont Salinger zijn vileine trekjes. Veel gevoeliger én bondiger is 'Aan een keer in de week ga je niet dood', waarin een jongeman afscheid neemt van zijn naasten om naar de oorlog in Europa te trekken. Zijn onbeholpenheid spat van de pagina's en hij draagt zijn geliefde op om met een lievelingstante één keer per week naar de bioscoop te gaan. Maar zij heeft al geanticipeerd op zijn vertrek.
Zelfbewust
Deze Drie vroege verhalen maken een nog onaffe indruk, maar overtuigen wel door het zelfbewust tentoongespreide talent van de schrijver. Salinger toont ook hoe hij de kunst van de weglating al vroeg beheerste. Langzaam is hij zijn lijzig pratende en sarcastische personages aan het polijsten.
Uiteindelijk zal hij met Holden Caulfield in The Catcher in the Rye het gedesoriënteerde levensgevoel van naoorlogs Amerika midscheeps treffen.
DIRK LEYMAN ■
Annelies Verbeke
il/pr/30 a
Vijftig jaar is het geleden dat nog ongepubliceerd werk van de grote Amerikaanse auteur in boekvorm naar buiten kwam. Er bestaat geen twijfel over dat hij woedend zou zijn, mocht hij het nog kunnen weten. Het grootste deel van zijn leven (1919-2010) was Salinger naast een meesterlijk schrijver een kluizenaar met een oorlogstrauma, iemand die lak had aan de literaire wereld (zijn laatste werk verscheen in 1965, zijn laatste interview in 1980) en die aan het eind van zijn leven liet vastleggen dat zijn laatste geschriften pas in 2060 mochten worden gepubliceerd. De 21 verhalen die hij vóór zijn beroemde The catcher in the rye schreef, vond hij niet goed genoeg om ooit gepubliceerd te worden buiten de kleine literaire tijdschriften waaraan hij ze zeventig jaar geleden, tussen zijn eenentwintigste en negenentwintigste, verkocht.
Vintage curiosum
Dat het in de VS toch gebeurde door de onafhankelijke uitgeverij Devault-Graves is een rechtenkwestie. Aangezien Salinger vergat drie van deze verhalen te registreren, hadden de erven geen been om op te staan. Zoiets is altijd wrang en als auteur protesteer ik meteen. De lezer in mij is daarentegen erg benieuwd. En de hedendaagse internetgebruiker die ik nu ook eenmaal ben, houdt het bij meewarig zuchten; je hoeft geen technologisch genie te zijn om de verhalen die Salinger van de eeuwigheid wilde behoeden online te vinden. Die stonden daar al lang ongehinderd illegaal te wezen voor de papieren Three early stories in de zomer van vorig jaar het levenslicht zag, voorzien van illustraties - nog zoiets waar Salinger doorgaans een bloedhekel aan had. Te midden van alle tromgeroffel bij het verschijnen van 'de eerste Salinger in een halve eeuw', is dat het echte drama: 'sharing' is niet noodzakelijk 'caring' en de wensen van een grootmeester verworden achteloos tot een vintage curiosum, leuk om een stukje over te schrijven.
Dus toch maar gauw naar de verhalen zelf, die sterk en interessant zijn. Zeker is de auteur die we hier aan het werk zien merkbaar jonger dan die van zijn latere boeken, zoals de bundel Nine stories, met daarin het onweerlegbare meesterwerk 'A perfect day for bananafish'. In de vroege verhalen lijkt het Salinger meer te doen om het zorgvuldig uitknippen van een goed gekozen stukje leven van zijn personages, dan om het uitdiepen van een uitgebreide spanningsboog met zijsprongen en andere perspectieven als in de latere, veel langere verhalen. Maar vanaf de eerste zin van het eerste verhaal is het duidelijk dat je Salinger aan het lezen bent en het theatrale, of eerder 'toneelmatige' van de tekst vergroot die herkenning. Telkens ligt de klemtoon op dialogen, die in 'De jongelui' doen denken aan het even blasé als onbeholpen studententaaltje van The catcher in the rye, met mensen die naast elkaar heen praten omdat ten minste een van beide partijen niet in een toenadering is geïnteresseerd. Achter die dialogen broeit het echte verhaal, en dat is er altijd een van mislukking en eenzaamheid.
Brille
In de drie vroege verhalen duikt ook al het weinig flatterende beeld van de jonge vrouw op, dat in het latere werk van Salinger terugkeert. De niet-begeerde jongelinge in 'De jongelui' onderneemt vruchteloze pogingen een niet-begeerde student aan zich te binden met kwaadaardige verzinsels over anderen. In 'Ga naar Eddy' gaat het om een verwende vrouw die haar seksualiteit inzet om mannen te gronde te richten (al suggereert Salinger mannelijke agressie als omkadering daarvan). In 'Aan één keer in de week ga je niet dood' is het duidelijk dat de jonge echtgenote zich geen moeite zal getroosten om voor de moederlijke bejaarde tante van het hoofdpersonage te zorgen, nu hij zelf naar de oorlog moet, en dat terwijl de tante zich zelf opnieuw over hem blijkt te hebben ontfermd. In Salingers latere verhalen zullen het geen bejaarde moedertypes maar meisjeskleuters zijn die, niet zonder gevaar, als lichtpunten tegenover eenzame mannen met oorlogstrauma's en zelfmoordgedachten worden geplaatst.
Deze inzichten doen geenszins af aan mijn leesplezier. Het is pijnlijk, waarachtig, diepmenselijk en maakt - zoals het geval is bij grote literatuur - een onderliggend mysterie voelbaar. Zijn stijl is snel en wendbaar, tintelend van brille. Ook de vroege verhalen getuigen daarvan. Louter oordelend naar de kwaliteit, zijn ze uiteraard een publicatie waard.
Wie naastDe vanger in het graan nooit wat van Salinger heeft gelezen, moet dringend ontdekken dat hij in de eerste plaats een schrijver van korte verhalen was. Het beste ga je van start met de verhalen en novellen die De Bezige Bij in 2008 en 2011 opnieuw uitgaf, in de eerste plaats met Negen verhalen.
J.D. SALINGER
Drie vroege verhalen.
Vertaald door Johan Hos, Singel Uitgevers, 72 blz., 12,50 euro (e-boek 7,99 euro). Oorspronkelijke titel: 'Three early stories'.
Redactie
Drie vroege, korte verhalen van Salinger (‘The catcher in the rye’), in de jaren veertig in diverse tijdschriften verschenen, maar pas onlangs voor het eerst in boekvorm uitgebracht. ‘J.D. Salinger wil niet dat u deze verhalen leest’ is de openingszin van het uitgebreide nawoord van Auke Hulst. Salinger (1919-2010) heeft namelijk geprobeerd met strikte richtlijnen te regelen wat wel en wat niet van zijn literaire nalatenschap gepubliceerd mocht worden en wanneer. Deze drie verhalen stonden echter niet geregistreerd en daardoor, en door ze te voorzien van illustraties, kunnen ze nu toch in boekvorm verschijnen. Het zijn verhalen van een jonge beginnende schrijver, waarin de thema’s uit zijn latere werk al wel aanwezig zijn (denk- en leefwereld van jongeren) en de stijl herkenbaar. Een cocktail party conversatie, een ruzie tussen een zus en broer en een afscheidnemende soldaat die naar het front moet. Zeer leesbaar, geestig en suggestief, maar nog niet met de kwaliteit van zijn latere werk. Salinger-liefhebbers zullen ze echter, na vijftig jaar wachten op iets nieuws, graag willen lezen. De illustraties (zwart-wit) erbij zou Salinger, zoals de Amerikaanse uitgever eerlijk toegeeft, hoogstwaarschijnlijk ook niet hebben gewild. Ze voegen weinig toe en passen niet bij Salingers stijl.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.