De dagboeken van Cassandra Mortmain
Dodie Smith
Kathy Mathys
il/pr/28 a
Natuurlijk zijn ze lief, die dalmatiërs, van het eerste tot het laatste zwartgevlekte exemplaar, maar wie Dodie Smith (1896-1990) afwijst op basis van de beroemde Disneyverfilming doet haar geen recht. Smith, die eerst actrice wilde worden, daarna theaterteksten en filmscenario's schreef, begon aan haar eerste roman toen ze in Amerika woonde. Ze had heimwee naar Engeland met zijn droefgeestige herfsten, mistige landschappen, ingewikkelde theerituelen, zijn kurkdroge humor. Wie al begint te kwispelen bij deze opsomming kan met een gerust hart beginnen aan De dagboeken van Cassandra Mortmain, zoals I capture the castle in de nieuwe Nederlandse vertaling heet. Uit elk woord in deze roman straalt dat oer-Engelse waar anglofielen niet aan kunnen weerstaan. Somber ogend kasteel in de rimboe van Suffolk: check. Jonge heldin met ongebreidelde fantasie: check. Praatgrage dominee met een voorliefde voor likeurtjes: check.
We kunnen nog wel even doorgaan met de opsomming van alle standaardingrediënten, maar laten we overschakelen op de bijzonderheden. De vader van de heldin schreef ooit een experimentele roman. Smith onthult geen details over het boek; ze typeert het als een voorloper van het werk van James Joyce. De vader, die na de dood van zijn eerste vrouw hertrouwde met model en kunstenares Topaz, heeft al jaren geen pen vastgepakt. De royalty's zijn opgedroogd en het gezin mag dan in een kasteel wonen, er is nauwelijks geld voor eten. Het dak lekt. De meubels zijn verkocht.
Er komen rijke Amerikanen in de buurt wonen. Dit verhaal speelt in de eerste helft van de twintigste eeuw, maar Cassandra en haar zus Rose zitten in gedachten nog bij Jane Austen wier heldinnen altijd de handen vol hadden aan de zoektocht naar een man met geld. Rose wordt geschikt geacht om een van de twee Amerikaanse broers te strikken - de andere wil zo snel mogelijk terug naar zijn ranch.
Excentriekelingen
Erg origineel klinkt het verhaal niet en De dagboeken van Cassandra Mortmain bewijst dat het verhaal er weinig toe doet, zolang we maar kijken door de ogen van een interessante verteller. En dat is Cassandra. Ze begint met haar eerste dagboek - het boek bevat er drie - om haar schrijftalent te ontwikkelen. Ze wil van karakterschetsen en landschapsbeschrijvingen geleidelijk overgaan op verhalen. Mooi hoe dit boek steeds minder dagboekachtig gaat klinken. Smith laat dit subtiel gebeuren.
In het begin is de verteller nog een echte puber. Dat verandert, al blijft ze obsessief met zichzelf bezig en zit ze vol pseudowijsheden zoals deze: je kan je voor een diner bij kaarslicht het best aankleden bij kaarslicht. Maar Cassandra is ook een scherpzinnige observator. Vooral haar beschrijvingen van de vage Topaz, een hoogst excentrieke vrouw die weleens zonder kleren rondloopt, zijn hilarisch. We ontmoeten nog meer excentriekelingen; ze lijken wel voorouders van de vreemde snuiters in het hedendaagse Suffolk dat zo treffend getypeerd wordt in Julia Blackburns Draad.
In de tweede helft van het boek wordt de toon ernstiger, bij momenten diepzinnig. Het verhaal weet echt te verrassen. Cassandra ontdekt hoe onkenbaar de ander is, hoe ze zichzelf een rad voor de ogen kan draaien. Ze denkt na over de gelijkenissen tussen religie en kunst, zet haar eerste stappen op het liefdespad. Dodie Smith laat in deze ingetogen delen het beste van haar kunnen zien, maar er zijn ook komische elementen die minder geslaagd zijn en een beetje gedateerd aandoen.
De Nederlandse uitgever probeert Smiths boek aan te prijzen als een young adult-roman, met een citaat van J.K. Rowling op de cover. Tieners zullen zich vast laten vervoeren door deze kasteelavonturen, maar het zou jammer zijn als het blijft bij een publiek van jonge meiden. De dagboeken van Cassandra Mortmain is een parelende klassieker.
Vertaald door Hannie Tijman, Karmijn, 398 blz., 24,95 €. Oorspronkelijke titel: 'I capture the castle'.
Sandra Faneker
De 17-jarige Cassandra Mortmain (ik-figuur) woont in een vervallen kasteel op het Engelse platteland, met haar vader, die aan een writer’s block lijdt, excentrieke stiefmoeder Topaz, zus Rose en broer Thomas. Ze zijn arm en verlangen naar een luxueuzer leven. In haar dagboeken mijmert Cassandra over zichzelf en haar familie, terwijl Rose droomt van een rijke man die hun (geld)zorgen zal oplossen. Als plotseling twee jonge, rijke Amerikanen opduiken, volgen er allerlei romantische verwikkelingen. Het einde is vrij modern voor een boek uit 1949. Destijds was het een bestseller in Engeland en nu wordt het nog steeds herdrukt. Dit komt door het scherpzinnige, nuchtere hoofdpersonage dat de wereld met een frisse blik observeert. De thematiek is van alle tijden, de personages zijn mooi uitgewerkt en de stijl is vlot en humorvol. De eerste Nederlandse vertaling* verscheen in 1951; deze uitgave is een nieuwe vertaling. Een tijdloze roman die jongeren nog steeds zal aanspreken, al moeten ze af en toe over ouderwetse ideeën heen kunnen kijken. Leuk weetje: de Britse auteur (1896-1990) schreef ook ‘101 Dalmatiërs’, dat vooral bekend is geworden door de geslaagde Disney-verfilming. Vanaf ca. 15 jaar.