Voor rubber en ivoor : Leopold II en de ophanging van Stokes
Daniël Vangroenweghe
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Halewyck, 2004 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : Kast 11-13 939 VANG |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Elsevier, 1985 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 939 VANG |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Elsevier, 1985 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : 939 8° - GEWONE FORMATEN VANG |
31/12/2004
Een eeuw na het vernietigende rapport van Roger Casement staat het bewind van Leopold II in Kongo Vrijstaat opnieuw in de belangstelling. De discussie, zoals die recent gevoed werd door het boek van Adam Hochschild en de film van Peter Bate, blijft geladen. Uitgeverij van Halewyck brengt een nieuwe editie uit van Rood rubber, het boek van Daniel Vangroenweghe dat bij zijn verschijnen in 1985 wel ophef maakte in de media, maar weinig navolging kende in de geschiedschrijving.
In de Angelsaksische wereld verschijnen nog steeds werken over deze periode in de Belgische koloniale periode. In 2002 verscheen bv. nog het minder sensationele European atrocity, African catastrophe van Martin Ewans. De werken van Hochschild en Bate hebben veel te danken aan A. M. Delathuy, pseudoniem van Jules Marchal, die in zijn vele boeken de Kongo Vrijstaat aan de schandpaal nagelt. Marchals eerste boek verscheen enkele maanden na de eerste editie van Vangroenweghes boek, Leopold II en Kongo (1985), een uitgave in eigen beheer. De ingekorte handelsversie Rood rubber verscheen nog in hetzelfde jaar, niet toevallig honderd jaar na de oprichting van Kongo Vrijstaat. De titel ontleende de auteur aan het eerste boek van de onvermoeibare anti-leopoldistische activist E.D. Morel (Red Rubber, 1906), die de frase zelf weer bij de Franse journalist Pierre Mille haalde. Deze nieuwe editie bij Van Halewyck is op twee plaatsen aangevuld met recent bewijsmateriaal, en bevat een nieuw, kort woord vooraf van de auteur.
Anders dan de boeken van Marchal, Hochschild en Ewans biedt Rood rubber geen volledige geschiedenis van de Onafhankelijke Kongostaat (1885-1908). Hoewel hij enkele algemene aspecten van die staat bespreekt, richt de auteur zijn aandacht op de exploitatie van rubber en andere producten in een aantal deelgebieden van Kongo, i.c. het Evenaarsdistrict, de concessie van ABIR en het Kroondomein. In de eerste hoofdstukken schetst de auteur de gruwel in het Evenaarsdistrict aan de hand van de drieste carrières van de elkaar opvolgende districtscommissarissen Charles Lemaire en Léon Fiévez. De eerste komt er niet toe handelsposten op te richten omdat hij zoveel strafexpedities inricht. In een later krantenartikel geeft hij toe dat hij er ongehoorde methodes op na hield. Fiévez, 'de duivel van de Evenaar', laat zijn troepen eindeloos moorden en draagt er zelf een steentje toe bij. In een rapport aan de gouverneur belooft hij "een repressie die nog moorddadiger zal zijn dan voordien". In het hoofdstuk over Fiévez komt een van de aanvullingen in deze nieuwe editie van Rood rubber: Vangroenweghe vond in 2003 een brief van een hoge magistraat in Kongo die citeert uit een (verloren gegaan) rapport van Fiévez waarin die spreekt van meer dan 1000 doden tijdens een expeditie ter bestraffing van een tekort aan geleverde rubber.
Het zijn buitenlandse zendelingen die de eerste internationale protesten laten horen over de misbruiken, o.m. met een stuk in de 'Times' van 18 september 1895. De informatie van de Zweed E. Sjöblom veroorzaakt een polemiek in 1896-97, die door Leopold II gemakkelijk gepareerd wordt. Vangroenweghe spreekt niet over de eerste mediaprotesten in 1890-91, die gevoed werden door de publicaties van de Amerikanen George Washington Williams en William Sheppard.
Vangroenweghe ontleedt vervolgens de werkwijze van de Anglo-Belgian India Rubber Company (ABIR) die van 1982 tot 1903 een grote concessie exploiteert in het Noorden van het Evenaarsdistrict. Het was een weinig fraai spektakel -- en dan te weten dat andere concessies nog veel harder werden uitgebuit -- dat tot een onderzoekscommissie en een annulatie van de concessie leidde. De schandalen rond de ABIR werden fel aangeklaagd in E.D. Morels tijdschrift 'West African Mail'. Verder gaat Vangroenweghe dieper in op het werk van deze activist en op het rapport van Roger Casement (1904). Beiden zijn oprichters van de Congo Reform Association. Hun niet aflatende kritiek leidt tot een officiële Belgische onderzoekscommissie die de eerste aanzet geeft tot de overname van Kongo Vrijstaat door de Belgische staat. De auteur behandelt ten slotte nog het Kroondomein, een enorm gebied dat privé-eigendom is van Leopold II, waar de uitbuiting al even hoge toppen scheert als elders.
De auteur bevestigt de stelling van Morel dat het systeem, de inrichting van Kongo Vrijstaat aan de basis ligt van de misbruiken, die dus geen incidenten van enkele zieke individuen waren. Alle natuurlijke producten waren van de staat, belasting werd geheven in de vorm van langdurige dwangarbeid, opzichters verdienden premies bij hogere opbrengsten, de koning drong steeds aan op meer rubberproductie. Dat alles leidde automatisch tot een overexploitatie die men niet zag in andere kolonies. De auteur wijst er meermaals op dat de quota rubber, kapok, voedsel e.d. zo hoog waren dat de inlanders nauwelijks nog tijd over hadden voor hun eigen voorziening. Ontvolking, als gevolg van de moorden, uitbuiting, honger, teruglopende vruchtbaarheid, emigratie, waren dan ook het gevolg.
Bij zijn verschijning veroorzaakte Rood rubber redelijk wat ophef in de media, en een aanklacht door rechtse ex-kolonialen. Op wetenschappelijk vlak kende het weinig opvolging, zoals de auteur getuigt in zijn nieuwe woord vooraf. Historici bekritiseerden het werk omdat het onnauwkeurig zou zijn. De antropoloog Vangroenweghe zou zich vertild hebben aan de nauwgezetheid vereist aan het historisch vak. De lijst met fouten die F. Bontinck publiceerde in Annales Aequatoria (1987) vind ik anders nogal meevallen (het is wel jammer dat Vangroenweghe die fouten niet verbeterd heeft in deze nieuwe uitgave). Overigens ontkennen de critici niet dat het algemene beeld van Vangroenweghe klopt. Jan Vansina, die een voorwoord schreef tot Rood rubber, vertelde in een recent interview dat het werk van Vangroenweghe lijdt aan een gebrek aan historische kritiek. Hij zou te veel en te vlug voor waar aannemen wat op papier staat. Ik vind die kritiekloze omgang met documenten bv. terug in de etnologische referenties, vooral over kannibalisme. Omdat ze de onmenselijkheid van de Afrikaanse soldaten in dienst van de blanke opzichters aantonen, neemt de auteur die meldingen van kannibalisme zo over uit allerlei rapporten, en het zijn er zoveel dat kannibalisme wel het gebruikelijke eindpunt van een strafexpeditie lijkt. Uit de antropologische literatuur weten we nu echter al sinds decennia dat koloniale verslagen van kannibalisme met een zeer kritisch oog bekeken moeten worden. Die kritiekloze omgang met etnografische, koloniale bronnen bleek ook een probleem in Vangroenweghes andere grote werk, Aids in Afrika (1997), waarin hij al te snel allerlei verslagen van bizarre seksuele gewoontes voor waar aannam. Een etnografisch, en ook historisch tekort in Rood rubber is dat de 'horror' die al aanwezig was in de regio, zaken als de corvee, het handen afkappen, strafexpedities, niet vermeld wordt. Die praktijken werden door de blanke kolonialen overgenomen en uitgebreid, maar het was niet alsof zij plots een hel maakten van wat vroeger een vredevol paradijs zou zijn geweest.
Een andere kritiek op Rood rubber was dat het onevenwichtig was omdat het slechts enkele gebieden behandelde en te veel een opsomming was van negatieve rapporten. Niettemin, zo toont de auteur aan, doorstaan die positieve rapporten minder een kritische analyse dan de negatieve. Katholieke missies bv. zwegen over de misbruiken om hun subsidies niet te verliezen. Misschien kun je niet besluiten dat Vangroenweghe een volledig beeld geeft van Kongo Vrijstaat -- iets wat hij trouwens niet pretendeerde te doen -- maar op zich zijn de misdaden al erg genoeg om onderwerp te zijn van een aparte historische analyse. Dat zijn boek niet altijd de neutrale toon bevat die men van een historisch werk verwacht, valt te vergeven omdat de auteur als eerste zoveel bewijsmateriaal verzamelde. Dit soort protestboeken zijn altijd de eerste stap om een vergeten historische periode opnieuw te bekijken. Het is niet Vangroenweghes schuld dat sindsdien geen nieuwe, 'neutralere' geschiedschrijving plaatsvond. Het zal alvast interessant zijn te zien hoe de komende overzichtstentoonstelling in het Afrikamuseum van Tervuren ('Congo: de koloniale tijd', vanaf 27 januari 2005), een tentoonstelling waarin men o.m. de beschuldigingen van Hochschild enigszins wil nuanceren, om zal gaan met Rood rubber [Chris Bulcaen]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.