De Britse diplomaat Roger Casement wordt uitgezonden naar Congo om daar een bijdrage te leveren aan de civilisering van de inheemse volkeren. Bij aankomst blijkt hij te zijn terechtgekomen in een wereld van uitbuiting en moordpartijen. Casement besluit hierover te rapporteren en wordt een van de eerste voorvechters voor de mensenrechten - niet alleen in Congo maar ook in het Amazonegebied en in zijn thuisland Ierland, waar hij de onderdrukking van zijn eigen landgenoten moet erkennen. Maar terwijl zijn vrijheidsstrijd hem een zeer gerespecteerde positie oplevert moet hij steeds meer zijn best doen om zijn eigen geheimen verborgen te houden.
Remi, voorbestemd om in de Westhoek zijn vader als boer op te volgen, wordt achtervolgd door ontembare dromen en stemmen. De verhalen van zijn nonkel over de eerste wereldoorlog, een zwarte soldaat en een geest maken diepe indruk op hem. Hij wil andere horizonten opzoeken, treedt in bij de jezuïeten en volgt zijn hart naar Congo, waar hij door het Yaka-volk wordt beschouwd als revenant, een reïncarnatie van hun vroegere chef. Een mensengenezer.
Een Engelse scheepskapitein krijgt in 1890 opdracht in Congo, het privé-protectoraat van de Belgische koning, de verbindingen te onderhouden tussen de verschillende faktorijen aan de rivier en ziet daar de uitwassen van het kolonialisme.
Een architect die zijn geloof in alles heeft verloren vertrekt naar het hart van Afrika, op zoek naar een verlaten plek waar hij niet hoeft na te denken.
Een oude man kijkt terug op zijn leven, waarin hij geleefd heeft zonder ooit een keuze te betreuren. Alles is gebeurd zoals het gebeurd is, en over niets wil hij een gedachte van spijt of medeleven toestaan. Ook over de twee vrouwen die hij min of meer liefhad, wordt slechts verteld wat ze deden, niet wat hij daarbij voelde.
Het is ruim zestig jaar geleden dat Congo onafhankelijk werd. Vier generaties (mensen die de koloniale tijd zelf hebben meegemaakt en mensen die de verhalen kennen en met zich meedragen) kijken terug op de koloniale tijd en hoe het de onafhankelijke republiek Congo na 1960 is vergaan.
Ervaringen van de Belgische onderwijzer die enige jaren in Congo werkte, aangevuld met de belevenissen van zijn oudoom en vader die eveneens in de (voormalige) Belgische kolonie actief waren.
Geschiedenis van het Belgische koloniale bewind in Kongo Vrijstaat in de periode tot 1908, toen deze Afrikaanse kolonie persoonlijk eigendom was van koning Leopold II, en van de misdaden tegen de menselijkheid die in dat tijdvak werden gepleegd.
Een korte realtie met een mysterieuze vrouw brengt een jonge pianist op het spoor van zijn verleden als kind van een Congolese moeder en Belgische vader.
Jong, ambitieus en nieuwsgierig: dat is het profiel van de doorsnee Belgen die vertrekken naar de Belgische kolonie Congo. Het boek bevat korte getuigenissen van oud-kolonialen. Met nostalgie maar ook met de nodige kritiek denken zij terug aan de bevrijding uit het Belgische keurslijf, aan hun jeugd en kracht van die jaren, aan de zon en de overweldigende natuur en aan het vele werk en de spectaculaire resultaten, maar ook aan de zwarte vernedering, het blanke hedonisme en de brute macht.
