Tegenwoordig heet iedereen Sorry
Bart Moeyaert
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Querido, 2012 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : MOEY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : MOEY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : MOEY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : MOEY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MOEY |
Veerle Vanden Bosch
2/ei/13 m
In de hoofden van de personages zinderen de emoties
Een eindeloze, landerige zomer; een stille straat die de Melkweg heet, met aan de ene kant de brokkelige muur van 'Oud IJzer CV'. Bovenop die muur, met uitzicht op de straat, drie kinderen: Oskar, zijn oudere broer Bossie en hun vriendinnetje Geesje. Ze zitten er al de hele zomer, te niksen zoals alleen kinderen dat kunnen. Ze hebben last van 'moewigheid', want veel valt er niet te beleven in de Melkweg. Het is alsof alles is stilgevallen, en 'stilvallen is hetzelfde als doodgaan', zegt Geesje. Het hoogtepunt van de dag is de schuifelende doortocht van de amechtige teckel Jeckyll en zijn baasje Nancy Sinatra - een bejaarde vrouw die ze zo noemen vanwege haar vreemde laarzen. Dat is de rode draad in dit intimistische verhaal over groeipijnen, gemis en vergankelijkheid. Geesje worstelt met de ziekte en de naderende dood van een geliefde tante, Oskar en Bossie ontvluchten hun huis in de Pomonastraat en hun vader, een werkverslaafde journalist die met zijn gedachten vaker wel dan niet bij zijn werk zit: 'Hij deed alsof hij er nog wel was, maar zijn ogen waren al ergens anders: ze keken naar zijn binnenkant.' Hun moeder is al acht weken in Italië om orde te scheppen in de 'wirwar' in haar hoofd, en ze laat maar zelden iets van zich horen. De jongens missen hun ouders, maar tegen elkaar reppen ze daar met geen woord van. Ze zijn kwetsbaar en stoer tegelijk.
Wie sterft het eerst?
Alles komt in beweging wanneer Nancy en Jeckyll niet meer opduiken in de straat en de kinderen een weddenschap afsluiten: wie sterft er het eerst: de hond of het oude vrouwtje? De fantasie van de kinderen slaat op hol en dat leidt tot allerlei verwikkelingen waaruit hun emotionele ontreddering blijkt. Er komt even een barst in de relatie tussen de broers wanneer de stoere Bossie zijn oog laat vallen op een nieuw meisje, 'dat Geesje niet kan vervangen'. Bossie vindt dan weer dat de dromerige Oskar 'wat minder broer' moet zijn, en ook met Geesje ontstaan er strubbelingen. Het is zomer, stervenswarm, 'de hitte maakte onze wereld klein', en in de hoofden van de personages zinderen de emoties. Ze worstelen allemaal met hun eigen muizenissen en problemen zonder ze te kunnen uiten. Zoals de ijzerhandelaren Petra en Priit, die amper Nederlands begrijpen en 'Oudijzers' spreken: 'Als niemand je taal spreekt en jij begrijpt niemand, moet dat voelen alsof je op de maan rondloopt', bedenkt Oskar. Zo lopen alle personages in dit boek een beetje op de maan rond, en in hun onbegrip voor elkaars gevoeligheden komen ze geregeld met elkaar in botsing. Het is pas wanneer hun empathie de bovenhand haalt, dat er verlossing komt.
De korte baan
De wereld door de ogen van kinderen bekijken en hun emoties beschrijven zonder dat er valse volwassen noten in doorklinken: het lijkt bedrieglijk simpel, maar het vraagt veel beheersing en empathie. Bart Moeyaert is er een meester in - bedrieglijke eenvoud is zijn handelsmerk. Hij verstaat de kunst om in korte, heldere, uitgepuurde zinnen evenveel te suggereren als te zeggen en hij slaagt erin de sentimentaliteit op een veilige afstand te houden. Hij is een meester op de korte baan: de personages staan er meteen, in enkele rake pennentrekken. Hoe zuinig zijn taal ook is, ze is tegelijk heel beeldend. De openingsscène - drie kinderen op een oude fabrieksmuur in een verlaten straat - staat meteen op je netvlies gebrand. De Melkweg is een bijzonder sfeervolle kleine roman, een novelle haast, die ook voor niet-kinderen heel genietbaar is.
DE AUTEUR: schrijver, dichter en performer die de grens tussen een kinder- en volwassenenpubliek met gemak oversteekt.
HET BOEK: kinderen proberen in het reine te komen met gemis en eenzaamheid.
ONS OORDEEL: sfeervolle novelle over gemis en de pijn die opgroeien heet.
Koen Driessens
2/ei/19 m
Al in 2005 ontstond de openingsscène van 'De Melkweg', waarin Oskar, zijn oudere broer en een buurmeisje vanop een muur hun wereld observeren, "zoals ik dat als kind zelf deed", zegt Bart Moeyaert, "op het dak van de garage of het tuinhok." Een trio dat drie verschillende aspecten van de auteur zelf tot leven brengt: verwonderd, ongenaakbaar en eigenzinnig zijn.
Een veeleisend stadsdichterschap in een cynischer geworden Antwerpen (door onder andere harde gemeenteraadsverkiezingen en Hans Van Themsche) legde het boek echter stil, om later "in een andere toon heropgestart te worden: geen zomers verhaal over een weddenschap meer. Een vrolijk boek is voor mij niet weggelegd."
Dubbel
Al gauw komen vervreemding, eenzaamheid en ook de dood naar boven. Oskar krijgt te maken met de grote wereld. Tijd en plaats houdt Moeyaert bewust vaag "om zo enkel het essentiële over te houden. De Melkweg is de straat van het vertrouwde wereldje van Oskar. Een niet toevallig gekozen naam, groot als het heelal, dat beangstigend klein maakt, een gevoel dat ik ken uit mijn kindertijd. Terwijl de melkweg ook wonderlijk mooi is. Een dubbelzinnigheid die mij wel aanspreekt."
Sterke geest
Al doende zijn weergave van de wereld neer te schrijven kwam Moeyaert erachter hoe de tijd prominent aanwezig is in 'De Melkweg'. "Niet verwonderlijk nu ik, als 47-jarige, zowat halfweg ben. Toch is het besef van vergankelijkheid en betrekkelijkheid niet per se slecht. Het doet je ook meer genieten van elke zonnige dag. Het open einde van het boek voelt daarom toch positief aan. Ook is Oskar gegroeid: zijn lichaam is misschien wel klein en zwak, maar zijn geest is sterker. Net zoals ik me als auteur sterker voel. Op het gevaar af te denken boven de wereld te staan."
Op het dak van een garage bijvoorbeeld, op een zomerse dag.
Annelies De Waele
2/ei/25 m
Bart Moeyaerts De Melkweg vertrekt vanuit een plek: een muur naast Oud IJzer CV, een site waar twee outcasts afgedankt spul opstapelen. Op de muur nabij zitten drie kinderen: Bossie en Oskar, en hun vriendin Geesje. Van de muur hebben ze in hun hoofden een echt clubhuis gemaakt, compleet met kat, koelkast en zetels. Aan de andere kant ligt De Melkweg, een doodse straat. Het is zomer en warm, de vakantie loopt op haar laatste benen. De verveling ligt op de loer. Maar dan slaat de klok zes uur en schuifelen ene Nancy Sinatra en haar hond Jeckyll voorbij.
De Melkweg laat zich niet in een notendop vatten. Wel kunnen we verklappen dat het zoals vaak bij Moeyaert weer heel erg een familie- en broersverhaal is. De ene broer, Oskar, is nog klein en heel gevoelig, hij registreert haarfijn. De andere, Bossie, heeft al wat meer stappen gezet. Op het moment dat het verhaal zich op gang trekt, zijn hun ouders afwezig: moeder zit in Italië om zich te beraden over hoe het verder moet met de 'wirwar' in haar hoofd. Vader sluit zich op in zijn thuiskantoor. Hij is journalist, schrijft stukken over de banale werkelijkheid, maar trekt tegelijk een muur op tegen de hem dicht omringende realiteit. En dan zijn er nog de meisjes, die om de broers heen cirkelen: Geesje, die langzaam afscheid moet nemen van haar geliefkoosde tante, en Calista, die met haar lange benen het hoofd van Bossie op hol brengt.
Het verhaal vloeit voort uit de innerlijke wereld van de personages: Oskar registreert, en vertelt. Het belangrijkste zit tussen de regels, of in stiltes. Het avontuur zit in of tussen mensen. De dood is heel erg present. Zo sluiten de kinderen bij het begin een weddenschap af over wie eerst doodgaat: de oude vrouw die elke dag over De Melkweg strompelt, of haar hondje. Vanaf dat moment kent hun ziel geen rust: wat als weddenschappen of zwarte humor de realiteit beïnvloeden? Het brengt het trio naar het kerkhof, naar een ziekenhuisgang vol aftakelende mensen - een iets minder overtuigende passage - en ook tot bij hun eigen angsten.
De Melkweg staat symbool voor de gigantische ruimte waarbinnen we allemaal onze plaats moeten vinden. De titel verwijst ook naar een typische kinderangst: die om in het heelal eenzaam rond te zweven, zoals een losgeweekte astronaut, of het hondje Laïka. De broers rukken zich los van elkaar en die evolutie geeft Moeyaert knap weer. Een van de mooiste passages uit het boek is die waarin Oskar midden in de nacht vanuit zijn bed het tapijt oversteekt om tot bij zijn broer te gaan. 'Probeer wat minder broer te zijn', repliceert Bossie.
Als het op het vangen van (kinder)angsten aankomt, in taal en voelen, blijft Moeyaert een meester. Wie heeft als kind niet in bed verhalen liggen verzinnen om te kunnen inslapen? Oskar en Bossie hebben nog geluk dat ze verhalen kennen uit de krant, via hun vader. Die anekdotiek, met vaak absurde trekken, staat tegenover de grote werkelijkheid en houdt de humor in het land. Ook in het beschrijven van (kinder)opwinding is Moeyaert erg sterk: het spannende van een samengevouwen, krakend briefje in je broekzak, waarmee je straks een ijsje kunt kopen. De smaak van een soort limonade die je nog niet eerder had geproefd.
Motto van het boek: durf te stappen! Volg je eigen route, desnoods zonder plan en gps.
De Melkweg gaat over verbondenheid en eenzaamheid, ruzie krijgen en het weer goedmaken, over rassen en standen, graag zien en afstand nemen, vasthouden en loslaten. Over de dunne grens ook tussen fictie en realiteit en verhalen verzinnen als dam tegen wat te groot en te eng is. Over klein (willen) blijven en groot (moeten) worden.
31/12/2011
'Are you ready, boots? Start walkin'!'
2012 zou weleens als hét jaar van Bart Moeyaert geboekstaafd kunnen worden. Nadat de schrijver zowat alle Nederlandstalige jeugdboekenprijzen (meermaals) won, en ook over de landsgrenzen tal van internationale onderscheidingen mocht ontvangen, bekronen de nominaties voor twee grote internationale jeugdliteraire prijzen, met name de Hans Christian Andersen Award (voor de vierde maal) en de Astrid Lindgren Memorial Award (alweer de negende keer) terecht Moeyaerts gehele oeuvre. Of de auteur zijn nominaties kan verzilveren, blijft dus nog een jaar afwachten, maar ze verlenen zijn geheel eigen bijdrage aan de kinder- en jeugdliteratuur alvast de nodige egards. Meer dan terechte overigens, zo reveleert de lezing van zijn nieuwe roman.
Het bijzonder fraaie omslag van De Melkweg (zie p. 170) werd op verzoek van de auteur geschilderd door de Brit Ben McLaughlin. Het lijkt een onschuldig beeld: drie kinderen op een muurtje schijnen zich te laven aan wat late zonnestralen. Opvallend genoeg komen slechts de ruggen van het drietal in beeld, waar ze naar (uit)kijken blijft voor de lezer vooralsnog raadselachtig. En daarmee raakt dit beeld treffend het hart van Moeyaerts werk. De broers Bossie en Oskar, en een vriendinnetje uit de buurt, Geesje, hebben die muur, symbolisch de ‘grens’ tussen het magazijn van ‘Oud IJzer cv’ en de ‘Melkweg’ omgedoopt tot hun ‘clubhuis’. Vanaf de eerste bladzijde baadt het verhaal in een unheimlich sfeertje; de onderhuidse spanning tussen het drietal wordt al terloops voelbaar en zal tot een grootse apotheose leiden. Typerend voor Moeyaerts oeuvre blijft veel tussen de regels verborgen, en openbaren allerhande aanwijzingen zich slechts bij grondige en gedegen lezing. De compositie ondersteunt deze inhoudelijke sterkte: de korte hoofdstukjes dwingen tot een traag leesritme, zodat geen detail verloren gaat. Dat Oskar opschrikt als de afwezige moeder ter sprake komt, schijnt misschien een fait divers, maar vormt in werkelijkheid een sleutel tot interpretatie van gedragingen en reacties van de broers. De impliciete karakterisering schraagt die idee en draagt bij tot de inhoudelijke rijkdom van het verhaal. Drie sensitieve personages zijn het, voor wie het leven geen vanzelfsprekendheid vormt. Eenzaamheid verbindt het drietal. Ik-verteller Oskar fungeert daarbij het duidelijkst als gevoelig, tobberig jongetje, zoals er wel meer Moeyaerts oeuvre bevolken (onder andere Ward in Blote handen, of Bing in Dani Bennoni). Maar ook de uiterlijk onbewogen Bossie lijdt onder het gemis van de moeder. Geesje stelt het bestaansrecht van de ‘club’ kritisch in vraag. Ze participeert minder aan de plannen van de broers, niet enkel omdat haar gedachten uitgaan naar haar doodzieke tante, maar ook vanuit haar positie als einzelgänger: ‘Een club? Ik ben geen club. Ik ben alleen.’
Binnen deze besloten setting aan het einde van de zomervakantie valt weinig te beleven. Het observeren van het routineuze wandelingetje van een oude vrouw en haar hondje vormt zowat het hoogtepunt van de dag. Van hun verschijning wordt een verhaal gemaakt, compleet met verzonnen namen — Nancy Sinatra en Jeckyll — want ‘als iemand een naam heeft, bestaat hij echt.’ Via deze namen verwijst Moeyaert naar een van de motto’s uit het boek, een regel uit een songtekst van zangeres Nancy Sinatra: ‘Are you ready, boots? Start walkin’!’ In tweeërlei opzicht blijkt het geen gratuit gegeven. De oude vrouw met haar rode laarsjes wordt mede vanuit deze song geportretteerd: ‘Ze kwam als altijd mijlen achter haar hond aan, omdat haar voeten dikwijls twijfelden’. Een knappe karakterisering, waarmee de auteur bewijst dat hij er nog steeds in slaagt om personages met enkele pennentrekken tot leven te brengen. Tegelijkertijd vormt de tekst een subtiele verwijzing naar de afwezigheid van de moeder: alvorens het gezin (tijdelijk) de verlaten, draaide ze precies deze plaat schier eindeloos, als duidelijke schreeuw om aandacht.
Als de landerigheid van de nazomerse dagen een hoogtepunt inneemt (‘De hitte maakte onze wereld klein’), introduceert Bossie een gewaagde weddenschap met als hamvraag wie het eerst overlijden zal, Nancy of haar teckel. De inzet wordt gemotiveerd vanuit de kinderlijke fantasie: de winnaar heeft het een dag voor het zeggen. Het werpt een interessante blik op het verschuivende kindbeeld; van vrij eenzame, onschuldige kinderen naar de duistere diepten van de kinderziel. Deze gebeurtenis fungeert betekenisvol als katalysator: de volgende dag zijn Nancy en Jeckyll in geen velden of wegen nog te bekennen, wat het drietal noodgedwongen uit zijn isolement haalt. Als Nancy’s antipode opduikt — een jong meisje op slippers dat haar teckel draagt als een baby — wordt de achtervolging ingezet. Het brengt het trio in een keurige villawijk, die huiselijke gezelligheid uitademt. Het ontlokt Oskar niet toevallig de bedenking dat precies dat laatste in hun gezin al lang verdwenen is. Het consequent volgehouden kinderperspectief maakt die gedachte des te schrijnender. Terwijl Oskar verlangt naar de vertrouwde wereld van het clubhuis (inclusief Geesje), wacht Bossie verscholen onder de rododendron smachtend op een glimp van het onbekende meisje. Vond Oskar bij zijn oudere broer tot op dat moment een zekere vorm van steun en geborgenheid, dan drijft de ontdekking van het meisje expliciet een wig tussen de broers. Bossie wil zijn aanhankelijke broer niet langer opvangen, noch fysiek noch via het vertellen van verzonnen verhalen die een (tijdelijke) vlucht uit de harde realiteit bieden. Oskar probeert de sterke bloedband weer aan te halen: ‘"Jij denkt dat je bang zijn zomaar kunt vergeten," zei ik. "Ja," zei Bossie. "Het is een kwestie van oefenen."’ Een niet mis te verstane boodschap, die echter betekenisvol onderuitgehaald wordt als Oskar toevallig de brieven van de moeder terugvindt, goed verborgen onder Bossies bed. Zonder het ook maar éénmaal expliciet te benoemen, brengt Moeyaert treffend de groeipijnen van zijn personages in kaart. Precies die suggestieve aanpak beklijft des te sterker. De levensechte dialogen, waarin net zoals elders in het verhaal geen woord te veel staat, vormen meteen het handelsmerk van de auteur.
De relatie tussen de broers krijgt een flinke knauw als Bossie doelbewust voor het onbekende meisje kiest. Calista doet haar naam (die ‘bijzonder mooi’ betekent) alle eer aan, als ze voor Bossie wel degelijk onweerstaanbaar blijkt. En nadat beide jongens met Geesjes oogafwijking gespot hebben, én haar tante overleden is, blijkt zij eveneens onbereikbaar. De wat afwezige vaderfiguur fungeert al evenmin als toonbeeld van betrokkenheid: in materieel opzicht ontbreekt het de broers nergens aan, maar aandacht en oprechte interesse zijn ver te zoeken. Als gedreven journalist bekommert hij zich immers om het ‘grote nieuws’, terwijl Oskar gaandeweg beseft dat ‘niet al het kleine nieuws onbelangrijk [is]’. Immers, de gezinssituatie biedt een ongekend potentieel waaraan de vader al te makkelijk voorbijgaat. En daarmee raakt Oskar een gevoelige snaar: de moeder leed onder de voortdurende afwezigheid van haar man, wat haar tot drastische maatregelen noopte. In Italië probeert ze weer orde te krijgen ‘in haar hart en in haar hoofd.’ Precies het inzicht dat zijn moeder misschien wel een totaal nieuw leven wil beginnen, zonder haar gezin, brengt bij Oskar een heftige lichamelijke reactie teweeg. In haar drie brieven aan het thuisfront blijft de moeder erg oppervlakkig: ze bericht wel uitvoerig over haar kennismaking met de Italiaanse cultuur, maar zwijgt in alle talen over een mogelijke terugkeer. Slechts de vraag of haar kinderen zich wel sterk houden, wijst op de band tussen ouders en hun kinderen, ook al fungeren de volwassenen niet langer als rolmodel. De langverwachte kentering in het gedrag van de vader komt er na haar vierde en voorlopig laatste brief. Hij schept orde in het huishouden en brengt meer tijd met zijn kinderen door. De inhoud van de brieven wordt gereduceerd tot een laatste vraag, die betekenisvol onvermeld blijft voor de lezer, maar door Oskar ronduit bevestigend beantwoord wordt. In een ultieme confrontatie tussen de twee broers kiest Bossie onverwacht voor Oskar, in weerwil van Calista’s aanwezigheid. En ook de relatie met Geesje wordt weer in ere hersteld. Erg veel goed nieuws dus, maar een onverdeeld happy end is het niet. Oskar en Bossie kunnen wel toekomstperspectieven uittekenen waarin hun moeder opnieuw een beduidende rol speelt, maar nergens wordt gezegd dat zij weer huiswaarts keert.
De auteur draagt De Melkweg betekenisvol aan Jacques Dohmen op, zijn vroegere redacteur bij uitgeverij Querido. Dohmen kan zich, net als de lezer overigens, enkel verheugen over zo’n psychologisch diepgaand (gezins)portret, waarin inhoud én stijl een opvallend geslaagde symbiose aangaan. Herkenbare thema’s en motieven uit eerder werk, de sensitieve personages, de knap opgebouwde compositie, de uitgepuurde stijl en het poëtisch elan, zijn sterk aanwezig, zonder dat Moeyaert zichzelf herhaalt. Integendeel, onverkort literaire kwaliteit afleveren en tegelijkertijd blijven evolueren als auteur: Bart Moeyaert bewijst met De Melkweg overtuigend dat het wel degelijk kan. [Jürgen Peeters]
Eva Kramer
De zomer is bijna voorbij. Oskar (ik-figuur), zijn oudere broer Bossie en hun vriendin Geesje zitten in hun clubhuis boven op de muur. Het clubhuis heeft geen dak en geen muren. Ze hebben zicht op de Melkweg, een rustige straat waarin een bejaarde vrouw elke dag haar stokoude teckel uitlaat. Er lijkt nooit iets te gebeuren. Dan stelt Bossie een weddenschap voor. Plotseling zijn de dingen en de mensen niet meer zoals ze waren. Een subtiele, sfeervolle roman van een veelvuldig bekroonde Vlaamse auteur, die een meester is in het onopvallend en slim ineenvlechten van verhaallijnen. De levendige taal (prachtige worstelpartijen!) en fantasievolle beelden tonen de wereld door de ogen van de kinderen. Moeyaert laat ruimte voor eigen invulling. Verzorgde softcover met sfeervolle, geschilderde omslag met flappen. Korte hoofdstukken met titel, duidelijke lettertypen met schreef. Een verhaal over familiebanden, afwezigheid van geliefden (moeder), de relativiteit van dingen en je plek zoeken in de onmetelijke werkelijkheid. Een roman die nazingt in je hoofd. Vanaf ca. 12 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Twee broers, Bossie en Oscar, een buurmeisje Geesje, een clubhuis op de muur van een fabriek van oud ijzer langs de Melkweg: dat zijn de spelers en de setting van dit verhaal. Het verhaal loopt over vier lange dagen en wordt verteld door de jongste van de broers, Oscar. Het zijn de laatste dagen van de zomervakantie en het is broeierig warm. De jongens vervelen zich, Geesje is verdiept in een boek. Er valt weinig te beleven in de Melkweg. Enkel een oude vrouw met een hond, die Jeckyll heet, komen elke dag op hetzelfde uur voorbij. Zij noemen de vrouw Nancy Sinatra. Zonder dat het gezegd wordt, voel je dat de jongens met een ei zitten. Er is iets met mama, ze is er niet en gaandeweg kom je te weten dat ze in Italië is. Waarom? Hoelang? Dat weten ze niet. Papa is journalist en laat hen begaan. De enige eis die hij stelt is: thuis zijn voor het avondeten. Op dag 2 is er enige opschudding: Nancy komt niet opdagen. Geesje zag op het kerkhof twee versgegraven graven, een groot en een kleiner. De kinderen denken dat ze voor Nancy en haar hond zijn. En omdat ze zich bezig houden met niksen gaan ze een verhaal verzinnen over Nancy en haar hond terwijl ze luisterden naar het zinderen van de hitte. Maar dan komt er toch iemand de Melkweg in. Het is niet Nancy, het is een meisje. Blij met de afwisseling en ook wel omdat Bossie het meisje bijzonder mooi vindt, besluiten ze haar te volgen. Ze woont in een villawijk in een huis met een grote tuin waar volgens Oscar clubhuizen in het wild groeien. Het ziet er feestelijk uit en Oscar denkt: alleen bij ons is dat lang geleden. En Bijna vroeg ik of hij (Bossie) het net als ik lastig vond om al die gezelligheid te zien. (p. 37) Deze korte bedenkingen van Oscar tonen het gemis van de jongens. Omdat Bossie gefascineerd is door het meisje komen ze te laat thuis en nemen ze de straf van vader er bij (overgenomen van mama, denkt Oscar). Op dag 3 weet Geesje te melden dat Nancy in het ziekenhuis ligt, dus daar gaan ze naartoe. Maar Nancy is er niet. In de bus terug pesten ze Geesje met haar loensende oog: Bossie en ik hadden niet afgesproken ... het ging vanzelf. Geesje wordt boos maar de jongens gaan door want: Op een vergissing kun je eindeloos variëren. Van fouten heb je veel soorten. Geesje stapt boos uit de bus en ze zien haar de rest van de tijd niet meer. Ze missen haar wel want ze zorgde voor afleiding. Mama is dan al acht weken in Italië en ze hebben nog maar drie keer iets van haar gehoord. Oscar is bang en kruipt bij Bossie in het bed. Bossie is het beu. Hij verwijt Oscar dat hij hem overal achterna loopt. Dat is wat broers doen, zegt Oscar. Probeer eens wat minder broer te zijn, antwoordt Bossie. Oscar maakt zich zorgen: om mama, om Nancy, om de tante van Geesje die gestorven en over Bossie die Geesje wil ruilen voor het meisje uit de villawijk. Met papa vindt hij het moeilijk om te praten. Ik zweeg bij papa. Maar op de morgen van dag 4 komen al zijn angsten eruit en ik wilde dat hij iets op z'n papa's tegen me zei. (p. 81) En dan praat papa voor het eerst over mama: ze is bijna klaar met opruimen van hart en hoofd. Hij zegt ook: Je moet geen verdriet hebben in de plaats van iemand anders, dat is lief, maar dat is ook lastig. De hele verdere dag is Bossie vervelend. Maar als ze 's avonds thuiskomen, wacht hen een verrassing. Dit boek draagt duidelijk de Moeyaert-stempel. Het geeft op een subtiele manier de gedachten weer van een eenzaam en gevoelig jongetje dat de wereld van de grote mensen nog niet helemaal begrijpt. Bossie verbergt zijn verwarring met stoerigheid, maar het is wel hij die de brieven van mama verstopt. Het is een heel mooi boek waarin gevoelens met een minimum aan woorden heel raak getypeerd worden. Zoals meestal is het ook voor dit boek moeilijk een doelgroep aan te duiden. Een parel!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.