Kwijt

Het kleine olifantje Dex is zijn moeder kwijt. Hij gaat naar haar op zoek, komt onderweg vluchtende gazellen tegen en belandt bij de bavianen. Samen met Ko, de kleinste baviaan, gaat hij verder op zoek. Alle dieren die ze tegenkomen missen wel iets, zoals de struisvogel zijn mooie veren en de krokodil zijn tanden. Uiteindelijk blijken er stropers te zijn die door de dieren verjaagd worden. Tamelijk eenvoudig verhaal met een moralistische strekking. De tekst komt soms enigszins gekunsteld over. Honderden gazellehoefjes ‘denderen’ en een pagina later ‘zoeven’ de dieren met hoge elegante sprongen. Ook zinnen als ‘Niets is wat het lijkt’ komen niet goed over. De sfeervolle illustraties in warme kleuren zijn soms wat statisch (alle dieren bij een waterplas) maar vaak met veel dynamiek, zoals wanneer de dieren gezamenlijk de stropers aanvallen. Op de schutbladen zijn verschillende pootafdrukken en sporen afgebeeld (de sporen van de auto van de stropers zijn in het verhaal belangrijk). De laatste paginagrote illustratie doet denken aan de poster van een Disneyfilm. Ondanks deze kanttekeningen een prentenboek dat tot nadenken kan aanzetten over stroperij. Vanaf ca. 4 jaar.