Tijdens de begrafenis van zijn jeugdliefde komt een man oude bekenden tegen en al snel worden herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog naar boven gehaald.
Om zijn droom van een aandeel en een rederij te verwezenlijken trouwt een jonge visser met de dochter van zijn baas als zij zwanger uit Afrika terugkeert.
Als een wat oudere visventer door quota, inflatie en bezuinigingen is gedwongen zijn bedrijfje op te geven, kan hij aan de slag als kokkelaar: met blote handen kokkels vangen op het wad.
Een wasvrouw heeft het na de dood van haar man niet breed. Gelukkig krijgt ze hulp van enkele mannen uit het dorp — maar wat moet ze denken van al die mannelijke aandacht?
Een weduwe van in de zeventig woont alleen in een dorpje aan de boezemdijk en zit nog vol levenslust. Ze heeft veel sociale contacten, onderhoudt een moestuin en raakt steeds meer gecharmeerd van een lokale visserman.
