1940. Terwijl veel inwoners vluchten voor het geweld van de Tweede Wereldoorlog, blijft de kleindochter van de eigenaresse van de patisserie achter in Straatsburg om de stad en de patisserie levend te houden. Als zij verliefd wordt op een Duitse soldaat, zet dat de fragiele verhoudingen binnen de familie op scherp.
München, 1844. Een jonge vrouw ambieert een carrière als goudsmid en krijgt de uitzonderlijke kans om bij een juwelier te werken. Ze blijkt talent te hebben voor het verkopen van sieraden. Haar nieuwe baan brengt haar in contact met de parelvissers in Vogtland en met een aantrekkelijke jongeman...
De historische roman De patisserie, het eerste deel in de gelijknamige serie van Charlotte Jacobi, is een romantische familiesaga die zich afspeelt aan het einde van de negentiende eeuw. Als de negentienjarige Ida Tritschler met haar familie naar de Elzas verhuist, kan ze niet wachten om haar nieuwe stad te ontdekken. In Straatsburg openen de Tritschlers hun droompatisserie, op een steenworp afstand van wat hun grootste rivaal blijkt te worden: de patisserie van de familie Picard. Ida is vastbesloten de nieuwe taartenkoningin van de stad te worden, maar natuurlijk zitten de Picards niet op concurrentie te wachten. Tot overmaat van ramp wordt Ida ook nog verliefd op zoon Lucien Picard, wat een enorm schandaal veroorzaakt. Het jonge stel ontdekt dat de problemen tussen hun families veel verder gaan dan een simpele rivaliteit tussen de bakkerijen. Lukt het Ida en Lucien om alle obstakels te overwinnen en hun families bij elkaar te brengen?