De auteur blikt terug op het leven van zijn moeder en tijdens haar laatste levensfase halen zij herinneringen op aan hun band en hun tragische geschiedenis.
Bij het uitruimen van het sterfhuis van zijn moeder komen bij een kunstschilder herinneringen boven aan de Chinese pindaverkoper over wie zijn moeder zich na de Tweede Wereldoorlog ontfermde.
Rabab is 15 jaar. En zij kan niet meer naar school. Rabab werkt als dienstmeisje in de stad Fez. Zij is één van de 600.000 kinderen in Marokko die kinderarbeid verrichten. Rabab werkt voor Leila die onderwijzeres is. Haar man is ambtenaar en verblijft soms in een andere stad. Dan komt Leila's zuster Widad om op Issam, het kind van Leila te passen. Rabab is er voor de huishouding. Dag in, dag uit. Rabab heeft vaak heimwee naar haar familie, die zij maar een enkele keer kan bezoeken. Het dienstmeisje dat naar school zou moeten. Zijn verdient 48 euro per maand en met dat geld helpt ze haar ouders te overleven. Rabab's familie woont ver van de stad, in het Atlasgebergte.