Als een vrouwelijke privé-detective in het hedendaagse Peking de opdracht krijgt om een kostbaar kunstvoorwerp uit de Han-dynastie op te sporen, komt ze ook veel te weten over haar familie.
In december 1989 wordt uit een strafkamp ergens in China een zekere Li ontslagen die er acht jaar opgesloten is geweest. Hij had deelgenomen aan de studentenopstand op het Plein van de Hemelse Vrede. Hij gaat terug naar Peking om zijn opa te zoeken die hem heeft opgevoed. Hij hoopt ook zijn vriendin van toen terug te zien. Inmiddels wordt in Peking de jonge vrouw Mei, die een clandestien detectivebureau leidt, opgeroepen door de baas van een grote platenfirma. Zijn topzangeres is spoorloos en Mei moet haar discreet terugvinden.