Als de Tweede Wereldoorlog is afgelopen en hij bevrijd is uit een getto besluit Ruben Jablonski naar Palestina te gaan; hij wil auteur worden om over het getto te schrijven.
In de nazomer van 1939 maakt Hilsenrath zijn testament op. Hij vertelt over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie. Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit het leven van de bewoners van een kleine gemeenschap.
Een Duitse chirurg die in 1939 als illegale vluchteling is ondergedoken in Parijs en leeft van het clandestien uitvoeren van moeilijke operaties, zint op wraak als hij op een dag zijn pijniger van de Gestapo ziet.
De bewoners van een getto in 1942, in een deel van de Oekrai͏̈ne dat niet door de Duitsers, maar door de Roemenen is bezet, zijn uitsluitend bezig met overleven: eten zoeken, ruilhandel drijven, stelen.
Een Duits-joodse immigrant in New York in het begin van de jaren vijftig probeert zijn herinneringen aan en zijn frustraties van de Tweede Wereldoorlog van zich af te schrijven.
Een sprookjesverteller vertelt aan de laatste telg uit een oud Armeens geslacht de geschiedenis van zijn volk en diens uitroeii͏̈ng door de Turken tijdens de Eerste Wereldoorlog.