Een jonge vrouw en een 34 jaar oudere, getrouwde man ontmoeten elkaar in Oost-Berlijn in 1986 en krijgen een intense relatie. Maar als zij haar eigen weg begint te gaan, ontwikkelt hij een agressie jegens haar die sadistische en paranoïde trekken vertoont.
In 1902 sterft een babymeisje in Polen. De moeder is joods en de vader vertrekt naar Amerika. Deze roman beschrijft de mogelijke gevolgen als de baby was blijven leven.
Nadat de politie 's nachts een meisje van veertien op straat heeft gevonden dat verder niets meer weet, wordt ze in een kindertehuis geplaatst waar ze zich veilig voelt in een underdog-positie.
Twaalf verschillende opeenvolgende bewoners van hetzelfde huis in Brandenbrug maken ieder op eigen wijze de turbulente geschiedenis van het 20e-eeuwse Duitsland mee.
Als een meisje achter een gruwelijk geheim komt over haar ouders, komt ook haar relatie met de taal die ze van hen leerde, in een ander licht te staan.