Na vijftien jaar zendingswerk in India keert een jonge vrouw in 1911 samen met haar ouders terug naar Engeland, waar zij als gouvernante in dienst treedt bij een aristocratische familie.
In 1912 wordt een Engelse jonge vrouw verliefd op een student geneeskunde, maar haar familie wil dat ze met een rijke man uit een aristocratische familie trouwt.
Een jonge vrouw en haar zus zorgen tijdens de Eerste Wereldoorlog op een landgoed in Engeland voor acht weeskinderen en verzorgen een gewonde soldaat. Maar dan komt het leven van de jonge vrouw onverwachts in gevaar.
Het leven van een vrouw, die met haar man na jaren zendingwerk teruggekeerd is in Nederland, verandert voorgoed als haar dakloze nichtje bij haar in huis komt wonen.
Als een van de dochtertjes van een getrouwd stel tijdens een feestje een ernstige hersenbeschadiging oploopt, legt dat een zware last op de schouders van haar ouders.
Een Amerikaanse weduwe koopt in Bretagne een 14e eeuws kasteel dat ze laat opknappen tot hotel; daarbij vindt ze dagboeken van een vroegere bewoonster.
Als een jonge vrouw in een Amerikaanse Amish-gemeenschap aandacht krijgt van een jongeman van buiten de gemeenschap, weet ze dat er geen toekomst is voor hun liefde.
In het 19e eeuwse Pennsylvania moet de jonge weduwe van een sluiswachter nu al het werk in haar eentje doen en haar drie kinderen grootbrengen. Er komen twee mannen in haar leven, een schipper en een smid.