Op 10 mei 1940 valt Duitsland België binnen. Zowat de helft van de bevolking slaat op de vlucht. Het boek schetst de politieke achtergrond en de militaire gebeurtenissen, maar vertelt vooral het verhaal van de vluchtelingen en de chaos van de eerste oorlogsweken. Aan de hand van egodocumenten en interviews met mensen die het meemaakten, vertellen de auteurs de ervaringen van vluchtelingen, hun leven in een ander land, hun terugkeer naar bezet België. Een verhelderend boek over de grootste volksverhuizing die België ooit kende.
Op 4 augustus 1914 viel Duitsland België binnen. Eind oktober liepen de fronten vast in de overstroomde IJzervlakte. De bloedige `Grote Oorlog kon beginnen. Maar de oorlog raakte niet alleen soldaten. Waar de Duitse troepen voorbijkwamen, trokken ze een spoor van vernieling en joegen ze anderhalf miljoen Belgen op de vlucht. Een miljoen mannen, vrouwen en kinderen trok naar Nederland, een kwart miljoen naar Engeland, driehonderdduizend naar Frankrijk. Op de vlucht voor de oorlog, maar vooral voor de brandstichtingen, plunderingen, verkrachtingen en deportaties waaraan de Duitse troepen zich in de eerste maanden schuldig maakten. Het verhaal van de inval en van de vluchtelingen verbleekte tegen de achtergrond van de loopgravenoorlog en de harde bezetting.
Op 10 mei 1940 valt Duitsland België binnen. Zowat de helft van de bevolking slaat op de vlucht. Het boek schetst de politieke achtergrond en de militaire gebeurtenissen, maar vertelt vooral het verhaal van de vluchtelingen en de chaos van de eerste oorlogsweken. Aan de hand van egodocumenten en interviews met mensen die het meemaakten, vertellen de auteurs de ervaringen van vluchtelingen, hun leven in een ander land, hun terugkeer naar bezet België. Een verhelderend boek over de grootste volksverhuizing die België ooit kende.
Op 4 augustus 1914 viel Duitsland België binnen. Eind oktober liepen de fronten vast in de overstroomde IJzervlakte. De bloedige `Grote Oorlog kon beginnen. Maar de oorlog raakte niet alleen soldaten. Waar de Duitse troepen voorbijkwamen, trokken ze een spoor van vernieling en joegen ze anderhalf miljoen Belgen op de vlucht. Een miljoen mannen, vrouwen en kinderen trok naar Nederland, een kwart miljoen naar Engeland, driehonderdduizend naar Frankrijk. Op de vlucht voor de oorlog, maar vooral voor de brandstichtingen, plunderingen, verkrachtingen en deportaties waaraan de Duitse troepen zich in de eerste maanden schuldig maakten. Het verhaal van de inval en van de vluchtelingen verbleekte tegen de achtergrond van de loopgravenoorlog en de harde bezetting.
In dit boek schetsen drie historici een portret van de Belgische koninginnen Louise-Marie, Marie-Henriette, Elisabeth, Astrid, Fabiola en Paola. Maar wie zijn deze vrouwen? Wat is hun familiale achtergrond? Hoe zijn ze de echtgenote van de kroonprins of de koning geworden? Hoe vullen ze hun taak in? Al deze vragen en meer worden beantwoord via zes waarheidsgetrouwe portretten van zes vrouwen die mee de geschiedenis van de Belgische monarchie hebben bepaald.
Louise-Marie, Marie-Henriette, Elisabeth, Astrid, Fabiola, Paola, Mathilde... We kennen misschien wel de namen van de Belgische koninginnen, maar weten we ook wie ze werkelijk waren? Vrome verhalen die over hen werden overgeleverd, gaven sommige koninginnen buitengewone tot sprookjesachtige gestalten. De auteurs van dit boek doorprikken die mythes en gaan op zoek naar hun echte leven.