Het is bijna Kerstmis 1943 als een zevenjarige jongen na de dood van zijn moeder naar zijn grootvader gebracht wordt die hij vanwege een familieruzie nooit eerder ontmoette.
Henry en Miriam zijn verloofd en innig verliefd, maar de Tweede Wereldoorlog komt tussenbeide en Henry wordt naar een kamp voor gewetensbezwaarden gestuurd. Juist daar raakt hij in gewetensnood.
Als een jonge redacteur een half voltooid manuscript op haar bureau vindt, gaat ze op zoek naar de schrijver ervan om erachter te komen hoe het verhaal afloopt.
Als een jonge vrouw eind 19e eeuw in Chicago getuige is van een ontvoering probeert ze haar vader, politie-inspecteur, zo ver te krijgen dat hij de zaak onderzoekt.
Vlak voor ze een grote erfenis zal krijgen, wordt een jonge vrouw opgenomen in een psychiatrische instelling waardoor de erfenis naar een oom zal gaan.