Een kaartspel rond woordverbindingen, het gaat om wie voelt wat. Waarom passen de kaarten bij elkaar? Zo ruikt de muis de geur van de kaas en de kok proeft de soep. Maar ook de passagier die de zweetgeur van de buurman in de tram ruikt. Elke speler moet zijn keuze verklaren en oefent naast zijn woordenschat ook de zinsbouw.