Als het zigeunermeisje Zoli zes jaar is, wordt haar familie door Slowaakse fascisten vermoord. Samen met haar grootvader sluit ze zich aan bij een andere stam. Als opgroeiend meisje ontdekt ze haar zangtalent en leert - tegen de zigeunertradities in - lezen en schrijven. Ze noteert haar teksten en schrijft ook gedichten, die door haar Engelse vriend Swann worden gepubliceerd, waarna ze door de zigeuners wordt verstoten. Na de oorlog wordt haar werk door het nieuwe communistische regime 'herontdekt', maar ze merkt al gauw dat ze gebruikt wordt: de communisten willen de zigeuners 'huisvesten' in woontorens. Magistrale, indrukwekkende roman, die een indringend beeld schetst van het leven in de Slowaakse zigeunerkampen.