In het naoorlogse Duitsland neemt een jong meisje de zorg voor het gezin op zich, maar kan niet voorkomen dat haar broers in een weeshuis terechtkomen, waar zij mishandeld worden. Twintig jaar later wordt zij beschuldigd van moord op de aanstichters van het kinderleed.
Ira (9) en haar broertje Zac (7) zijn weeskinderen en weten niet waar ze vandaan komen. Ze wonen in allerlei pleeggezinnen, todat ze terechtkomen in een kindertehuis. Maar toch blijven ze hopen dat ze ooit geadopteerd zullen worden. Vanaf ca. 10 jaar.
De tienjarige Tracy woont in een opvanghuis. Het felle meisje haat de andere kinderen en alle regeltjes. Ze is al bij twee pleeggezinnen weggestuurd. Tracy droomt ervan een beroemd schrijfster te worden, maar haar liefste wens is toch een eigen familie.
De zusjes Saskia en Jonka werden als kind mishandeld door hun stiefvader en in kindertehuizen. Nu hun moeder op sterven ligt, hopen ze op een woord van liefde. Vanaf ca. 15 jaar.
Zeven personen, die in 1961 als baby in een gerenommeerd Deens kindertehuis werden opgevangen en ter adoptie zijn afgestaan, ontmoeten elkaar ruim veertig jaar later na de ontvangst van een mysterieuze brief.
Felix Wonder is klein en slim. Als zijn nichtje en beste vriendin Veertje emigreert en zijn ouders op reis gaan naar Amerika, moet Felix naar kindertehuis Vreugdevol. Zal hij Veertje ooit terugzien? Vanaf ca. 9 jaar.
Ik-figuur Cynthia zit tot haar twaalfde samen met haar halfbroer in het illegale kindertehuis van mama Riet. Op een dag worden ze ergens anders ondergebracht. Cynthia gaat op zoek naar antwoorden. Vanaf ca. 15 jaar.
Persoonlijk relaas van een joodse vrouw, die als jong meisje werd ondergebracht in een door rooms-katholieke nonnen geleid weeshuis en daar zowel geestelijk als lichamelijk werd mishandeld.
Marco wordt in het kindertehuis goede vrienden met Ingrid en Paul. Op de mondharmonica leert hij de 'gekleurde liedjes in zijn kop' te spelen. En hij stottert ook steeds minder! Vanaf ca. 10 jaar.
Bundeling van twee verhalen over vreemde ouders die hun kind naar een opvanghuis brengen. Kaatje komt in het gezellige huis van Fien terecht, maar het hotel waar Dup naartoe moet, lijkt meer een strenge kostschool. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Fien woont in een soort kindertehuis, waar ze wacht tot iemand haar uitkiest. Als dat eindelijk gebeurt, probeert een inspectrice dat tegen te houden. Vanaf ca. 10 jaar.
Daf (11, ik-figuur) woont al zijn hele leven - eerste helft van de 20ste eeuw - in het burgerweeshuis. Nieuwkomer Ernst vertrouwt de volwassen in het weeshuis niet. Daf en Ernst gaan samen op onderzoek uit. Vanaf ca. 10 jaar.
Vierenzestig jongens zijn in een gesloten inrichting onderworpen aan een streng regime zonder verleden of toekomst. Meto (ik-figuur) zoekt manieren om uit te breken. Vanaf ca. 12 jaar.
Twaalf van de tweee͏̈nvijftig jongens die uit het Huis ontsnapt zijn, hopen op hulp van de Gespleten Oren. De jongens worden echter niet met open armen ontvangen. Meto (ik-figuur) wil absoluut weer vluchten. Vanaf ca. 12 jaar.