Jasmijn ziet het leven niet meer zitten en overweegt zelfmoord te plegen. In een concentratiekamp probeert een joods meisje de Tweede Wereldoorlog te overleven. Vanaf ca. 13 jaar.
Prentvertelling waarin de joodse vrouw Erika vertelt hoe ze in de Tweede Wereldoorlog als baby door haar moeder uit de trein is gegooid. Aangezien deze trein naar het concentratiekamp Dachau ging, heeft dit haar leven gered. Met bruinwitte en gekleurde tekeningen. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar; zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Een verhaal gebaseerd op de kindertijd van de Simon Gronowski. Wanneer in 1940 de Duitse vliegtuigen over Brussel vliegen, is hij nog een kleine jongen. Maar al gauw zal de oorlog in al zijn gruwel losbarsten. Omdat hij van Joodse afkomst is, wordt Simon op transport gezet naar de kampen des doods. Maar hij springt van de trein en weet zich wonderwel te redden. Nu, zestig jaar later, vertelt hij zijn verhaal aan zijn kleinkinderen.
De joodse Mimi is in 1940 nog klein als ze van de grote mensen hoort over Hitler en oorlog. Ze snapt er niet veel van, maar dan vallen de Duitsers ook Belgie͏̈ binnen. Vanaf ca. 10 jaar.
Lottes familie moet naar een concentratiekamp. Lotte raakt er bevriend met Hannelore, maar ze worden gescheiden wanneer Lottes familie een beter onderkomen krijgt. Haar vader vindt dat ze blij moet zijn dat het gezin nog samen is, maar Lotte voelt zich schuldig.
Rosemarie (12, ik-figuur) moet als joods meisje aan het begin van de Tweede Wereldoorlog uit Amsterdam weg. Ze verblijft tot de bevrijding in verschillende concentratiekampen. Vanaf ca. 12 jaar.
Voor Wouter lijkt de Tweede Wereldoorlog erg ver weg, tot hij kennismaakt met een gepensioneerde spoorwegman die samen met zijn zoon in een concentratiekamp heeft gezeten. Vanaf ca. 13 jaar.
Een joodse jongen uit Hongarije wordt in de Tweede Wereldoorlog weggevoerd naar het concentratiekamp Auschwitz. Korte zinnen en gemakkelijke woorden. Met zwart-witillustraties. Vanaf ca. 13 jaar.
