Als kind raakt Titus Serfonteyn gefascineerd door bloed. Wat is het, wat doet het, hoe werkt het? Zijn moeder legt zich neer bij de obsessie van haar zoon. Titus' dorst naar kennis over bloed doet hem later besluiten medicijnen te gaan studeren. Hij maakt kennis met de mooie Roos, die hij moet delen met zijn beste vriend Pieter. Dan blijkt dat Roos aan een nog onbekende ziekte lijdt. Titus bijt zich vast in het onderzoek.
Ongelofelijk hoe je leven in één seconde kan veranderen in een hel. Zulke dingen gebeuren in boeken of films, maar niet in ons gezin of in onze vriendenkring'. Met deze zin start Julie de Keersmaecker op zondag 31 juli 2011 haar dagboek, nadat haar jongste dochtertje de diagnose kanker kreeg. De daaropvolgende zeven maanden leeft ze van dag tot dag, tussen hoop en vrees, tussen het UZ in Gent en haar woonplaats Ekeren.