"Hop hop!" is een spel om de zinsbouw en grammatica van kinderen te oefenen. Als beloning wordt er een toren gebouwd. De handleiding is vertaald in 17 talen
Dit materiaal voor mondeling taalgebruik voor kinderen vanaf 5 jaar zet aan tot het spontaan ontdekken van de grammaticale logica van een zin. Een reeks prenten toont 6 dieren (onderwerp), die iets doen (werkwoord). Om de zin samen te stellen formuleert het kind vragen waardoor verschillende elementen waaruit een zin bestaat (onderwerp, werkwoord, bepalingen) duidelijk worden.
Aanvulende kaartenset die kan gebruikt worden in combinatie met het originele Babbelspel. Het Babbelspel nodigt op een speelse manier uit om een aantal sociale en interpersoonlijke vaardigheden concreet te oefenen.
Een spannend spel voor het raden van begrippen voor 2 tot 4 spelers vanaf 5 jaar. Het spel stimuleert het gebruik van zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
Afhankelijk van de leeftijd en het niveau van de leerling kan worden gekozen welke stapeltjes worden gebruikt. Er kan worden begonnen met 'wie – doen – waar'. Vervolgens kan 'wanneer' worden toegevoegd. Een andere mogelijkheid is om zinnen te maken met 'wanneer – doen+wat – wie – wat – waar'. Door bij elke beurt kaartjes te ruilen, kunnen zinnen worden veranderd. Het spelelement (het verzamelen van de meeste ‘goede’ zinnen) blijkt motiverend te werken.
Waar verstopt kater Monty zich? Hiervoor hebben we kleine detectives nodig! Weten jullie waar kater Monty zich voor het laatst heeft verstopt? Is hij onder het bed te vinden? Een spannend sporenonderzoek begint. Ook zeer geschikt als vrij spel.
Een kaartspel rond woordverbindingen, het gaat om wie voelt wat. Waarom passen de kaarten bij elkaar? Zo ruikt de muis de geur van de kaas en de kok proeft de soep. Maar ook de passagier die de zweetgeur van de buurman in de tram ruikt. Elke speler moet zijn keuze verklaren en oefent naast zijn woordenschat ook de zinsbouw.