Scheepkok Wolfert vraagt keizer Rudolf Van Habsburg om het op te nemen voor de met uitsterven bedreigde dodo. Om de keizer te overtuigen heeft hij er eentje meegenomen.
Reconstructie op basis van skeletresten en historische afbeeldingen van het uiterlijk van de dodo, een in de zeventiende eeuw uitgestorven loopvogel die uitsluitend voorkwam op het eiland Mauritius in de Indische Oceaan.
Door het uitsterven van de dodo en de passie van een fanatieke verzamelaar van botten van de dodo wordt hier ook de diepere betekenis van het behoud van bedreigde dieren en planten, en de gevolgen van overbevolking en overconsumptie voor onze planeet belicht.