In de Hudson vindt men het lichaam van Crispin Salvador, een Filippijnse schrijver. Zijn schijnbare zelfmoord trekt in New York nauwelijks de aandacht, maar in eigen land staat Salvador niet alleen bekend als een literaire grootheid, ook zou hij al twintig jaar aan een alles onthullende roman werken, een groots epos over de Filippijnen, over de elite van dat land en hun betrokkenheid bij corruptie, ontvoeringen en gokken. Collega-schrijver Miguel Syjuco gelooft niet in zelfmoord, en wil bovendien Salvadors verloren manuscript vinden. Zijn zoektocht naar de waarheid voert hem terug naar de Filippijnen, het land waarvan Salvador een banneling was.
Vermomd als juwelier keert een man terug naar de Filippijnen, waar hij verbitterd door de voortdurende Spaanse koloniale overheersing van pacifist verandert in een revolutionair.