In dit boek beschrijft Oek de Jong de geschiedenis van Abel Roorda, zijn ouders en grootouders én de grote verandering die Nederland onderging in de periode tussen de Hongerwinter van 1944 en de komst van de grote welvaart in de jaren zestig. De roman speelt zich af in Amsterdam en op het Friese en Zeeuwse platteland.
Plotseling is de 16-jarige Michiel betrokken bij het verzet en ervaart hij hoeveel angst, onzekerheid en moeilijkheden dit met zich meebrengt. Maakt hij nu fouten, of is er toch verraad in het spel? Maar van wie? Vanaf ca. 13 jaar.
Amsterdam, de hongerwinter van 1944. Anna maakt zich zorgen om haar broer Maarten, die tijdens de razzia van Putten is opgepakt en gedeporteerd. Na de bevrijding komt ze op het spoor van een jongen die het concentratiekamp Neuengamme heeft overleefd en sprekend op Maarten lijkt.