In een metrostation in Parijs meent een jonge vrouw haar moeder te herkennen, die haar aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op de trein heeft gezet naar familie op het platteland.
Drie meisjes worden volwassen in de jaren '70 en '80 wanneer ze van hun kloosterschool overstappen naar het universitaire wereldje in Londen, waar anorexia nervosa een van hun grootste problemen is.
Een vrouw denkt terug aan haar jeugd in Zuid-Frankrijk, waar ze zich een buitenstaander voelde met haar half Amerikaanse, half Frans-Algerijnse afkomst en haar gehandicapte broertje.
Een vrouw blikt terug op haar jeugd in Duitsland in de jaren '70 en '80, een tragikomische aaneenschakeling van gewichtsproblemen, liefdesverdriet en typisch Duitse burgerlijke eigenaardigheiden.
De dood van haar vader is voor een jonge componiste uit een traditioneel katholiek gezin uit Noord-Ierland aanleiding stil te staan bij haar leven en haar relaties.
Na de dood van zijn moeder loopt een getraumatiseerde Australische jongen weg van huis en raakt als staljongen in de Amerikaanse paardensport verzeild, maar zijn verleden blijft hem kwellen.