Helen Keller, die leefde van 1880 tot 1968, werd als peuter ernstig ziek, en vervolgens blind en doof. Ze had nog slechts enkele herinneringen aan de zichtbare wereld en de geluiden van alledag. In haar boek schrijft ze met humor en zelfspot over de onverzettelijkheid die haar in staat stelde een eigen letterschrift te ontwikkelen, te leren lezen en schrijven, en zelfs te studeren. Het is een fascinerende getuigenis van en over een vrouw die haar belemmeringen overwon om deel te nemen aan het volle leven.
Verhalen over twintig kinderen die in verzet kwamen tegen moeilijke levensomstandigheden en allerlei vormen van onrecht. Met kleurenfoto's. Vanaf ca. 13 jaar.