Als een twaalfjarig meisje uit Nieuw-Zeeland in 1907 naar kostschool in Engeland wordt gestuurd, krijgt ze zoveel heimwee dat ze na allerlei verwikkelingen terugvlucht naar haar vaderland.
Na het verlies van hun ouders in de Tweede Wereldoorlog komen twee Poolse zusjes in een opvangkamp terecht, van daaruit gaat een van hen mee op transport naar Nieuw-Zeeland, waar een familie haar opvangt en er hoop gloort.
Twee vrouwelijke dierenartsen beginnen in 1929 een eigen praktijk in Nieuw-Zeeland. Maar door de wereldwijde crisis moet een van hen gaan werken in een reizend circus dat haar naar Australië brengt.