Er leven momenteel nog zowat 9000 zusters in België. De meesten zijn hoogbejaard en aan de oude kloosterpoorten kloppen er al jaren geen jonge kandidates meer aan. De zustergemeenschappen doven in ijltempo uit en de bloeiende vestigingen van weleer sluiten definitief hun deuren. Ooit was het anders. Vlak na de Tweede Wereldoorlog bereikten de Belgische nonnenkloosters hun absolute hoogtepunt. Met bijna 50.000 vrouwelijke religieuzen drukten ze onmiskenbaar hun stempel op de samenleving. De auteur confronteerde twaalf van hen met zichzelf en met de stereotiepen over "naïeve en rijke" nonnen.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gaat een jonge Brusselse op internaat in het Vlaamse dorpje Gijzegem. Ze zal er tot 1949 blijven als een van de laatste leerlingen van de Franstalige sectie. Dit boek beschrijft het vaak harde leven op de normaalschool, die met ijzeren hand werd geleid door nonnen en waar het devies `Ora et labora' (bid en werk) luidde.
Johan de Vos werd geboren in een groot katholiek Brugs middenstandsgezin. Uitgerekend zijn vrolijkste zus wordt missiezuster. Als dat fysiek te zwaar blijkt, kiest ze voor een contemplatief leven bij de arme klaren, niet dicht bij huis maar in het strengste klooster in de al zo conservatieve Verenigde Staten. Vanaf dat moment telt voor haar alleen nog de Regel en wordt ze voor het gezin een verre vreemde of godbetert 'Godelieve van Amerika'. Na haar dood gaat de auteur, een nakomertje dat zijn zus nauwelijks heeft gekend, op zoek naar zijn diepgelovige zus aan de hand van brieven, talloze privéfoto's, verhalen van zijn andere zussen en broer en van wat hij nog van Godelieve hoorde en zag tijdens zijn reizen naar Amerika.