Briefwisseling tussen Herman Koch (1953) en Wanda Reisel (1955) over hun schrijverschap, met herinneringen aan hun jeugdjaren en aan vakanties die zij met een vriendengroep doorbrachten in Zeeuws-Vlaanderen.
Essays waarin de aanname wat ‘goede literatuur’ is, wordt bevraagd en die daarmee een bijdrage vormen aan de discussie over de onderwaardering van vrouwen in de literatuur.