De seizoenen : roman
Maurice Pons
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Vleugels, 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PONS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Vleugels, 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14002 |
Marijke Arijs
em/ec/15 d
Maurice Pons, die vorig jaar op 91-jarige leeftijd overleed, had zo'n last van schrijfangst dat hij in zijn lange leven maar een tiental werken uit zijn pen wist te wringen. Het onbetwistbare hoogtepunt van dat kleine, maar fraaie oeuvre is De seizoenen, dat tien jaar geleden in het Nederlands is vertaald. Deze inktzwarte parel uit 1965 speelt in een onherbergzaam dorp in de bergen, waar het zestien maanden aan een stuk regent en vervolgens dertig tot veertig maanden vriest.
Nachtpassagier is van een heel ander kaliber. De flinterdunne publicatie uit 1960 is geen universele, allegorische vertelling, maar een ogenschijnlijk onschuldige roadnovel over een nachtelijke autorit van Parijs naar Champagnole in de Jura.
In een sportwagen zoeven, scheuren en razen we over de Franse wegen, want langzaam rijden is niet aan George besteed. Voor deze autogek is de claxon na het gaspedaal het belangrijkste onderdeel van de auto. Naast hem op de dodemansplaats zit een sombere Algerijn van het zwijgzame type, die zich vastklampt aan een geheimzinnige linnen tas, want een vriendin heeft hem ongevraagd een passagier in de maag gesplitst. Niet het beste gezelschap om mee gezien te worden hartje Algerijnse oorlog, vooral niet omdat er zojuist in Parijs een aanslag op een ambassadeur is gepleegd.
Uit de verstommende gesprekken en argwanende blikken bij hun tussenstops in tankstations en bistro's spreekt zoveel vijandigheid dat iedere plaspauze een heuse beproeving wordt. In een wegrestaurant wordt zijn metgezel vergeleken met de opstandelingenleider Ben Bella en George ziet zowaar parallellen met de vluchtende Lodewijk XVI. De sfeer is te snijden en de onverschilligheid en het wantrouwen kunnen niet groter zijn, maar naarmate de rit vordert maken vijandigheid en achterdocht plaats voor nieuwsgierigheid, een vaag saamhorigheidsgevoel en wederzijds begrip.
Benauwend
Langzaam maar zeker dringen de verschrikkingen van de Algerijnse oorlog de cabrio binnen. Terwijl ze door het ingedutte Franse landschap rijden, laat zijn reisgenoot hem het gezicht zien van de oorlog met zijn martelingen en de vrijheidsstrijd met zijn clandestiene miljoenen en zijn wapensmokkel. Voor de Fransen zijn alle Algerijnen sowieso moordenaars en terroristen: 'We worden allemaal voortdurend gezocht, in de gaten gehouden, verdacht, gecontroleerd en gearresteerd door uw politie. We zijn met een half miljoen Algerijnen in Frankrijk. Een half miljoen gijzelaars.'
De route is zo nauwkeurig uitgestippeld dat je de auto haast als een stipje over de kaart van Frankrijk ziet sjezen. Onderweg refereren tal van plaatsnamen aan beroemde episodes uit de Franse geschiedenis. De twee doen Dijon aan, de historische hoofdstad van Bourgondië, gaan wat eten in de 'geleerde schaduw' van Buffon, en Alésia roept niet toevallig associaties op met Vercingetorix, het symbool van Frans nationalisme en van de strijd tegen de Romeinse veroveraar.
Nachtpassagier verscheen in 1960, in een benauwende sfeer van verdachtmaking en geweld. De Algerijnse oorlog was op het kookpunt, de sfeer in Frankrijk was grondig verziekt en de politieke gemoederen liepen hoog op. Antioorlogsdemonstraties werden in Parijs uit elkaar geslagen. Films, boeken en kranten die het recht op onafhankelijkheid van Algerije verdedigden, werden verboden of gecensureerd en pamfletten werden in beslag genomen, maar romans bleven buiten schot. Zo ook Nachtpassagier van Maurice Pons, dat in het parlement een voorbeeld van anti-Franse literatuur werd genoemd, maar niettemin aan de censuur ontsnapte. De flinterdunne roman circuleerde in de Franse gevangenissen en werd daar gretig gelezen door militanten van het FLN, het Front de Libération Nationale, het Algerijnse nationale bevrijdingsfront. In datzelfde jaar had Pons het beruchte 'Manifeste des 121' ondertekend, een verklaring van 121 Franse intellectuelen waarin de vuile oorlog in Algerije aan de kaak werd gesteld. Er waren niet veel mensen die het FLN openlijk durfden te steunen.
Maurice Pons werd beschuldigd van landverraad. Het deed zijn carrière geen goed en ook met zijn zorgeloosheid was het voorgoed afgelopen. Vanaf dat moment sijpelden geweld, dood en oorlog zijn leven en werk binnen.
Schrijven is voor de auteur altijd een geheime activiteit geweest, haast iets om je voor te schamen. De macht van woorden, daar was het hem in essentie om te doen. In Nachtpassagier, een subtiele hommage aan de zogenaamde 'kofferdragers' - militanten die hun leven op het spel zetten om te smokkelen voor het FLN -, gaan lyriek, mechaniek en politiek naadloos in elkaar over.
Vertaald door Mirjam de Veth, Vleugels, 96 blz., 20 €. Oorspronkelijke titel: 'Le passager de la nuit'.
Wineke De Boer
em/ov/25 n
Het verhaal speelt zich af ten tijde van de koloniale oorlog in Algerije, in de tweede helft van de jaren vijftig. De lichtzinnige Georges scheurt met zijn sportwagen over de Franse wegen. Hij houdt van autorijden, het voorbijglijdende landschap en van het liefdesverdriet om zijn voormalige vriendinnetje. Naast hem zit een knappe, zwijgzame, jonge Algerijnse man. Georges heeft een vriendin beloofd hem te laten meerijden.
Dit eenvoudige gegeven is voor Pons aanleiding om een politiek geladen verhaal te vertellen waarin dreiging voelbaar is. Zijn beschrijvingen van de invallende duisternis en het veranderende landschap versterken dat gevoel.
Een Algerijnse pompbediende wordt nijdig bij het zien van Georges' elegante bijrijder. 'Alleen al door zijn blik had hij de stilte drukkend en beladen gemaakt, alsof hij ons van de anonieme, ietwat tijdloze wereld van een tankstation ineens had meegesleurd in de werkelijke wereld van mannen en broedermoorden.' Een vooruitwijzing naar een omslag die in Georges zal plaatsvinden. Hij die er genoegen in schept stompzinnige wedstrijdjes hardrijden te houden, hoort stukje bij beetje over het clandestiene netwerk van mensen die hun leven op het spel zetten voor iets wezenlijks, voor een vrij Algerije.
Het indringende, raadselachtige verhaal, de secure beschrijvingen, de loutering op het einde maken van Nachtpassagier een perfecte novelle. De actualiteit ervan is een tragische bonus.
*****
Uit het Frans vertaald door Mirjam de Veth. Vleugels; 92 pagina's; € 20,00.
Menno Gnodde
Eind jaren vijftig neemt in Parijs een jongeman, de verteller, op verzoek van zijn vriendin een Algerijnse lifter mee. Een wat afstandelijke, mysterieuze reisgenoot, met op schoot een tas die kennelijk een kostbare inhoud verbergt. Gaandeweg de reis zwakt het wantrouwen af, groeit enig begrip. Algerije, waar dan een harde, nietsontziende onafhankelijkheidsoorlog woedt, aanvankelijk als een diffuse achtergrond en de beleving van de rit in de snelle cabriolet door de nachtelijke ruimte als de werkelijkheid hier en nu. Een reis naar het einde van de nacht of route naar een lichtende toekomst? In 1960, publicatiejaar van deze geëngageerde roman, was het nog diep donker en liepen de spanningen hoog op en werd deze gelaagde roadmovie in de Assemblée Nationale nog gewogen als 'anti-France'. Die historische geladenheid zal de Nederlandse lezers nu wel ontgaan, wat overigens onverlet laat dat het stilistisch raffinement van Maurice Pons (1927-2016) wel degelijk inspeelt op basale waarden en navenante keuzes en aldus ook associaties met de huidige actualiteit kan oproepen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.