De Kozakkentuin
Jan Brokken
Jan Brokken (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : Kast 11-13 928 BROK |
Joseph Pearce
ob/kt/03 o
Op 29 mei 1940 rinkelt de telefoon bij Jan Zwartendijk, directeur van de Philips-fabriek in Kaunas in Litouwen. Aan de lijn is Leendert Pieter Johan de Decker, Nederlands gezant in de Baltische staten. De Decker vraagt of Zwartendijk waarnemend honorair consul in Kaunas wil worden. Zwartendijk aarzelt. Hij is geen diplomaat. Wat weet hij in godsnaam van internationale staatskunst? Het zal wel loslopen, verzekert de Nederlandse gezant hem. Mr. Radio Philips, want zo staat de zakenman Zwartendijk bij iedereen bekend, gaat uiteindelijk akkoord.
Een moedige beslissing in een tijd van politieke hoogspanning. De Tweede Wereldoorlog is negen maanden aan de gang. Nazi-Duitsland heeft Polen verslagen, Noorwegen, Denemarken en de Benelux bezet en Frankrijk zo goed als op de knieën gekregen. In het oosten hebben Hitler en Stalin Polen onder elkaar verdeeld. Maar Stalin wil meer. En Stalin krijgt meer. Op 15 juni valt het Rode Leger Litouwen binnen. Twee dagen later neemt het zonder slag of stoot Estland en het grootste deel van Letland in.
Inmiddels zijn tienduizenden Joden van Polen en Tsjecho-Slowakije in paniek naar Litouwen gevlucht. Als enige land in de regio had het zijn grenzen voor Joden opengehouden. Het duurt niet lang voordat de eerste Joden bij Zwartendijk aankloppen.
Als de kersverse consul bereid is een uitreisvisum voor Curaçao uit te schrijven, verdringen honderden Joden zich wanhopig voor zijn kantoor. Zwartendijk blijft echter kalm en schrijft zoveel visums uit dat hij er een lamme hand van krijgt.
In De rechtvaardigen vertelt Jan Brokken (°1949) op ongemeen aangrijpende en consciëntieus gedocumenteerde manier wat er vervolgens met Zwartendijk en de Joodse vluchtelingen is gebeurd. De titel verwijst naar 'Rechtvaardige onder de Volkeren', de onderscheiding van Yad Vashem (het Wereld Holocaust Herdenkingscentrum) voor niet-Joden die tijdens de Shoah Joden hebben helpen redden.
Japanse hulp
Brokken heeft het dus over meer dan één redder. Behalve Zwartendijk speelde ook Chiune Sugihara, de Japanse consul in Kaunas, een cruciale rol. Zonder een doorreisvisum naar Japan via de trans-Siberische spoorlijn naar Vladivostok konden de Joden onmogelijk de dodendans ontspringen - de vluchtroute via westelijk Europa was immers afgesneden.
Hoeveel Joden hebben de Nederlandse en Japanse consul aan de nazibeulen en hun Litouwse trawanten helpen ontsnappen? Brokken noteert dat beide consuls 2.139 visums hebben afgeleverd. Aangezien één visum ook voor een gezin of samenreizende familieleden geldig was, blijkt het een hele opdracht om precies te weten te komen hoeveel Joden er in totaal een veilig oord hebben kunnen opzoeken. Brokken houdt het op een tienduizendtal. Als dat cijfer klopt, en dat heeft er alle schijn van, betekent dit dat 'een even slim als simpel plan een van de grootste reddingsoperaties uit de Tweede Wereldoorlog' heeft doen slagen.
Volgens Geert Mak is Jan Brokken een van de grootste Nederlandse schrijvers. Mak overdrijft niet. Brokken bewijst al zijn hele oeuvre lang dat hij een meesterlijk verteller is. Bovendien is hij begiftigd met het zeldzame talent om uit de meest verscheidene onderwerpen een diepmenselijk verhaal te puren. Hem wordt ook de 'uitvinding' van een nieuw genre in de Nederlandse literatuur toegedicht, een mengeling van temperamentvol reisverslag, verbeeldingskracht en documentaire expertise.
De vergelding (2013) is daar een uitstekend voorbeeld van. Het boek reconstrueert een tragedie in 1944 in Rhoon, het dorp in de buurt van Rotterdam waar Brokken opgroeide. Als bij een sabotagedaad een Duitse soldaat de dood vindt, executeert de bezetter als represaille zeven onschuldige burgers. 'Pas wanneer een verhaal me aangrijpt', aldus Brokken in Mijn kleine waanzin (2004), het tragikomische verslag van zijn jeugd, 'wil ik het naadje van de kous weten'.
De reddingsoperatie van Jan Zwartendijk is daarom een kolfje naar zijn hand. Naarstig speurwerk levert evenwel niet altijd het gewenste of verwachte resultaat op. Maar Brokken houdt vol. Langzaam maar zeker - de spanning is vaak te snijden - bouwt hij aan een monumentale studie van het leven en werk van de Nederlandse consul. Hij reist vluchtelingen achterna, praat met ooggetuigen, graaft in archieven, wikt en weegt data en cijfers, rekent met mythes af, ontmaskert valse helden en rehabiliteert ware helden.
Schoon geweten
Het resultaat is een fascinerend boek dat bol staat van nu eens ontroerende en dan weer schokkende taferelen. Het is de verdienste van Brokken dat hij de dramatische gebeurtenissen op een serene, haast gedragen wijze formuleert. De tovenaar met beelden treedt hier op de achtergrond, alsof hij goed beseft dat stilistisch vuurwerk zijn respect en bewondering voor de Zivilcourage van de rechtvaardigen enkel maar zou overbelichten.
Waarom deed Jan Zwartendijk wat hij heeft gedaan? 'Oorlog is een permanente uitzondering op voorspelbaarheid', meende Brokken in De vergelding. Zwartendijk zou wellicht zijn hoofd meewarig hebben geschud. Uit alles blijkt dat de consul vanaf het begin deed wat hij moest doen. Vlak voor zijn dood in 1976 zei hij tegen zijn jongste zoon 'dat hij Kaunas met een schoon geweten had verlaten'. Brokken besluit: 'Ik kom dat bij alle rechtvaardigen tegen: de wil om werkelijk iets te doen.'
Dat wil niet zeggen dat Zwartendijk geen twijfels had. Wat een slecht mens was, wist hij. Maar wat was een goed mens? En had hij de Joden wel degelijk kunnen redden? Jarenlang verkeerde hij in het ongewisse. In 1963 kreeg hij op de koop toe een reprimande van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. 'Hij had zich niet aan de regels gehouden', schrijft een duidelijk verontwaardigde Brokken. Zwartendijk reageerde verslagen, onthutst, vernederd.
Ook Lou de Jong, de directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en auteur van 27 boekdelen over het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, krijgt een veeg uit de pan. Deze onbetwistbare autoriteit, de man die Nederland een oorlogsgeweten schopte, heeft de rol van Zwartendijk bij het redden van duizenden Joden onvoldoende willen erkennen.
L'histoire se répète
De rechtvaardigen bevat ten slotte zowel een waarschuwing als een boodschap. Brokken doet dat zonder een vermanend vingertje op te steken, hij is geen zedenpreker. Toen de St. Louis, het schip dat op 13 mei 1939 met 900 Joodse Duitsers Hamburg was uitgestoomd, in Cuba aanmeerde, werd de vluchtelingen de toegang tot het land ontzegd. Ook Canada en de Verenigde Staten weigerden de Joden op te nemen. 'Als ik er duizend toelaat', aldus de Amerikaanse president Roosevelt, 'zullen er een miljoen komen'.In Japan bestond er na de aankomst van de Joden met hun Curaçao-visum eveneens angst dat het land door vluchtelingen zou worden overspoeld. Met andere woorden: men vreesde voor een aanzuigeffect. Niets nieuws onder de zon, dus.
Brokken citeert graaf Tadeusz Romer, Pools ambassadeur in Japan. Romer schreef voor drieduizend Zwartendijk-vluchtelingen visums uit voor onder meer Australië en Nieuw-Zeeland. Een onderscheid tussen Joodse en niet-Joodse Polen maakte hij niet. Zijn standpunt? 'Ieder mens is een vreemdeling.'
Atlas/Contact, 504 p., 21,99 euro.
Elias van der Plicht
Na 'De vergelding' schreef Jan Brokken met ‘De rechtvaardigen’ opnieuw literaire non-fictie die zich grotendeels afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ditmaal niet in het dorp van zijn jeugd Rhoon, maar in Litouwen, waar Philips-directeur Jan Zwartendijk (1896-1976) er in 1940 een functie bij kreeg: consul. Als Nederlandse diplomaat slaagde hij erin om grote aantallen joden een visum voor Curaçao te verstrekken. Brokken schat dat de Nederlandse consul op die manier tienduizend joden het leven heeft gered, slechts vijf procent van hen zou de oorlog niet overleven. Zelf heeft Zwartendijk dat nooit geweten. Sterker, hij werd na de oorlog door de Nederlandse overheid berispt*, omdat hij met het uitschrijven van de reispapieren niet volgens het protocol had gehandeld. Brokken beschrijft hoe Zwartendijk te werk ging. Eveneens heeft hij grondig onderzoek verricht naar de vluchtverhalen van verschillende joodse families. Een adembenemend boek, waarmee Zwartendijk eindelijk recht wordt gedaan. Met afbeeldingen in zwart-wit en een uitvoerig, beredeneerd bronnenoverzicht.
Paul Van Der Steen
ob/kt/06 o
D e directeur van Philips in de toenmalige Litouwse hoofdstad Kaunas had geen diplomatieke ambities. Jan Zwartendijk (1896 - 1976) werd gevraagd om op te treden als consul. In uiterst onzekere tijden, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, zei hij ja. Met eenzelfde vanzelfsprekendheid zou hij niet veel later visa voor Curaçao uit gaan schrijven voor uit Polen gevluchte joden.
Zwartendijk had niet de ambitie om een held te worden. Hij was wel moedig genoeg om te doen wat hij noodzakelijk achtte, waar veel anderen in het corps diplomatique nogal bangelijk opereerden, ook uit angst om de Nederlandse neutraliteit in gevaar te brengen.
Behalve Zwartendijk vervulden ook de Nederlandse ambassadeur in Riga, Leendert de Decker, en de Japanse consul, Chiune Sugihara, bepalende rollen. Voor laatstgenoemde was het ook fysiek een uitdaging: hij moest de Japanse karakters in paspoorten penselen, een intensief werkje.
Ook verderop de vluchtroute waren er mensen die zich het lot van de vluchtelingen aantrokken. Curaçao bereikten ze nooit. Wel het oosten van Azië, ook omdat Moskou dol was op buitenlandse deviezen. Vluchtelingen moesten honderden dollars neerleggen voor hun treinreis door vele tijdzones. Daar kregen ze wel een luxe trip voor terug. Daarna wachtte een nogal ongewis bestaan. Velen brachten de oorlog noodgedwongen in Japan of China door. Pas daarna vonden ze hun weg naar elders, van Amerika en Australië tot Israël.
Jan Brokken, met zijn indrukwekkende staat van dienst op non-fictiegebied, stuitte voor het eerst op deze geschiedenis tijdens een reis met de Trans Mongolië Express van Peking naar Moskou in 1983. Een dochter en kleinzonen van vluchtelingen uit de oorlogsjaren maakten de reis van hun (groot-)ouders in omgekeerde richting. Zo'n tien jaar geleden, tijdens het onderzoek voor 'Baltische zielen', dook de schrijver dieper in het verhaal van de reddingsoperatie en Zwartendijk. Even overwoog hij er plaats voor in te ruimen in het boek. Maar uiteindelijk vond hij dat van een geboren Rotterdammer onmogelijk een Baltische ziel kon worden gemaakt.
Een decennium later - na nog twee boeken die speelden aan de Oostzeekust ('De Kozakkentuin' en 'De gloed van Sint-Petersburg') - pakt de schrijver de draad alsnog op. Hij probeert helder te krijgen hoever de vluchtelingen kwamen en hoe het hun en de mannen die maakten dat ze aan de Holocaust konden ontsnappen in later jaren verging.
Wrang is het gebrek aan waardering waarmee de doorslaggevende diplomaten na de oorlog te maken krijgen. Naar een Nederlandse onderscheiding kon hij na de oorlog fluiten. In plaats daarvan kreeg hij een berisping, omdat hij niet volgens de regels had gehandeld. Dochter Edith: "Die onderscheiding kon hem niks schelen. Maar dat hij een uitbrander kreeg, vond hij vervelend." Of zoals hij het zelf tijdens een naoorlogs verhoor verwoordde: "Als je niets doet, maak je ook geen fouten."
Yad Vashem wees een aanvraag voor een Israëlische onderscheiding als Rechtvaardige onder de Volkeren tot twee keer toe af, één keer voor en één keer na Zwartendijks dood. In 1997 kwam de erkenning alsnog. Tijdens de bijbehorende ceremonie in de Amsterdamse Beurs van Berlage liet geen bewindsman of hoge ambtenaar van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken zich zien.
Wat ook aan Zwartendijk knaagde, was dat geen van de overlevenden zich na de oorlog bij hem meldde. Ze worstelden met hun eigen verleden en waren druk met het opnieuw oppakken van hun levens. Na twintig jaar kreeg de consul een beetje duidelijkheid, toen hij hoorde van drie overlevenden. Aanvankelijk reageerde Zwartendijk verheugd, maar toen sloeg de stemming om. Dat duizenden niets van zich lieten horen, moest wel betekenen dat zij het niet hadden gered. Een in september 1976 vervaardigd verslag van een rabbijn in Japan maakte duidelijk dat het anders was: 95 procent van de Joden aan wie Zwartendijk een visum verschafte, overleefde de oorlog. De oud-diplomaat heeft het niet meer geweten. Hij overleed een week voor het bericht Nederland bereikte.
Zwartendijks collega Sugihara had het aanvankelijk nog zwaarder te verduren. Als Japans vertegenwoordiger in Roemenië werd hij in 1944 met zijn vrouw en drie zoons door de binnenvallende Russische troepen gearresteerd. Samen zaten ze anderhalf jaar in een krijgsgevangenenkamp. Na vrijlating kreeg Sugihara zijn ontslag als diplomaat vanwege zijn eigenzinnige handelen in Litouwen aan het begin van de oorlog. Om het hoofd boven water te houden, pendelde hij in de jaren daarna vanuit Japan op en neer naar de Sovjet-Unie om daar met seizoensarbeid de kost te verdienen.
Eind jaren zestig kwam de kentering. Nadat Israël en Amerika Sugihara's rol hadden ontdekt, zag ook Japan de kansen die deze heldhaftige figuur bood. Buitenlandse Zaken gaf hem eerherstel en een staatspensioen. Door de uitzondering Sugihara te koesteren, konden de Japanners hun eigen oorlogsverleden laten rusten, constateert Brokken. Bij de nieuwe heldenstatus van de consul paste zelfs een speciaal museum, Sugihara Memorial Hall. De vervolging en vlucht van de Joden krijgen er aandacht, maar de manier van uitlichten van Sugihara's rol riekt volgens Zwartendijks zoon en Brokken wel erg naar persoonsverheerlijking.
Zo'n onkritisch monument wordt 'De onrechtvaardigen' nooit. Met deze auteur (van het meesterwerk 'De vergelding' over het Zuid-Hollandse Rhoon tijdens de oorlog) weet de lezer zeker dat ook de rafelige kanten van de geschiedenis niet worden weggepoetst.
Brokken heeft de levensgeschiedenissen van zijn hoofdrolspelers en vluchtverhalen van de gelukkigen die een visum kregen, minutieus uitgepluisd. Het moet een hels karwei zijn geweest, aangezien de puzzelstukjes verspreid lagen over de hele wereld. Bovendien gingen veel archiefstukken in roerige tijden verloren. Alle papieren van Zwartendijk werden bijvoorbeeld voor diens vertrek uit Litouwen verbrand.
Wellicht was Brokken zo tevreden over wat hij toch heeft weten te reconstrueren dat hij zijn verhaal vrij breed uitserveert. Dat Loe de Jong in deel 9 van zijn 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede wereldoorlog' slechts een paar regels wijdt aan de consul in Kaunas is een omissie. De bijna 500 pagina's van 'De rechtvaardigen' zijn misschien weer net iets te veel van het goede. Vooral in de tweede helft mist het boek wat vaart. Door iets scherper selecteren en meer regie had Brokken dit epos nog indrukwekkender kunnen maken.
Atlas Contact; 510 blz. € 21,99.
oordeel
Met scherpere selectie had dit epos nog meer indruk gemaakt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.