Oogzenuw
María Gainza
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GAIN |
Arjan Peters
2/ei/11 m
In de naam van het opsporingslampje, ook de titel van de roman, openbaart zich al de dubbelzinnigheid waarvan het hele verhaal is doortrokken: zwart licht. Rechercheurs gebruiken het voorwerp. Kunstexperts ook, om vast te stellen hoe authentiek een als authentiek gepresenteerd werk is, zodat het na de betrouwbare taxatie naar de veiling kan.
Maar niets is betrouwbaar of voorgoed zeker bij de Argentijnse María Gainza (°1975), die vijf jaar geleden debuteerde met de buitengewone mix van kunst- essays en autobiografische verhalen die vorig jaar in de Nederlandse vertaling verscheen als Oogzenuw.
De verteller van haar nieuwe roman Zwart licht heeft als jonge leerling een tijdje bij een taxatiebureau gewerkt, waar ze ontdekte dat de coryfee onder de kunstkenners een dame was die meewerkte aan een kolossale zwendel - een medestudente van vroeger bleek een zo kundig vervalser van schilderijen van ene Mariette Lydis, dat de taxateur overstag ging.
Met een prachtig excuus: een perfecte vervalsing is immers een bijdrage aan de kunst, en het epitheton vals zou beter gereserveerd kunnen worden voor werken van twijfelachtige kwaliteit. En daarbij: het werkelijke schandaal is de markt, waar of niet?
Wat heeft de jonge verteller allemaal meegemaakt? Ze neemt haar intrek in een hotel, onder een valse naam, daar ga je al, en wil uitgebreid vertellen over die eigenzinnige leermeester in de taxatiekunde, over de perfecte vervalser die onder de naam La Negra deel uitmaakte van een kring van bohemiens, en over haar eigen pogingen om uit de mythes en anekdotes die rond deze vrouw zijn opgetrokken, iets van een kern te distilleren.
Bob Dylan
Er ontrolt zich een intelligent verteld verhaal dat wemelt van de tegenstellingen en verdraaiingen, die de lezer bijkans zoek spelen: 'Mocht ik praten als een romanheldin, heb geduld met me, ik vind mijn stem nog wel', sust de verteller terloops, en ook dat is een vingerwijzing dat hier een spel wordt gespeeld, want het is een roman waarin deze uitspraak staat. En als ze later een catalogus gaat opstellen met spullen uit de nalatenschap van Mariette Lydis: 'Ik ging zeer zorgvuldig te werk, want als je buiten de wet leeft, moet je eerlijk zijn. Dat zei Bob Dylan in een van zijn nummers, en hij had het gejat van Don Siegels film The Lineup. Het is waar, de hele mensheid is één boekwerk, waaruit je met behulp van een schaar en een potje lijm je eigen verslag in elkaar kunt zetten.'
Dus die wijsheid van Dylan, uit het nummer 'Absolutely Sweet Marie', van het album Blonde on Blonde (1966), is niet oorspronkelijk? Het is denkbaar, Jan Cremer heeft Dylan rond die tijd in het Chelsea Hotel zien zitten pielen met een rijmwoordenboek als er een protestsong moest komen (Ik Jan Cremer 3, 2008), en diezelfde Dylan knutselde eind 2017 een dankwoord van dubieus allooi bij elkaar, toen hij tot zijn schrik de Nobelprijs toegekend had gekregen.
Daar wil Gainza ons juist hebben, bij de vaststelling dat niets vaststaat. De speurtocht van haar verteller doet soms denken aan The Aspern Papers van Henry James, als ze een kunstcatalogus perfect parodieert lijkt ze op Leanne Shapton, die in 2009 een gefingeerde veilingcatalogus publiceerde aan de hand waarvan de lezer de werdegang van een onbekend echtpaar kon reconstrueren.
Tot in de kleinste, vaak mooie zinnetjes wil Gainza tonen dat het spel alomtegenwoordig is, en ook woorden soms een dekmantel zijn: 'Ik werkte door met zin noch vertrouwen en noemde dat discipline.'
Maar bovenal krijgt ze het voor elkaar om voor onze ogen een artistiek mysterie à la Frida Kahlo te laten verrijzen; een uitzonderlijke vrouw die zich nooit geheel prijsgeeft, en over wie de kunstluizen en halve kennissen graag allerhande roddels opdissen, want de onomstotelijke bron is toch nooit te achterhalen.
Spoorloos
De 'beste vervalsster die ons land ooit had gekend', de enigmatische La Negra, is op een dag spoorloos verdwenen. Waarom zou dat weer een biografie moeten worden, gebaseerd op bronnen die vaak een vertekend beeld geven? Tot die serieuze vraag verleidt Gainza de lezer, met haar pleidooi voor ontsnapping aan de zucht naar echtheid. Ja, wat doet het ertoe of La Negra nog leeft, en hoe zij heeft geleefd: de kunst die ze namaakte, heeft het voor het zeggen, en die heeft een echtheidscertificaat gekregen van de toptaxateur van haar tijd. Wees blij met kunst waarvan je kunt genieten, en gebruik je lampje niet om een leven aan het licht te brengen dat er zelf voor koos om in het duister op te gaan.
Podium, 172 p., 19,99 euro. Uit het Spaans vertaald door Trijne Vermunt.
Marijke Arijs
2/ei/31 m
Vervalsen is een kunst. Dat schrijft María Gainza en zij kan het weten, want ze kent de kunstwereld als haar broekzak. De Argentijnse schrijfster en kunsthistorica pleegde jarenlang recensies voor The New York Times, Artforum en ArtNews, en debuteerde vijf jaar geleden met Oogzenuw, een origineel boek op de grens tussen kunstkritiek en autobiografie, essay en roman. Haar tweede roman, Zwart licht, speelt eveneens in haar natuurlijke biotoop, maar deze keer verkent Gainza de nachtzijde ervan. De heldin verkeert in kringen van kunstvervalsers en is kunstcritica, zoals de auteur zelf, maar heeft geen hoge pet op van haar vak, 'het laagste genre in de literaire pikorde'. Kennelijk heeft het mens iets op haar kerfstok. Ze heeft zojuist onder een valse naam ingecheckt in een hotel en laat zich onder het vertellen inspireren door een procedé uit Moll Flanders van Daniel Defoe: 'wanneer in Engeland iemand tot de galg werd veroordeeld, kreeg die de kans om te vertellen wat hij had misdaan'.
Vrouwen zijn sterk vertegenwoordigd in Zwart licht. Sterker nog, ze spelen de glansrol. De vertelster haalt herinneringen op aan wijlen haar leermeesteres, Enriqueta Macedo, een vrouw met een turbulent karakter, een arendsblik en een blacklight - het zwarte licht waaraan de roman zijn titel ontleent. Het lampje wordt door kunstexperts gebruikt om de echtheid van een kunstwerk te controleren. Bij leven en welzijn was deze gerenommeerde taxateur en kunstkenner betrokken bij een gigantische zwendel. Veertig jaar lang heeft ze valse schilderijen voor echt laten doorgaan. Niet uit winstbejag, maar uit overtuiging, als verzet tegen de burgerlijke moraal en de mentaliteit van de kunstkopers. In haar ogen waren alleen werken van twijfelachtige kwaliteit vals, want: 'Kun je van een goede vervalsing niet net zoveel plezier hebben als van een origineel? Is vals in zekere zin niet waarachtiger dan het origineel? En is de markt niet het echte schandaal?'
Enriqueta leerde haar pupil het vak en vertelde haar over de legendarische Bende van de Weemoedige Vervalsers, die in hun gloriedagen werden aangevoerd door La Negra, de beste vervalsster die Argentinië ooit heeft voortgebracht. Deze mysterieuze femme fatale was gespecialiseerd in de vrouwenportretten van de Weense kunstenares Mariette Lydis, bezat de sinistere gave om andermans ziel binnen te dringen en is op een kwade dag spoorloos verdwenen. De vertelster probeert het leven van deze ongrijpbare legende te reconstrueren. Ze frequenteert kringen van bohémiens en duikt kroegen in, want in het Buenos Aires van de jaren 60, 'de gouden tijd van de vervalsingen', speelde het leven zich af in cafés. Haar zoektocht is bij voorbaat tot mislukken gedoemd, want de geruchten zijn talrijk, maar harde informatie is schaars. Bovendien is ze een biograaf van de luie soort, 'als het te moeilijk werd, liet ik het zitten'. En is iemands levensverhaal niet per definitie onvertelbaar?
Laconiek
Haar gebrek aan ijver en doorzettingsvermogen leidt tot een mislukte biografie, maar levert een geslaagde roman op, waarin halsbrekende verteltechnische toeren worden uitgehaald. Bij María Gainza geen ouderwets lineair verhaal van dertien in een dozijn, maar een lappendeken van flashbacks, interviews, processtukken uit een strafdossier en een heuse veilingcatalogus, aan de hand waarvan de avontuurlijke geschiedenis van Mariette Lydis wordt verteld - een authentiek kunststukje. Uit de vele literaire en kunsthistorische wetenswaardigheden kun je opsteken hoe de razzle dazzle-techniek is ontstaan, dat de biografie van William Blake de vrucht was van de samenwerking tussen een dode man en zijn levende echtgenote, dat F for fake van Orson Welles voor de wereld van de kunstvervalsing is wat The godfather is voor de maffia en dat Elmyr de Hory, de beroemdste vervalser van de twintigste eeuw, de Vito Corleone is van de kunst.
Exacte gegevens en feiten over La Negra moet u van haar niet verwachten. Voor hetzelfde geld heeft ze alles uit haar duim gezogen. Per slot is niets zo onbetrouwbaar als het geheugen, de vervalser van herinneringen bij uitstek.
Een laconieke toon, een puntige stijl en een verfrissend gevoel voor humor, ziedaar het geheim van María Gainza, een van de origineelste stemmen in de hedendaagse Spaanstalige literatuur. De roman is doorspekt met al dan niet zelfbedachte citaten, een woud aan aforismen en een schat aan anekdotes, want 'vaak is dat het enige wat rest van een persoon'. Ze schudt verrassende beelden uit haar mouw en verstaat de kunst om personages met een paar rake penseelstreken neer te zetten, verzonnen of niet. Zwart licht is een schier onontwarbaar kluwen van waarheid en fictie. Ging Borges altijd bij Bioy Casares eten en was Mariette Lydis werkelijk bevriend met de Amerikaanse vliegenierster Amelia Earhart? Ach, wat doet het ertoe? 'Alsof de waarheid iets bijzonders is, in plaats van gewoon een goed gebracht verhaal.'
Vertaald door Trijne Vermunt, Podium, 172 blz., 22,98 €.
Arjan Peters
2/ei/11 m
In de naam van het opsporingslampje, tevens de titel van de roman, openbaart zich al de dubbelzinnigheid waarvan het hele verhaal is doortrokken: zwart licht. Rechercheurs gebruiken het voorwerp. Kunstexperts ook, om vast te stellen hoe authentiek een als authentiek gepresenteerd werk is, zodat het na de betrouwbare taxatie naar de veiling kan.
Maar niets is betrouwbaar of voorgoed zeker, bij de Argentijnse schrijver María Gainza (1975), die vijf jaar geleden debuteerde met de buitengewone mengeling van kunstessays en autobiografische verhalen, die vorig jaar in Nederlandse vertaling verscheen als Oogzenuw. De verteller van haar nieuwe roman Zwart licht heeft als jonge leerling een tijdje bij een taxatiebureau gewerkt, waar ze ontdekte dat de coryfee onder de kunstkenners een dame was die juist meewerkte aan een kolossale zwendel - een oude medestudente van vroeger bleek een zo kundig vervalser van schilderijen van ene Mariette Lydis, dat de taxateur overstag ging. En met een prachtig excuus: een perfecte vervalsing is immers een bijdrage aan de kunst, en het epitheton vals zou beter gereserveerd kunnen worden voor werken van twijfelachtige kwaliteit. En daarbij: het werkelijke schandaal is de markt, waar of niet?
Wat heeft de jonge verteller allemaal meegemaakt? Ze neemt haar intrek in een hotel, onder een valse naam, daar ga je al, en wil uitgebreid vertellen over die eigenzinnige leermeester in de taxatiekunde, over de perfecte vervalser die onder de naam La Negra deel uitmaakte van een kring van bohemiens, en over haar eigen pogingen om uit de mythes en anekdotes die rond deze vrouw zijn opgetrokken, iets van een kern te distilleren.
Er ontrolt zich een intelligent verteld verhaal dat wemelt van de tegenstellingen en verdraaiingen, die de lezer bijkans zoek spelen: 'Mocht ik praten als een romanheldin, heb geduld met me, ik vind mijn stem nog wel', sust de verteller terloops, en ook dat is een vingerwijzing dat hier een spel wordt gespeeld, want het is een roman waarin deze uitspraak staat. En als ze later een catalogus gaat opstellen met spullen uit de nalatenschap van Mariette Lydis: 'Ik ging zeer zorgvuldig te werk, want als je buiten de wet leeft, moet je eerlijk zijn. Dat zei Bob Dylan in een van zijn nummers, en hij had het gejat van Don Siegels film The Lineup. Het is waar; de hele mensheid is één boekwerk, waaruit je met behulp van een schaar en een potje lijm je eigen verslag in elkaar kunt zetten.' Dus die wijsheid van Dylan, uit het nummer 'Absolutely Sweet Marie', van het klassieke album Blonde on Blonde (1966), is niet oorspronkelijk? Het is denkbaar, Jan Cremer heeft de hasjrokende bard in diezelfde periode in het Chelsea Hotel zien zitten pielen met een rijmwoordenboek als er een protestsong moest komen (Ik Jan Cremer 3, 2008), en diezelfde Dylan knutselde immers eind 2017 nog een dankwoord van dubieus allooi bij elkaar toen hij tot zijn schrik de Nobelprijs voor Literatuur toegekend had gekregen.
Daar wil Gainza ons juist hebben, bij de vaststelling dat niets vaststaat. De speurtocht van haar verteller doet soms denken aan The Aspern Papers van Henry James, als ze een kunstcatalogus perfect parodieert lijkt ze op Leanne Shapton (die in 2009 een gefingeerde veilingcatalogus publiceerde aan de hand waarvan de lezer de werdegang van een onbekend echtpaar kon reconstrueren). Tot in de kleinste, vaak mooie zinnetjes wil Gainza tonen dat het spel alomtegenwoordig is, en ook woorden soms een dekmantel zijn: 'Ik werkte door met zin noch vertrouwen en noemde dat discipline.'
Maar bovenal krijgt ze het voor elkaar om voor onze ogen een artistiek mysterie à la Frida Kahlo of Leonora Carrington te laten verrijzen; zo'n uitzonderlijke vrouw die zich nooit helemaal prijsgeeft, en over wie de kunstluizen en halve kennissen maar wat graag allerhande roddels opdissen, want de onomstotelijke bron is toch nooit te achterhalen.
De 'beste vervalsster die ons land ooit had gekend', de enigmatische La Negra, is op een dag spoorloos verdwenen. Waarom zou dat weer een biografie moeten worden, gebaseerd op bronnen die vaak een vertekend beeld geven? Tot die serieuze vraag verleidt Gainza de lezer, met haar poëtische pleidooi voor ontsnapping aan de prozaïsche zucht naar echtheid. Ja, wat doet het ertoe of La Negra nog leeft, en hoe zij heeft geleefd: de kunst die ze namaakte, heeft het voor het zeggen, en die heeft een echtheidscertificaat gekregen van de toptaxateur van haar tijd. Wees blij met kunst waar je van kunt genieten, en gebruik je opsporingslampje niet om een leven aan het licht te brengen dat er zelf voor heeft gekozen om in het duister op te gaan.
****
Uit het Spaans vertaald door Trijne Vermunt. Podium; 172 pagina's; € 19,99.
Roderik Six
i /un/05 j
Het lijkt een simpele stelling: kunst is niet echt, het is een vervalsing van de werkelijkheid, een fictie, een illusie – zelfs een kleuter verwart zijn stokmannetjes op de koelkast niet met zijn echte ouders van vlees en bloed. Maar als die creaties eenmaal bestaan, eisen ze wel een plaats op in de werkelijkheid. Ze hebben een wettelijk bestaansrecht waar de maker economisch gewin uit kan puren. Een kunstenaar kan uniciteit claimen. De vervalsing van de werkelijkheid mag paradoxaal genoeg niet vervalst worden. Best bizar. In de nabije toekomst zal een 3D-printer ongetwijfeld in staat zijn een Rembrandt perfect te kopiëren, tot op atomair niveau, zodat iedereen een Nachtwacht in zijn traphal kan hangen. Toch zullen we die als vervalsingen bestempelen en dat kan ernstige gevolgen hebben, zoals de voormalige directrice van het MSK bijvoorbeeld ondervonden heeft.
Maar maakt het voor de kijker uit? Brengt een perfect nagemaakte Rothko dan niet hetzelfde esthetische gevoel over? Is het vervalsen van een vervalsing geen kunstvorm op zich?
‘Een kunstacademie is een opleiding voor potentiële vervalsers. Ze stimuleert imitatie, omdat je alleen maar kunt onderrichten in de kunst door het verleden na te bootsen’, zo oreert Enriqueta, een geslepen galeriehouder die in deze nieuwe roman van Argentijns talent María Gainza rijke verzamelaars valse schilderijen opsolfert. Enriqueta’s protegee Mariette Lydis – een valse naam, maar kunnen personages échte namen hebben? – vertelt het bizarre verhaal van La Negra, een beruchte maar ongrijpbare vervalster die de hele kunstwereld bij de neus nam. Lydis wil een biografie schrijven over La Negra maar alle bronnen spreken elkaar constant tegen. Sommigen zeggen dat ze onwerelds mooi was, anderen beweren dat ze een lelijke heks was. Sommigen beweren dat ze een krokodil als huisdier had, anderen doen dat af als een fabeltje. Leeft La Negra nog? Heeft ze wel ooit bestaan? Lydis ploetert door een moeras aan verhalen en zinkt steeds dieper weg in de taal.
María Gainza speelt verstoppertje in het schemergebied tussen schijn en werkelijkheid en sticht verwarring door verschillende literaire genres op haar palet te vermengen. Nu eens beland je in een essay, dan weer in een speurdersroman en even later sta je in de rechtbank en weet je niet wie terechtstaat: het personage of jij, de lezer. Want onze luie eis om eenduidigheid miskent ons meerlagig bestaan – net als een kunstwerk is het leven vaak een prachtige vervalsing. En zo bevat Zwart licht wel meer slimmigheden, te veel om allemaal op de koelkast te hangen.
****
Podium (oorspronkelijke titel: La luz negra), 172 blz., € 19,99.
B. van Laerhoven
De ik-figuur, een jonge vrouw die in Buenos Aires voor een taxatiebureau werkt, raakt in de ban van een oude, befaamde vrouwelijke kunstkenner die de bron is van een verregaande kunstzwendel met vervalsingen. Na de dood van haar mentor schrijft ze, in kleurrijk proza, in een hotel haar herinneringen op aan de artistieke bohemiens die betrokken waren bij de zwendel. De Argentijnse María Gainza (1975) maakte eerder furore met 'Oogzenuw'*. In 'Zwart licht' speelt ze een sfeervol, literair spel met de lezer. Voortdurend dist ze nieuwe herinneringen en verhalen op over Enriqueta, de enigmatische dame voor wie een mooie vervalsing even echt en waardevol was als een origineel. Alleen wat lelijk is, is geen kunst. Gainza heeft een schitterende, licht ironische stijl met een formidabele beeldenrijkdom, die geschikt is om zowel mysterieus als luchtig en ontroerend over te komen. Zeer aanbevolen voor lezers met interesse voor literatuur en het kunstmilieu.
Joke De Wolf
i /un/08 j
María Gainza (1975), de Argentijnse kunstcriticus die twee jaar geleden ook in Nederland indruk maakte met haar essayistische debuut 'Oogzenuw', gaat in haar roman 'Zwart licht' meer de diepte in. Op zoek naar haar eigen stem.
'Oogzenuw' draaide in ieder hoofdstuk om een andere kunstenaar of kunstwerk, nu staat één verhaal centraal: de zoektocht van hoofdpersoon María naar een mythisch vervalsersnetwerk. Deze 'Bende van de Weemoedige Vervalsers', een veelkleurige groep bohémiens, maakte in de jaren zestig vanuit een vervallen hotel in Buenos Aires schilderijen van de Oostenrijks-Argentijnse kunstenaar Mariette Lydis (1887-1970) na en bracht ze op de markt. Een vrouw die La Negra werd genoemd maakte de vervalsingen zelf. Ze dankte haar naam aan haar matzwarte huid.
De baas en vriendin van María, Enriqueta, vertelt María over het netwerk. Enriqueta is volgens María 'de bekendste taxateur van de kunstwereld', en houdt er een eigen beroepsethiek op na: ze laat al veertig jaar valse schilderijen voor echt doorgaan. Niet vanwege het geld, maar ze vindt dat zo de lat hoger komt te liggen, enkel slecht geschilderde schilderijen zouden als vals bestempeld moeten worden.
Als Enriqueta plotseling overlijdt, verliest ook María haar taxateursbaan en wordt ze kunstcriticus bij een krant, 'een makkelijke oplossing' noemt ze het zelf, niemand anders wil het doen. Via die nieuwe baan komt ze toevallig in contact met een van de vroegere compagnons van de vervalsersbende. Ze organiseert een veiling van persoonlijke eigendommen van Lydis, en raakt geobsedeerd met het vinden van sporen van La Negra: hoe zag ze er werkelijk uit, wat had ze voor persoonlijkheid, en zou ze nog leven?
In 'Oogzenuw' hing Gainza haar eigen verhaal op aan feiten en verhalen rond echt bestaande kunst en kunstenaars. Die balans is in 'Zwart licht' omgedraaid. Het boek gaat in de eerste plaats om de zoektocht van María, de kunst en literatuur dwarrelen er nonchalant tussendoor. Dat dwarrelen gaat soms iets te geforceerd, bijvoorbeeld als María expliciet de titels vermeldt van de boeken die in de kamer van La Negra worden aangetroffen. Soms is het pocherig, als Gainza haar hoofdpersoon nonchalant de Romein Boëthius laat citeren terwijl haar hand tussen de autodeur klem zit. Of ze iemand spontaan midden in een eerste gesprek met María Hegels beeldspraak van de uitvliegende uil van Minerva laat gebruiken.
Op haar best is Gainza als ze de verschillende genres op een vanzelfsprekende manier vermengt. Bijvoorbeeld met de door María geschreven teksten uit de catalogus voor de veiling van de spullen van Lydis, waarin slim en in een heel andere stijl het (echte) levensverhaal van Lydis is verwerkt. Of wanneer María vertelt hoe Enriqueta en zij geen genoeg konden krijgen van de film 'F for Fake' van Orson Welles - niet alleen een goede tip maar ook een subtiele verwijzing naar de complexiteit van fictie.
Het aardige van Gainza's boek is dat het uiteindelijk niet gaat over de (op zich ook boeiende) theorie en praktijk van het vervalsen van kunst. De titel 'Zwart licht' verwijst weliswaar naar het lampje met blacklight - letterlijk zwart licht - dat taxateur Enriqueta als enig hulpmiddel altijd bij zich draagt en waarmee de kunstwerken gecontroleerd worden op recente toevoegingen, maar het verhaal gaat meer over wat er niet te zien is.
Hoofdpersoon María is onverschillig over haar eigen bestaan, depressief wellicht, we komen weinig over haar te weten. Het vinden van La Negra wordt een obsessie, waarover ze - een bekend literair trucje - in het boek een boek schrijft. Maar hoe meer details ze over de vervalsster ontdekt, hoe willekeuriger ze lijken. María heeft zichzelf al een beeld gemaakt van haar personage, meer details en tegenstrijdigheden vertroebelen dat beeld alleen maar.
Soms moeten we niet alles van iemand willen weten, en zijn de verhalen vele malen rijker dan de weerbarstige werkelijkheid. 'Zwart licht' is hier en daar wat hakkelig, soms wat te uitleggerig. Maar het vertelt wel een verhaal dat nog lang blijft nagonzen, zo herkenbaar en kleurrijk zijn de personages. Het is te hopen dat María Gainza haar stem snel voldoende geoefend vindt voor een grote roman. 'Zwart licht' is er een mooie opmaat voor.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.