Godfried Danneels : biografie
Jürgen Mettepenningen
Jürgen Mettepenningen (Auteur), Hans Küng (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 241 METT |
31/12/2011
Iedereen zal Jürgen Mettepenningen intussen wel kennen als de voormalige, kortstondige perschef van het aartsbisdom en de Belgische bisschoppenconferentie. De ‘operatie kelk’ was de eerste ervaring in zijn nieuwe functie.
Intussen is hij ‘verdwenen uit de entourage van André-Joseph Léonard’ en slaagde hij er zelfs in een notoir criticus van de neo-Tridentijnse kerk als Hans Küng te engageren om het voorwoord van zijn boek te schrijven. Niet dat hij nu plots progressief zou zijn geworden; als kerkhistoricus wil hij bewust conservatief én progressief zijn. Bewaren wat bewaard moet blijven, hervormen wat hervormd moet worden: dat is het motto dat als een rode draad door het hele essay loopt.
Mettepenningen wil antwoorden op de essentiële vragen, in het licht van de huidige Belgische situatie: waar staan we met de kerk vandaag? Over welke kerk hebben wij het, waar gaat het om in de kerk en hoe zal de toekomst eruitzien? De aanleiding voor zijn ‘essay’ is dat vele hem, na zijn spectaculair ontslag op 2 november 2010, vroegen welke kerk hijzelf voor ogen had. In dit boek geeft hij zijn persoonlijke opinie.
Zijn vertrekpositie is het jaar 2010 dat hij een ‘annus horribilis’ noemt. Drie feiten staan hier centraal: André Léonard als nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel, Peter Adriaenssens als nieuw hoofd van de ‘Commissie voor behandeling van seksueel misbruik in een pastorale relatie’ en het ontslag van Roger Vangheluwe als bisschop van Brugge.
Je zal maar de net benoemde woordvoerder zijn, die zijn eerste vergadering doormaakte, ‘gevangen in de troonzaal van het bisschoppelijk paleis van Mechelen’. In dit eerste hoofdstuk geeft Mettepenningen het relaas van die dagen, dat leest als een thriller, en waar meteen duidelijk wordt wie zijn nieuwe baas werkelijk is: iemand die de impact van zijn woorden niet lijkt te kunnen inschatten, die zich onhandig en onwijs uitdrukt en zich, spijts de verduidelijkingen van zijn nieuwe woordvoerder, niet houdt aan de afspraken. Uit professioneel oogpunt nam de man ontslag voor het oog van de camera: een moedige woordvoerder van een ‘allerzieligste’ aartsbisschop.
Vervolgens gaat hij verder als historicus, door de kerk in België te beschrijven die onder Godfried Danneels een hele transformatie onderging: de hele dekatholisering die zich inzette na het Tweede Vaticaans Concilie, waar de kerk aansluiting zocht bij het eigentijds denken. De kerk zou ‘Gaudium et spes’, vreugde en hoop, moeten brengen aan de wereld. Maar het werd een crisis en in het licht van de huidige aanvragen tot ontdoping, priestertekort en kerkverlating, noemt hij als oorzaak van deze crisis niet zozeer het gebrek aan degelijk personeel en het afhaken van kerkgangers, maar het tekort aan geloof. Hij noemt als oorzaken: individualisering van de maatschappij en de politiek en de multireligieuze situatie. Het tekort aan parochiepriesters en het geklungel met ‘tevens-benoemingen’ om de lege plaatsen te bedienen, maakt mensen moedeloos en doet hen afhaken — het is dus toch ook een gebrek aan personeel. Tegenover de ‘bricolagezingeving’ stelt zich vandaag de vraag naar wat de kerk is en hoe ze verder haar boodschap gaat vertolken.
Op deze twee vragen antwoordt hij met vooraf te stellen dat Rome — waar Johannes-Paulus II en Benedictus XVI intussen de klok hebben teruggedraaid — de ‘kerk’ is, als tijdsgebonden instituut, en waar het gelovige volk ‘de Kerk’ blijft — met een hoofdletter —, die voorrang heeft op dat instituut. Het opleven van de ultratraditionele groepen is hierbij een bijkomend probleem. In de volgende hoofdstukken gaat hij in op al die opinies om een uitgezuiverd beeld te schetsen van God, geloof, godsdienst en kerk.
Verder maakt Mettepenningen een theologische schets van de kerk, waarin hij de eigenheid toch wil bewaren, met de bekende verwijzingen naar het evangelie en de Paulusbrieven. Hij wil zelfs een ‘tegendraads pleidooi’ houden voor de kerk om zijn latere kritiek te kunnen kaderen. Hij zet zich af tegen de slogan ‘geloof ja, kerk neen’ en hier spreekt vooral de kerkhistoricus die bewust de traditie in ere houdt. Een hedendaagse actualisering vanuit de evangelische boodschap noemt hij een ‘illusie’. Hij pleit voor een traditioneel instituut, al hoort dat niet tot het wezenlijke van de kerk.
Wanneer hij dan in de laatste hoofdstukken pleit voor de noodzaak van hervormingen, tegen het clerocentrisme, wordt het soms wat dubbelzinnig. Hij stelt wel dat leken, mannen en vrouwen, ingeschakeld dienen te worden op basis van hun doopsel. De resterende priesters moeten weliswaar niet meer de eindverantwoordelijken zijn, maar eucharistie en sacramenten blijven wél aan hen toevertrouwd. Over het verplichte celibaat als een van de grote oorzaken van het gebrek aan priesters rept hij met geen woord. Er is volgens hem geen crisis van het ambt, het gaat om een geloofscrisis. Hij wil duidelijk niet raken aan de roomse visie op het priesterambt en stelt het model van Poitiers voor als een oplossing: een hele ploeg leken en één priester. Tot die éne dan ook wegvalt wegens ‘uitputting van de voorraad’?
Over het vieren van de liturgie stellen dat het mysterie van God centraal dient te staan en de taal eerder poëtisch dan prozaïsch moet zijn, en tegelijk weten dat vele vrijwilligers in de parochies katholieker willen zijn dan de paus, is wel problematisch. Wie zal al die vrijwilligers theologisch en liturgisch vormen?
Het ‘aggiornamento’ (modernisering) komt er niet door de kool en de geit te sparen, er moeten uitvoeriger diagnoses en therapeutische voorstellen gemaakt worden. Misschien het aangekondigde boek van Hans Küng als aanvulling voor dit, overigens waardevolle en moedige essay?
[Jan Scheers]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.