Trilling
Teju Cole
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14517 |
Sofie De Smyter
te/ep/03 s
In 'Open stad' (2011) beschreef Teju Cole op meesterlijke wijze de zwerftocht van een jonge Duitse Nigeriaan door de straten van New York en Brussel. Nu ook zijn debuut, 'Elke dag is voor de dief' (2007) buiten Nigeria gepubliceerd is, wordt duidelijk hoe diep zijn voorliefde voor omzwervingen geworteld is.
De ik-verteller blijft het hele boek lang naamloos, maar de gelijkenissen met de rondzwervende Julius uit Open stad zijn zo groot dat de twee wel bloedverwanten uit de eerste lijn moeten zijn. Het verhaal begint wanneer een psychiater-in-wording New York even inruilt voor zijn geboortestad, het Nigeriaanse Lagos. In 27 korte hoofdstukken en een twintigtal foto's probeert hij de stad en de effecten van zijn terugkeer te vatten.
De zwart-witte snapshots variëren van wazig tot bijzonder scherp en weerspiegelen op die manier ook perfect de tekst zelf. Cole - ook bekend als essayist en fotograaf - laat zijn verteller laveren tussen maatschappijkritiek en memoires, tussen met de vinger wijzen en uit het hart schrijven. Nigeria wordt geportretteerd als een land dat aaneenhangt van "religie, corruptie en geluk". Dat vooral het tweede domineert, mag al blijken uit de titel: de verteller hoeft geen moeite te doen om dieven te vinden. Al gauw wordt duidelijk dat de verteller ook een dief is, die er tijdens zijn strooptochten enkel op uit is verhalen te rapen. Hij beklaagt schrijvers als John Updike, die het moeten doen met Amerikaanse voorsteden, maar ontdekt algauw dat Nigeria met zijn drukte, zijn generatoren en zijn voortdurende indrukken zijn kunstige verlangens in de weg staat: "Schrijven is moeilijk, lezen onmogelijk." Zelf mag hij dan het gevoel hebben dat Nigeria alle intellectuele pogingen ondermijnt, als lezer kun je je niet van de indruk ontdoen dat het zijn arty farty-mentaliteit is die een echte kennismaking met het land in de weg staat. Hij ergert zich aan het tekort aan degelijke boekenwinkels, en aan het gebrekkige Nationale Museum, en komt enkel in de buurt van iets wat op geluk lijkt wanneer hij een voor Nigerianen onbetaalbaar conservatorium ontdekt en een vrouw op een bus een boek van Michael Ondaatje ziet lezen.
Die laatste is een prominente aanwezige door het hele boek heen. Het gebruik van foto's, de verwijzingen naar dromen en labyrinten, veel herinnert aan Ondaatjes gefictionaliseerde biografie Running in the Family, waarin de Canadese Sri Lankaan naar zijn geboorteland terugkeert om zijn familie opnieuw (uit) te vinden. De verteller van Elke dag is voor de dief mag dan wel hopen een Ondaatje te zijn in het diepst van zijn gedachten, de grote kracht van Running in the Family, het gevoel ervan, is waar het hem vooral in het begin aan ontbreekt. Hij is te zeer naar het land zelf teruggekeerd en te weinig naar de mensen.
Vooral naar het einde toe, wanneer de verteller zijn gedachten niet meer zozeer tracht te sturen, breekt de poëzie ten volle door. Kleine straten worden palingen in een volle mand, en ventilatoren gesprekken die weer worden opgestart. Pas dan komt de verteller dichter bij het ik en het land dat hij al omzwervend wou vinden, en met hem, ook de lezer.
Lieve Joris interviewt Teju Cole op het Eilandfestival, zondag 14 september in Antwerpen. www.eilandfestival.be
Teju Cole,Elke dag is voor de dief, De Bezige Bij, 176 p., 16,90 euro.
Vertaling: Paul van der Lecq.
SOFIE DE SMYTER ■
Kathy Mathys
te/ep/12 s
In 2012 brak Teju Cole door metOpen stad, een essayistische roman waarin hij de zenuwbanen van New York blootlegde. Het hoofdpersonage Julius was een psychiater in opleiding die er niet voor terugdeinsde om de pijnpunten van de metropool te laten zien. Een dwangmatige wandelaar was hij met een fascinatie voor geschiedenis, kunst en de menselijke psyche. De verteller inElke dag is voor de dief heeft geen naam, maar het zou perfect Julius kunnen zijn. Ook hij studeert psychiatrie in New York, de twee gingen naar dezelfde Nigeriaanse middelbare school en ze denken op een vergelijkbare manier. Cole publiceerdeElke dag is voor de dief in 2007 in Nigeria, nu verschijnt het wereldwijd.
'Amerika heeft je verwekelijkt', vindt de tante van de verteller wanneer ze hem taxeert bij zijn aankomst in Lagos. Op straat noemen ze hem 'oyinbo', witte man. Net alsOpen stad is dit een dwaalvertelling over een man die de straten verkent, soms lopend, soms in een danfo, de stadsbus, gemeden door wie zich ander transport kan permitteren. Deze verteller geeft niet om status, het gaat hem net om het rondzwerven, om de confrontatie met het onvoorziene. Hij was vergeten hoe slopend het leven in de miljoenenstad Lagos is. Elke wandeling is een aanslag op het zenuwstelsel, een zintuiglijk bombardement. Wie zwakte toont, is een vogel voor de kat in een stad waar het stikt van de zwendelaars en afpersers.
Het verleden is nooit dood
De man kijkt naar Lagos met nieuwe, westerse ogen. Hij voelt zijn bloed ruisen wanneer hij in een internetcafé een student een e-mail ziet opstellen waarin hij westerlingen op frauduleuze wijze geld probeert te ontfutselen. De verteller ergert zich aan de corruptie, maar ziet zich net zo goed genoodzaakt om overheidsambtenaren een extraatje te geven: anders krijgt hij niets gedaan.
Cole is geïnteresseerd in de manier waarop we met het verleden omgaan, de manieren waarop we het toedekken. Zijn verteller citeert Faulkner: 'Het verleden is nooit dood. Het verleden is zelfs geen verleden.'
Lagos wil een eenduidig verhaal over het verleden, dubbelzinnigheid is uiterst ongewenst, stelt de verteller vast. Voor hem draait het net om de details, de nuances, om de grijze schemerzone. Hij laat Nigeria zien als een land waar de maatschappelijke druk groot is om jezelf gelukkig te noemen, als een land waar billboards je aanmanen kogelvrij autoglas te kopen, als een land waar de lucht doordesemd is van verhalen. Had John Updike over Lagos geschreven, in plaats van over een saaie Amerikaanse voorstad, dan had hij wel degelijk de Nobelprijs gekregen, meent de verteller.
Aandacht voor rafelranden
De korte hoofdstukken bevatten zwart-witfoto's van straatleven en beweging. We zien beelden genomen vanuit voertuigen, vage gestalten, gebouwen in wording. Coles aandacht voor rafelranden zorgt voor beelden die op het netvlies staan gebrand, net zoals dat het geval was inOpen stad.
'Witte satellietschotels klampen zich als zeepokken aan de huizen vast', schrijft Cole, een fijnzinnige stilist.
De verteller maakt associaties, legt verbanden die verrassen en die aanzetten tot nadenken. Hij zoekt naar wat onzichtbaar blijft, speurt het gezicht van een weduwe, over wie hij een tragisch en gewelddadig verhaal hoorde, af op zoek naar haar verdriet. In een pijnlijke scène stuurt de verteller een jonge Nigeriaan met een kluitje in het riet. De man wou graag zijn e-mailadres, in diens ogen vormde het de sleutel tot een leven in de Verenigde Staten. Ooit had de verteller dezelfde bedelende blik in de ogen, ooit werd ook hij afgewimpeld.
Wie vanOpen stad hield, kan zich verblijden met dit debuut van een Nigeriaanse schrijver die de onderstroom laat zien, de ongemakkelijke waarheden. Enig minpunt: de verteller houdt zich op in de middenklassewijken van de stad. In die zin is zijn camerastandpunt wel beperkt.
TEJU COLE
Elke dag is voor de dief.
Vertaald door Paul van der Lecq, De Bezige Bij, 176 blz., 16,90 ? (e-boek 12,99 ?). Oorspronkelijke titel: 'Every day is for the thief.'
De auteur: Nigeriaans-Amerikaanse schrijver, brak internationaal door met zijn veelbekroonde romanOpen stad (2011).
Het boek: een dwaalvertelling over een man die de straten van Lagos verkent.
ONS OORDEEL: Cole, een fijnzinnige stilist, laat een ongemakkelijke waarheid zien.
¨¨¨¨è
Kathy Mathys ■
Jos Damen
De auteur (*1975) is een van de belangrijkste nieuwe Nigeriaanse schrijvers. Eerder verscheen zijn roman 'Open stad'. Cole's novelle 'Elke dag is voor de dief' is de weerslag van een reis door Nigeria. Het is een persoonlijk verslag van zijn reis naar onder meer Lagos en Abuja, maar het is vooral een kennismaking met de vele aspecten van Nigeria. Dat is divers: het leeggeroofde Nationaal Museum, maar ook de prachtige Music Society of Nigeria. Jeugdvrienden, maar ook internetoplichters, motorfietstaxi's (okada) en de drukke levendigheid van Nigeria. Omdat Cole in New York woont, geeft dat hem de juiste distantie. Hij verwoordt scherp de oprechte verbazing over zijn land. In een van de laatste hoofdstukken zegt een van de personages dat Nigeria getypeerd wordt door religie, corruptie en geluk. Corruptie keert telkens in het boek terug: het begint al op het Nigeriaanse consulaat, en loopt via politieagenten, tolambtenaren en dieselverkopers als een rode draad door het boek. De titel is naar een Yorùbá-spreekwoord: 'Elke dag is voor de dief, maar één dag is voor de eigenaar'. Met kunstzinnige foto's van de auteur. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.