Andalusisch logboek
Stefan Brijs
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VERDIEPING 3 : SIBERIË : REISVERHALEN : BRIJ |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRIJ |
Dirk Leyman
2/ei/23 m
Het natuurboek floreert. Nu we in coronatijden verwoed de buitenlucht omarmen en nabije parken en natuurgebieden exploreren alsof we nooit anders hebben gedaan, piekt de leeshonger rondom flora en fauna. Toch is het al langer een trend in de boekhandel, gevoed vanuit een rijke Angelsaksische traditie met Robert Macfarlane (De oude wegen), de schrijvende schaapsherder James Rebanks of de herontdekking van Wanderlust van Rebecca Solnit.
Ook in Nederland floreren literaire getinte ornithologische boeken als nooit tevoren, met Kester Freriks als een van de vaandeldragers. 'Het natuurboek is een rustpunt voor de dolende ziel. Een strohalm voor de wanhoop', schreef Jean-Pierre Geelen over het fenomeen ooit in de Volkskrant.
Sinds Stefan Brijs zich in 2014 in het dorpje Cutar nabij Malaga (Andalusië) vestigde, is ook hij voor de bijl gegaan als 'natuurschrijver'. Vooral wanneer hij vrijaf neemt van zijn werk als romancier. In 2017 resulteerde dat in Andalusisch logboek, een doortimmerd reisboek waarin hij alle hebbelijkheden en onhebbelijkheden van zijn Spaanse streek omarmde. Brijs' toenemend oog voor de ornithologische weelde viel toen al op. Verrekijker en vogelgids lagen steeds vaker binnen handbereik.
Deze nieuwe passie mondt nu uit in Berichten uit de vallei, dat feitelijk een tweeluik vormt met Andalusisch logboek. Goed voor nauwgezette, wat ingehouden observaties op het ritme van de vier seizoenen.
Er valt meer te bespeuren dan je denkt, betoogt Brijs vanuit zijn 'schrijfhut' en bergflank van 350 meter hoog. Hij pronkt met het glorieuze uitzicht op een weidse vallei, akkers, stukken braakland, olijfgaarden, een rotsmassief en een grijsachtige bergketen. Maar vooral uitbundig veel vogels en dieren én af en toe een mens: 'een gierzwaluw die voorbij suist, een hagedis die op een steen in de zon zijn koude bloed opwarmt, een boer die egt, leeuweriken die uit de lucht vallen, een bidsprinkhaan die doodstil op een prooi wacht en negen weesgegroetjes en een onzevader later een onoplettende vlieg verschalkt.'
Brijs ontpopt zich als een ijverige notulist van de natuur. Soms lijkt het alsof je door een vogel- en insectenencyclopedie bladert, zij het zonder de plaatjes. Gierzwaluwen, putters, zwartkoppen, oehoes, steenuilen, torenvalken en roodkopklauwieren passeren de revue, maar ook de blauwzwarte houtbij, flamingo's of de doodshoofdvlinder, wat hem meteen aan een roman van Jan Wolkers doet denken.
Avocadoplantage
Het klopt wat Brijs schrijft: 'Door een plant of een dier te benoemen kweek je er een band mee. Automatisch krijg je er ook meer waardering voor.' Brijs mijmert over zijn gewoonte om aan dieren menselijke trekken en emoties toe te kennen. Hilarisch is een klopjacht op hooiwagens, samen met de Nederlandse specialist Hay Wijnhoven. We weten voorgoed dat we de hoogpotigen niet met spinnen mogen verwarren. Regelmatig exploreert Brijs andere natuurgebieden, zoals een broedplaats voor bijeneters of de bron van de Guadalhorce. Aan alles merk je hoezeer hij deze regio in zijn hart heeft gesloten.
Weliswaar kijkt Brijs met 'verwondering maar niet meer met naïviteit' naar dit decor. Dit landschap wordt immers ferm bedreigd. Door onachtzaam winstbejag, zeker nu armoede en droogte de regio stevig teisteren. 'Turend ontwaarde ik graafmachines en bulldozers, die de hele noordkant van de heuvel - meerdere hectaren - hadden kaal geschraapt en er terrassen voor een avocadoplantage hadden aangelegd zonder dat ik er wat van had gemerkt. Ik voelde een steek in mijn hart (...).'
Uitgestrekte graanakkers en uniforme olijfplantages, waar andere planten of struiken het onderspit delven, verdrijven langzaam de vogels. Meermaals plaatst Brijs een cri de coeur. En dan zijn er vraatzuchtige insecten zoals de oprukkende agavesnuitkever. "Als God bestaat, ziet het ernaar uit dat hij zijn plagen opnieuw op de mensheid loslaat om haar te straffen voor haar blinde verniel- en vraatzucht.' Eén keer komt ook corona in combinatie met vleermuizen al ter sprake.
In Berichten uit de vallei komt de ervaren natuurliefhebber volop aan zijn trekken. Maar Brijs koestert zich te zeer in de veilige rol van registrator. Dat schept afstand met de lezer. Want wat richt dat Spaanse kluizenaarschap met hemzelf aan, hoe beïnvloedt het zijn schrijverschap? Daar had je meer willen over lezen. Jammer ook dat niet is gedacht aan enige welgemikte illustraties, foto's of kaartjes. Een gemiste kans om dit detailrijke natuurlogboek grandeur te geven.
Atlas/Contact, 189 p., 21,99 euro.
Marijke Arijs
2/ei/22 m
'Natuur is mooi, maar je moet er wel wat bij te drinken hebben', schijnt de dichter Willem Kloos ooit te hebben gezegd. Stefan Brijs denkt daar heel anders over. Saai, de natuur? Niet in Andalusië. Zes jaar geleden verkaste de schrijver van Koningshooikt naar Loma León, een godvergeten gehucht in de heuvels ten oosten van Málaga. De voormalige Genkse onderwijzer, bekend van kloeke historische romans als De engelenmaker en Post voor mevrouw Bromley, ging in het diepe zuiden op zoek naar stilte en rust, maar is sinds zijn verhuizing productiever dan ooit. Zijn zelfgekozen quarantaine leverde tot nog toe twee romans op, Maan en zon en Zonder liefde, en tussen de bedrijven door vond hij ook nog de tijd om zijn nieuwe biotoop te verkennen. Na zich de plaatselijke cultuur, zeden en gewoonten eigen te hebben gemaakt in zijn Andalusisch logboek (2017), verdiepte Brijs zich in het Zuid-Spaanse natuurschoon. In Berichten uit de vallei zoomt hij in op de plaatselijke fauna en flora.
Al dat fraais komt tot stand in zijn schrijfhut, halverwege een heuvelflank, met uitzicht op een vallei. Als hij tenminste niet uit het raam zit te staren, met verrekijker en vogelgids in de aanslag, want aan deze schrijver is een ornitholoog verloren gegaan. Achter zijn werktafel ziet Brijs ze vliegen, de merels en huismussen, groenlingen en roodkopklauwieren, kleine zwartkoppen en grote trappen. Leeuweriken dwarrelen uit de lucht, gierzwaluwen suizen voorbij en putters dartelen van distel naar distel. Zijn huize Luna y Sol is een ark van Noach. Onder zijn balken nestelen boerenzwaluwen, onder de rand van zijn zwembad logeren hoefijzerslangen en in het bassin hebben Franse veldwespen vrij spel. Op zijn terras houden mannetjeszwaluwen zangwedstrijden, lopen hoppen een blauwtje en stichten torenvalken een gezin. Hun tafelmanieren en paargedrag zijn voor hem een onuitputtelijke bron van verwondering en onder zijn pen groeit hun seksleven uit tot een spannend vervolgverhaal. Af en toe verlaat hij zijn splendid isolation en zet hij een stapje in de wereld. Hij gaat op zoek naar bronnen van rivieren en doet natuurreservaten aan, om de flamingo's van Fuente de Piedra, de knobbelmeerkoeten van Motril en de kraanvogels van Extremadura met een bezoekje te vereren of de grillige kalksteenrotsen van El Torcal te bewonderen.
Roofbouw
Niet dat het daar in Andalusië het paradijs op aarde is. De armste en dorste regio van Spanje is tegenwoordig omgetoverd tot de moestuin van Europa, maar dat stemt Brijs allesbehalve vrolijk. De waterslurpende avocado- en mangoteelt en de grootschalige olijfgaarden zijn een zegen voor de Spaanse economie, maar de ecologische voetafdruk is enorm. De boeren plegen roofbouw op het land, de toenemende droogte heeft het vogelbestand al flink uitgedund en zijn gevederde vrienden pakken massaal hun biezen. 'En niemand die zich daar druk om maakt', windt de auteur zich op, 'niemand die de landbouw een halt toeroept, alles is hier economie, kranten publiceren jubelberichten over de tienduizenden tonnen avocado's en mango's en olijven die dit jaar weer zijn geoogst. Ik roep letterlijk in een woestijn.'
Spanjaarden springen sowieso slordig om met natuurschoon. Zijn nieuwe landgenoten hebben geen greintje milieubewustzijn, zijn niet goed in langetermijndenken en doen nooit vandaag wat ze tot mañana kunnen uitstellen. Het klimaat zal hen worst wezen en hun belangstelling voor vogels is louter van culinaire orde. Een mens zou er moedeloos van worden, en dit logboek krijgt dan ook bijwijlen een apocalyptische teneur. De olijfbomenpest, die enkele jaren geleden haar intrede deed in Puglia, heeft inmiddels Andalusië bereikt, maar ook de rode palmkever, de agavesnuitkever en de cochenilleluis zijn aan een onstuitbare conquista begonnen. Of die Bijbelse plagen door een God zijn bedacht om de mensheid te straffen voor haar verniel- en vraatzucht, is nog de vraag.
Toegegeven, Brijs' idealisering van de ongerepte natuur doet soms een tikkeltje naïef aan, maar een gepassioneerd vogelaar als hij zal veel worden vergeven, vooral als hij metaforen uit zijn mouw schudt alsof het niets is. De blauwzwarte houtbij doet hem denken aan een hommel die aan bodybuilding doet, de witte kwikstaart heeft iets van Charlie Chaplin en een aalscholver ziet eruit als een martelaar op een schilderij van Zurbarán. Deze fervente natuurliefhebber deelt zijn kennis met een aanstekelijk enthousiasme, zodat wij in het verre noorden kunnen meegenieten van zijn idyllische habitat. Wie zijn bekomst heeft van de bedompte binnenlucht, kan in zijn kielzog een frisse neus halen in het Andalusische landschap. Want wij kunnen voorlopig niet naar Spanje, maar met deze Berichten uit de vallei komt Spanje gewoon naar ons toe.
Atlas Contact, 192 blz., 21,99 €.
Iris Hannema
i /un/13 j
Vanuit zijn schrijfhut in het diepe zuiden van Spanje maakt schrijver en vogelaar Stefan Brijs (1969), verrekijker in de hand, vier seizoenen lang aantekeningen over de natuur om hem heen. En die gaat hem zeer aan het hart. In de zes jaar dat hij er halverwege een heuvelflank woont, zag hij grond, bossen en hellingen kaalgeschraapt en volgeplant worden 'met avocado-, mango- of olijfbomen waaronder niets meer mag gedijen'. Een ramp voor de vogels, die zo van hun broedplaatsen worden beroofd.
Gelukkig is daar Brijs, die voor hen in de bres springt en met een indrukwekkende precisie hun komen, gaan en reproductie in de smiezen houdt. Nog maar net in de regio neergestreken zet hij een houten nestkast aan de voet van een elektriciteitspaal, zodat de aanwezige technici van de elektriciteitsmaatschappij die kunnen ophangen. Veel zin hebben ze daar niet in, maar Brijs houdt vol. 'Voor de torenvalk', benadrukt hij, en morrend, de buitenlander bespottend, doet een van de mannen het toch. En jawel, de torenvalken volgen zowaar en de schrijversvreugde spat van de bladzijde af. Typisch Brijs in Berichten uit de vallei, een grappig, fijnzinnig en poëtisch ooggetuigenverslag van een emotionele natuurfanaat, de opvolger van zijn alom geprezen Andalusisch logboek.
De Vlaamse schrijver haalt troost uit ongemaaide bermen en verbaast zich als blijkt dat zijn buren zwaluwen van hun terras weren terwijl ze er zelf nooit zitten. Als de bijeneters zich na lang spotten niet vertonen, voelt hij zich alsof er niemand op zijn verjaardagsfeestje is komen opdagen. Zelfs voor bolbremmen en distels krijg je waardering: 'Zodra je jezelf wegwijs hebt gemaakt binnen die grote familie en je de kogeldistel, de mariadistel en de kardoen van elkaar kunt onderscheiden zie je in plaats van een verwaarloosd stuk land vol distels een feestelijk gezelschap van ooms en tantes en neven en nichten, die dan wel allemaal een stekelig karakter delen maar verder verschillen in hoe ze zich uitdossen en opmaken.'
Van de flamingo's op een uur rijden van zijn schrijfhut maakt hij woordschilderijtjes: 'Zijn stevige, kromme snavel was lichtroze, de punt zwart, alsof hij die in een inktpot had gedoopt, de ogen waren roze als bij een albino, zijn hals vormde een sierlijke hoofdletter S, het lijf had de vorm van een doedelzak, de lange, slanke, roze poten staken er als pijpen onderuit.'
Zelfs een dode vleermuis wordt een wonderlijk wezentje met een vacht 'wollig als die van een ezel in de winter'. Natuurlijk geeft die lieve Brijs het dier een laatste rustplaats en stopt het in de holte van een eeuwenoude olijfboom. 'Misschien vind ik hem daar over een jaar of zo terug, als een piepklein maar o zo verfijnd in elkaar gezet skeletje.'
Maar zelden ontmoet hij een Andalusiër die iets van vogels weet, en hij is blij verrast als de jongeman die bij hem thuis schilderwerk uitvoert, dol blijkt op vogels. 'Toch niet om te vangen en in een kooitje op te sluiten?', vraagt Brijs bezorgd. Nee, verzekert de jongen hem, maar wat hij wel graag doet is jagen op zanglijsters. Maar, preciseert hij, dat mag alleen in de winter en dan 'enkel op donderdagen, zaterdagen en zondagen'. Je ziet het verontwaardigde gezicht van de schrijver meteen voor je.
****
Atlas Contact; 192 pagina's; € 21,99.
Vera ter Beest
Na het in 2017 gepubliceerde 'Andalusisch logboek*' komt de Vlaamse auteur, woonachtig in de Spaanse provincie Andalusië, met een zelfstandig te lezen vervolg. Ditmaal richt hij zijn aandacht volledig op het vogelleven in de provincie. In vier seizoenen volgen we de komst en het vertrek van de zwaluwen, bijeneters, torenvalken en andere trekvogels. Naast de heuglijke berichten als de geboorte van meerdere jonge vogels, toont de auteur de gevolgen van de klimaatveranderingen en vertelt hij over veranderingen door mensenhanden aan natuur en landschap, waardoor onder andere vogels voorgoed verdwijnen uit de regio. Het is opnieuw een prachtig kleurrijk en sfeerrijk werk waarin de schrijver je meeneemt in zijn wereld van bijzondere ontmoetingen met mens en vogel.
Rob Schouten
us/ug/15 a
Het logboek was oorspronkelijk een verslag aan boord van schepen waarin nautische gegevens werden bijgehouden. Maar in een van de beroemdste logboeken uit onze geschiedenis, het verslag uit 1596/97 van de tocht van Willem Barentsz c.s. naar Nova Zembla, beschreef notulist Gerrit van der Veer al de gebeurtenissen van alledag en bijvoorbeeld ook een zonsondergang. Het is deze vorm van logboeken die ten slotte ook in de letterkunde belandde, zo heb je bijvoorbeeld het 'Antilliaans literair logboek' van Jos de Roo en 'Het gesticht' van Menno Wigman waarin hij een logboek bijhoudt van zijn verblijf als writer in residence in de Willem Arntszhoeve in Den Dolder.
Tegenwoordig staat er bijna altijd wel een logboek van deze of gene op literaire lijstjes, deze dagen bijvoorbeeld 'Zeeangst, een logboek' van L.H. Wiener, en 'Berichten uit de vallei, natuurlogboek' van Stefan Brijs. Het eerstgenoemde boek komt nog het dichtst bij de oude scheepsjournaals van vroeger, het beschrijft de zeiltocht van de schrijver langs de Engelse zuidkust, maar Brijs' logboek is van een andere orde, hij houdt er de gebeurtenissen in de natuur in zijn omgeving nauwgezet in bij. Het natuurlogboek is een jonge, maar vruchtbare loot aan de oude stam.
Brijs, schrijver van onder meer de griezelroman 'De engelenmaker', toonde zich in eerdere romans een echte mensenschrijver, geïnteresseerd in het gedrag en de reacties van mensen. In 'Berichten uit de vallei' krijgen we een totaal andere kant van hem te zien; er komt, behalve hijzelf en wat passanten, geen mens in voor, geen familie, geen vrienden, hij beschrijft de waarnemingen van een solitaire figuur in een ook al redelijk ruig landschap, het Zuid-Spaanse Andalusië waar hij zich heeft gevestigd. Een streek die nog net zijn natuurlijke toestand lijkt te hebben behouden maar die, zoals overal op aarde, bedreigd wordt door oprukkende industrie en de drang van boeren om land in cultuur te brengen.
Brijs staat natuurlijk aan de kant van de natuur (ik ken weinig schrijvers die de kant van de natuurbedreigers kiezen) en ziet met lede ogen aan hoe zijn paradijs langzaam lijkt te verdwijnen. Maar vooral is dit een boek over vogels. Vogelaar Brijs is op zijn best als hij de charme van het vogels spotten in beeld brengt.
Iedereen die ooit een vogelgids heeft ingezien, weet hoeveel moeite het de vogelaars kost de eigenschappen van hun geliefde beestje in woorden te vatten, bijvoorbeeld hun zang. Ik lees in een vogelgids over de roodmus bijvoorbeeld: "Zang melancholisch, een helder klinkend viertonig lied, gewoonlijk ie-tje-hi-thjoe (pleased to meet you) met duidelijk verschil in toonhoogte op elke klank, 2de en 3de toon volgen snel na elkaar. De laatste toon is aflopend. Doet denken aan zang van de wielewaal, maar hoger van toon en vaker herhaald." Kenners zullen misschien met zo'n beschrijving kunnen instemmen, maar ga er als leek maar eens aan staan! Bij literaire schrijvers overvleugelt hun enthousiasme vaak hun accuratesse. Voor mij als leek zijn ze daarom een stuk makkelijker te volgen dan de precieze vogelaars.
Stefan Brijs is een geestdriftige vogelliefhebber, in de eerste regels van zijn logboek krijgen we al een roodkopklauwier, een groenling en een huismus te zien en zo gaat het maar door, maar hij is ook een cultuurcriticus. Behalve boeren en industriëlen gispt hij de toeristen en hun goedkope sensatiezucht. "Alles moet tegenwoordig een doel hebben. Alles moet belevenis zijn", klaagt hij en zelfs het kuddegedrag van zijn mede-vogelaars bevalt hem niet.
Hij is de man die het in zijn eentje doet: "Ik roep letterlijk in een woestijn. Troost haal ik uit wat er bij momenten nog wel te zien is, zoals gisteren, een bonte wolk van putters, die van een groepje distels langs de kant van de weg afspatte toen ik er langsreed met de auto, alsof er in de berm een verfbom ontplofte."
Daarmee is 'Berichten uit de vallei' behalve de hartekreet van een pure natuurliefhebber vooral ook het logboek van een man die zich - om een of andere reden - uit de wereld heeft teruggetrokken en nu zijn zelfgekozen isolement probeert te bewaren. Dat maakt dit boek, behalve een bron van mooie natuurbeschrijvingen, toch vooral een psychologisch portret.
Atlas Contact; 192 blz. € 21,99.
oordeel
Mooie beschrijving van natuur en vogels in portret van een eenling.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.